Voorrang voor dak- en thuisloze mensen
Veel meer mensen dan die in de daklozenopvang verblijven zijn dak- of thuisloos. Echter alleen mensen die in de opvang verblijven hebben recht op voorrang voor een woning. Dat moet anders volgens de ChristenUnie/SGP. Judith Klokkenburg, fractievoorzitter: “We moeten juist met elkaar voorkomen dat dak- en thuisloze mensen in de opvang terechtkomen. Dakloosheid is allereerst een woonprobleem. Opvang is een noodoplossing, en bovendien een hele dure. Juist door éérst voor een eigen dak boven het hoofd te zorgen, werken we aan duurzame oplossingen.”
Veel dak- of thuisloze jongeren krijgen geen hulp omdat ze formeel mogelijk nog ergens kunnen verblijven binnen hun netwerk. Steeds meer jonge mensen en gezinnen zonder vast dak boven hun hoofd vallen daardoor tussen wal en schip. Robin Smit, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren: 'Ze hoppen van bank naar bank. Als we pas helpen zodra zij in de opvang belanden, zijn we eigenlijk al te laat. We moeten juist helpen voordat het misgaat. Dat is menselijk, logisch en behulpzaam.'
Omdat veel meer mensen dakloos zijn dan degenen die op straat slapen of bekend zijn bij de opvang, heeft in het voorjaar een zogeheten ETHOS-telling plaatsgevonden. ETHOS staat voor ‘European Typology of Homelessness and Housing Exclusion’ en is de duidelijk afgebakende definitie van dakloosheid in Nederland en de Europese Unie. De uitkomst van die ETHOS-telling wordt 8 oktober verwacht. Klokkenburg wil dat het college nu vast aan de slag gaat om mensen die volgens de ETHOS-definitie dakloos zijn, voorrang te kunnen geven: “Den Haag heeft de ambitie om dakloosheid in 2030 uit te bannen. Daarvoor moeten we de daad bij het woord voegen. Een goede stap in die richting is zorgen dat in gevallen ook dak- en thuisloze mensen buiten de opvang voorrang kunnen krijgen.”
De ChristenUnie/SGP en Partij voor de Dieren dienden daarvoor in de raadsvergadering met succes een voorstel in: het college moet aan de slag met een pilot om mensen uit de ETHOS-Light doelgroep voorrang te kunnen verlenen.
