Al geruime tijd is bekend dat de Stichting Bunkermuseum Den Haag van haar huidige locatie aan de Strandweg 1a (onder voormalig surfdorp F.A.S.T.) zal moeten verdwijnen in verband met de gebiedsontwikkeling aldaar. De gemeente Den Haag heeft destijds - aan deze volledig op vrijwilligers draaiende en niet-gesubsidieerde stichting - aangegeven op zoek te gaan naar herhuisvesting in een andere bunker. In antwoord op schriftelijke vragen van de ChristenUnie/SGP (RIS 288143) heeft het college aangegeven locatiestudies te doen. 

In vervolg op deze vragen en antwoorden stelt de ChristenUnie/SGP, conform artikel 30 van het reglement van orde, de volgende vragen:

1. Hoeveel belang hecht het college daadwerkelijk aan het voortbestaan van het Bunkermuseum?

2. Wat heeft het college het afgelopen jaar gedaan om te zorgen voor herhuisvesting of verplaatsing van het bunkermuseum? Welke contacten zijn hierover geweest met de vrijwilligers van het Bunkermuseum?

Gister heeft het Bunkermuseum te horen gekregen dat het museum niet verplaatst zal worden en dat er geen andere plek beschikbaar is voor herhuisvesting[1].

3. Klopt dit bericht? Zo ja, is het college met de ChristenUnie/SGP van mening dat er derhalve weinig toekomst is voor het Bunkermuseum?

Uit eerdere locatiestudie bleek dat twee nog niet in gebruik zijnde bunkers aan de Badhuisweg - naast de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen (SAMS) - in beeld waren voor het Bunkermuseum. Vanwege verschillende beleidsinzichten is toen bestuurlijk geconcludeerd dat deze twee partijen niet naast elkaar gehuisvest moeten worden.

4. Nu er geen alternatieven zijn voor het Bunkermuseum, kan het college deze eerder genomen beslissing heroverwegen? Is het alsnog mogelijk het Bunkermuseum in (één van) de bunkers aan de Badhuisweg te huisvesten?

De ChristenUnie/SGP vindt sluiting van het Bunkermuseum een verarming voor Scheveningen en Den Haag en is van mening dat er wegen moeten worden gezocht om het Bunkermuseum toekomst te geven.

5. Welke stappen gaat het college verder nemen om het Bunkermuseum tóch toekomst te geven en het te behouden?