Begroting Defensie (35570-X)

dinsdag 01 december 2020 00:00

Kamerstuk 35570-X

Een bijdrage aan een plenaire begrotingsbehandeling met minister Bijleveld-Schouten van Defensie en staatssecretaris Visser van Defensie

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Er is nog niet aan gerefereerd door anderen volgens mij, maar we staan er dit jaar nog steeds bij stil dat het 75 jaar geleden is dat wij bevrijd werden. We hebben daar hier en daar natuurlijk wel aandacht aan besteed, de bewindslieden zeker, maar ik sta er nog een keer bij stil omdat het niet vanzelfsprekend is. We zien vrede en veiligheid ook op tal van plaatsen op de wereld onder druk staan. Ik lees net dat er in Trier, in West-Duitsland, een aanslag is gepleegd door een bestuurder van een auto die op voetgangers is ingereden. We weten niet precies of dat nou een terroristische aanslag is geweest of niet, maar het is in ieder geval gruwelijk. En we weten van andere terroristische aanslagen in Europa. We hebben natuurlijk een gruwelijke oorlog in Nagorno-Karabach en omliggende provincies gezien, van een NAVO-bondgenoot die daar actief bij betrokken was. We hebben eerder ook bij de Buitenlandse Zakenbegroting uitgebreid met elkaar gesproken over hoe dit nou kan gebeuren binnen een militair bondgenootschap, waar we toch staan voor waarden als vrijheid en respect voor elkaar. Op dat punt zou ik de minister nog willen vragen of zij erop aan wil dringen dat Azeri's in ieder geval de krijgsgevangenen willen vrijgeven aan Armenië, want ik begrijp dat die nog steeds worden vastgehouden, terwijl dat niet in overeenstemming is met de overeenkomst die gesloten is. Kan de minister daarop reageren?

Voorzitter. Die dreigingen zijn er. Tegelijkertijd zien we dat Defensie er de afgelopen vier jaar gelukkig meer geld bij krijgt. Deze bewindslieden hebben er ook goed gebruik van gemaakt, om in ieder geval te investeren in materieel. Er is een Defensiematerieelbegrotingsfonds van start gegaan. Mevrouw Belhaj en ik hebben daartoe het initiatief genomen, en de bewindslieden hebben daar een wet voor ingediend. Dat geeft in ieder geval rust voor de komende jaren om structureel fatsoenlijk te investeren in materieel. Tegelijkertijd zien we dat de gereedheid nog niet hersteld is. Defensie is nog steeds niet in staat om de eerste grondwettelijke hoofdtaak te vervullen, namelijk de verdediging van ons eigen grondgebied. Cruciaal daarbij — en ik zeg het nog een keer: cruciaal — is: investeren in personeel. Met name sta ik vanavond stil bij het gebrek aan gespecialiseerd personeel. De stand van zaken met betrekking tot ons militair apparaat wordt steeds gecompliceerder, de wapens worden gecompliceerder. Dat vereist ook veel meer van ons personeel. En we zien dat we op dit moment aankijken tegen zelfs om en nabij ruim 9.000 vacatures. Daarbij helpt covid natuurlijk ook niet, dat begrijp ik. Dit wordt ook aangehaald door de staatssecretaris. Maar we kijken tegen een heel groot gat aan, terwijl de nood zo groot is in de wereld. Het personeelsgebrek blijft misschien wel het grootste probleem bij Defensie. Want wat hebben we aan heel veel materieel als we straks geen goed personeel hebben? Zonder mensen heb je niets aan dat hele mooie materieel. Er gaan nog steeds meer mensen uit dan dat erin komen. Ik geloof dat mevrouw Karabulut dat ook zei.

Defensie heeft voldoende expertise in huis, maar hebben we voldoende expertise in huis om zelfs de onderzeeboten die we willen aanschaffen goed voor te bereiden? Bij bedrijven is het nog weleens gewenst, en wordt het soms ook wel gedaan, om mensen weg te kopen. Overweegt Defensie om goed personeel weg te kopen bij het bedrijfsleven? Er zijn scheepswerven die personeel moeten afstoten. Wordt daar ook naar gekeken? En het is al eerder genoemd, ik geloof door collega Van Helvert, dat we een nieuw loongebouw gepresenteerd zouden krijgen, per 1 juli. Hoe staat het daarmee? Er is arbitrage aan te pas gekomen. We hebben het echt hard nodig om tot dat nieuwe loongebouw te komen. Als we horen van majoor Van Leeuwen dat sergeanten zelfs op de armoedegrens zitten, dan moeten we echt goed gaan kijken naar het nieuwe loongebouw. Want we moeten een sterk defensieapparaat hebben, maar dat moet dan ook recht doen aan een verantwoord loongebouw. Ik vraag de staatssecretaris: wanneer komt nou dat beloofde loongebouw? Moeten er misschien niet nog meer middelen worden ingezet om voldoende gekwalificeerd personeel te krijgen? Ik hoor graag een reactie van de staatssecretaris op dat punt.

Voorzitter. Dan het materieel, de onderzeeërs. Jammer dat het kabinet heeft besloten — ik begrijp best de procedurele redenen hiervoor — dat we in deze kabinetsperiode niet meer kunnen besluiten over de nieuwe onderzeeërs. Dat laat het kabinet over aan een volgend kabinet. Ik wil hier nog een keer benadrukken dat Nederlandse kennis en kunde en de Nederlandse industrie zo veel mogelijk betrokken zouden moeten worden bij een besluit. Ik hoop echt dat er snel een besluit zal zijn. Het zou heel mooi zijn voor de provincie Zeeland als we dat kunnen laten bouwen in Vlissingen.

Maar het strategische belang van het behouden van die kennis en kunde in Nederland is misschien nog wel belangrijker. Daarom sluit ik me graag aan bij de woorden die de heer Stoffer nog gaat uitspreken. Dat weet hij zelf misschien nog niet, maar hij zal ongetwijfeld ook een aantal dingen zeggen over het strategische belang van het aanschaffen van de onderzeeërs.

Voorzitter. Dan — ik kijk even naar de klok — de Defensievisie. Ik ben heel blij dat de bewindslieden de Defensievisie 2035 hebben gepresenteerd. Complimenten voor die doorkijk naar zo veel jaren in de toekomst. Er wordt stilgestaan bij wat we precies nodig hebben, willen we een verantwoord defensieapparaat hebben, ook in de nieuwe verhouding met Amerika waar we inmiddels mee zitten. Ik constateer wel dat de NAVO constateert dat er in Nederland nog het een en ander ontbreekt op het gebied van de slagkracht en de operationele ondersteuning. Concreet vraagt de NAVO om een volwaardig gemechaniseerde brigade. Hoe staat het daarmee?

Ten slotte, voorzitter, het radarstation Herwijnen. Wij hechten er als fractie groot belang aan dat er goed geluisterd wordt naar de wensen en dat er goed gekeken wordt naar de gezondheid van de mensen in Herwijnen. Wij hebben in het vorige debat een motie ingediend — meneer Van Helvert heeft daartoe het voortouw genomen — om nog eens te kijken naar de alternatieven, niet alleen als het gaat om de gezondheid maar ook als het gaat om de hoogte van de radar. Ik wacht de reactie van de staatssecretaris op dat punt af.

Voorzitter, dank u wel.

Labels
Bijdragen
Defensie
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2020 > december