Afgelopen week sloten we het roerigste politieke jaar af in mijn raadsleven, dat in 2014 begon. En in die beginjaren, 2014 en 2015, gebeurde er toch ook best het nodige, met demonstraties waarin mensen over de schreef gingen en de rellen na de trieste dood van Mitch Henriquez. Twee nogal verhitte zomers waren dat. In 2019 daarentegen was de zomer rustig. Afgezien van de naweeën van het vreugdevuurdrama, leek er geen wolkje aan de lucht. Maar op 1 oktober veranderde alles. Terwijl de tractoren opstoomden naar Den Haag voor het grootste boerenprotest in decennia, viel de rijksrecherche met in totaal 80 man binnen in de woonhuizen en werkkamers van de wethouders en in de fractiekamer van Groep de Mos/Hart voor den Haag bij ons op de gang in het IJspaleis. De rest is geschiedenis. De 2 verdachte wethouders werden door de gemeenteraad naar huis gestuurd, burgemeester Krikke stapte zelf op, waarnemer Remkes kwam, een vernieuwd college trad aan en inmiddels zijn we gezegend met een nieuwe gewaardeerde burgemeester: Jan van Zanen.

Ondertussen brak het coronavirus uit, wat grote impact had en heeft, ook op onze stad. Werkers in de zorg werkten zich uit de naad, onderwijzers moesten zichzelf opnieuw uitvinden, ondernemers zagen hun omzet opdrogen, veel ouderen en alleenstaanden werden nog eenzamer dan normaal en de ongelijkheid in onze toch al gesegregeerde stad dreigt nog groter te worden dan deze al was. Immers, het ‘thuisonderwijs’ in een eengezinswoning met goede faciliteiten in de Vruchtenbuurt, de buurt waar ik woon, is echt een eitje vergeleken bij de alleenstaande ouder drie hoog achter in Moerwijk. En dan nog was ik natuurlijk blij en opgelucht dat de kinderen op een gegeven moment weer veilig en gezond naar school konden na die bijzondere periode thuis. En ondertussen leerden u en ik digitaal te overleggen en vergaderen met applicaties waar we pre-corona nog nooit van hadden gehoord. Wie weet, is dat thuis- en digitaal werken deels wel een blijvertje.

Bij onze ChristenUnie/SGP-fractie veranderde ook het nodige. We namen afscheid van beleidsmedewerker Mirjam van der Ploeg en inmiddels mogen we een nieuwe collega verwelkomen, die na het zomerreces begint: Elisa van Dam. Ondertussen hebben we met onze kleine Gideonsbende, ik mag wel zeggen, keihard gewerkt; in de raad, voor de stad, voor u.

Afgelopen week sloten we het politieke seizoen af met twee avonden gemeenteraadsvergadering in het imposante Atrium van het Haagse stadhuis, voor het eerst onder de prettige leiding van onze nieuwe burgervader en voorzitter Jan van Zanen. Tijdens zo’n laatste raad voor het zomerreces komen altijd veel onderwerpen langs, klein en groot. Veel van de moties en amendementen die we hadden voorbereid, konden op een raadsmeerderheid rekenen. Van een motie voor meer inzet voor toegankelijke gemeentelijke websites voor laaggeletterden tot een amendement over luchtvaart. Van een motie om te investeren in betaalbare woningbouw tot een initiatiefvoorstel waarmee we kamerbewoning strenger en beter gaan reguleren. Voorstellen om coffeeshops in de buurt van basisscholen te sluiten, te beginnen in de Weimarstraat, haalden het niet. De meeste collega's in de Haagse raad hebben helaas hun roze bril nog op, als het gaat om drugs. Donderdag brachten we ten slotte een bezoek aan rabbijn Katzman in ‘zijn’ synagoge in Bezuidenhout en hadden we 's avonds een indringend en mooi gesprek met een aantal van onze leden over racisme; racisme dat de meesten van hen vroeger en soms nog wel ervoeren en ervaren. Een onacceptabel kwaad, zeker voor ons als christenen die besef hebben van het feit dat, zoals de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring het zo mooi zegt, “all men are created equal”. Beide activiteiten leverden genoeg stof tot nadenken en handelen op voor na de zomer.

Maar nu eerst reces. Tijd voor reflectie, voor gezin, familie en vrienden, om op te laden voor een nieuw - hopelijk rustiger en vrediger - politiek seizoen. Ik wens u, mede namens Judith en Koen, een fijne, gezonde en inspirerende zomer toe.

Hartelijke groet,

Pieter Grinwis