Bijdrage Cynthia Ortega-Marijn algmeen overleg Wajong-onderwerpen

woensdag 18 november 2009 10:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. In een tijd van neergaande economie en oplopende werkloosheid maakt de ChristenUnie zich zorgen over de arbeidsmarkt van Wajong’ers. Op 1 januari 2010 gaat de nieuwe regeling in die de arbeidsparticipatie en de ontwikkeling van het arbeidsvermogen van jongeren met een beperking regelt. De Eerste Kamer moet zich daar nog over buigen. Zal de regeling nog per 1 januari 2010 kunnen ingaan? Graag een reactie van de minister hierop. De minister stelt dat twee derde van de nieuwe instroom in aanmerking komt voor de nieuwe werkregeling. Het gaat de komende jaren om ongeveer 10 000 jongeren per jaar. Hiermee neemt dus ook de vraag naar werkplekken voor hen toe. De minister stelt dat er juist nu geïnvesteerd moet worden in de actieve vraaggerichte werkaanpak, waarin werkgevers gestimuleerd worden jongeren met een beperking in dienst te nemen. Graag verneem ik van de minister hoeveel werkplekken er het komend jaar op de ministeries gereserveerd zullen worden voor Wajong’ers. Heeft de minister met gemeentes reeds bestuurlijke afspraken gemaakt over het beschikbaar stellen van werkplekken voor Wajong’ers? Ik weet dat er allerlei maatregelen in gang zijn gezet – en dat vind ik goed – en ook dat het UWV druk doende is om de Wajong’ers optimaal te begeleiden. Het werkboek voor Wajong’ers Op weg naar werk is daar een voorbeeld van. Maar willen wij ernst maken met de benutting van de mogelijkheden van deze doelgroep, dan moeten we mogelijke belemmeringen wegnemen. Daarom ben ik blij met het Botsboek en blij dat de minister heeft aangegeven een panel te gaan instellen voor nieuwe instromers. Ik vind het plezierig om te zien dat dingen in gang zijn gezet en dat het gaat lopen. Ik juich het toe dat Wajong’ers als startende ondernemers in aanmerking blijven komen voor bepaalde voorzieningen en dat zij voor een nader te bepalen periode gecoacht zullen worden. Gaat het hierbij om gespecialiseerde Wajong-ondernemerscoaches? Het urencriterium is afgeschaft. Dat is winst voor deze doelgroep. Hiermee worden de mogelijkheden van deze groep verruimd. Hoeveel mensen met een beperking zijn het afgelopen jaar gestart met een onderneming? Op welke manier wil de minister garanderen dat Wajong’ers ook in aanmerking komen voor een microkrediet en voor kredietverstrekking, juist in deze tijd waarin banken angstvallig de hand op de knip houden? Momenteel is het zo dat de hogescholen en universiteiten de mogelijkheid hebben van een minor ondernemerschap voor Wajong’ers. Vaak gaat het om projectmatig onderwijs in groepen en dat is vaak fysiek belastend voor de Wajong’er. Is het een idee om een speciale minor ondernemerschap in het leven te roepen, waarbij zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van leren op afstand, dus van inzet van hulpmiddelen? Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van de kennis van een special 7interest-beroep, dat gespecialiseerd is in digitale toegankelijkheid en ICT-hulpmiddelen. Alle facetten moeten aan bod komen om specifiek vanuit de Wajong-situatie als ondernemer te starten. Is de minister bereid om te bevorderen dat er een speciale minor ondernemerschap wordt ontwikkeld voor deze doelgroep? Dan de promotiemogelijkheden voor Wajong’ers. Een onderzoeksbaan is heel aantrekkelijk voor de doelgroep Wajong’ers, omdat zij dan de mogelijkheid hebben om hun tijd flexibel in te delen. Maar een aio wordt voor minimaal 32 uren aangesteld en voor de gemiddelde Wajong’er, die ik heb gesproken, is dat te veel. Het zou rechtvaardig zijn om voor deze groep de mogelijkheid van een speciaal aio-traject in deeltijd, bijvoorbeeld twee dagen in de week, te creëren. Voordelen zijn dat er banen worden gecreëerd voor die groep op dat niveau, dat de empowerment van de groep zou worden bevorderd, dat er sterke rolmodellen te voorschijn zouden komen die weer andere Wajong’ers kunnen begeleiden, en dat de toegankelijkheid van het wetenschappelijk onderwijs vergroot wordt. Een andere belemmering is dat bij de selectie voor onderzoeksmasters die voorbereiden op een aio een eis is het hebben van hoge punten – dat is geen probleem voor Wajong’ers –, maar ook een eis van de nominale studietijd. Daar kunnen ze niet aan voldoen, omdat Wajong’ers door hun functiebeperking altijd in een langzamer tempo studeren. Is de minister bereid om samen met zijn collega van OCW de mogelijkheid te bevorderen dat meer Wajong’ers kunnen promoveren? In antwoord op mijn motie op stuk nr. 33 over het inzetten van interne jobcoaches zegt de minister dat het van belang is dat het gebruik van interne jobcoaches niet ten koste gaat van de kwaliteitseisen die worden gesteld aan de dienstverlening van de jobcoach. Wat bedoelt de minister daar precies mee? Er zijn nog steeds geen erkenningscriteria voor jobcoaches. Ik vraag aandacht voor de Wajong’er die zeer goed in staat is zelfstandige beslissingen te nemen en juist op zijn autonomie aangesproken zou willen worden. Zij hebben meer behoefte aan – letterlijk – een helpende hand op de werkvloer alleen voor het opvangen van de fysieke beperkingen, dus niet aan een jobcoach die allerlei dingen organiseert en regelt. De nieuwe AWBZ-grondslagen lijken ruimte te geven om deze nieuwe functiebegeleiding voor Wajong’ers met een lichamelijke beperking op de arbeidsmarkt in te zetten. De toepassing van deze functiebegeleiding kan via een persoonsgebonden budget ingezet worden, voor onder andere praktische hulp op de werkvloer. Is de minister bereid om in overleg met de staatssecretaris van VWS deze mogelijkheid te onderzoeken en de Kamer hierover te informeren? Op de motie over contact tussen verzekeringsarts en huisarts op verzoek van de Wajong’er antwoordt de minister dat er nu al rekening wordt gehouden met wat een Wajong’er graag wil. Als dat inderdaad zo is, had ik nooit zo’n motie opgesteld. Ik krijg nog steeds signalen dat een keuringsarts nog steeds zegt dat dat niet nodig is. Graag daar een reactie op.

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2009 > november