Ruimte voor wat je door de ziel snijdt

Religie kruis APR_4435dinsdag 10 september 2013 09:45

‘Ik ben het hartgrondig oneens met de islam en verdedig tegelijk de rechten van moslims. Dat is een nogal eenzame positie.’ Dat vertelde Matthew Kaemingk me gisteren. Hij woont in Seattle en heeft in ons land uitgebreid onderzoek gedaan naar wat Abraham Kuyper ons te zeggen heeft in het islamdebat. Preciezer gezegd, hij is nagegaan hoe Kuypers pleidooi voor ruimte voor verschil (‘soevereiniteit in eigen kring’) ons kan helpen als we nadenken over de positie van de islam in het Westen.

Gisteren was Matthew even iets minder eenzaam, want toen spraken we elkaar in een stations­restauratie over zijn boeiende bevindingen. Vandaag promoveert hij aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Matthews eenzaamheid is herkenbaar. Ik heb de islam uitgebreid leren kennen in Egypte en veel gesprekken gevoerd met moslims hier in Nederland. Daar zaten warme ontmoetingen tussen en ook ijzige; ik heb vriendschappelijke gesprekken gehad en pittige discussies. Moslims zijn net mensen, je hebt ze in soorten en maten.

En wat een christen in ieder geval weet, is dat Gods hart ook naar moslims uitgaat en dat het om medemensen gaat, van wie Jezus ons vraagt hen lief te hebben. Maar als je het evangelie serieus neemt, dan weet je tegelijk dat de islam de aanval opent op het hart ervan.

Als ik het hart van het christelijk geloof moet beschrijven, dan heeft dat alles te maken met Jezus Christus. Hij is Gods zoon, die uit liefde voor deze wereld is gestorven aan het kruis en die na drie dagen weer is opgestaan. Juist daarvan zegt de islam driemaal: niet waar. Jezus is niet de Zoon van God, Hij is niet aan het kruis gestorven en Hij is niet opgestaan. Oftewel, alles wat een christen hoop geeft, wordt door de islam ontkend.

Ik begrijp ook weinig van christenen die daar schouderophalend aan voorbij gaan of alleen maar op zoek lijken te zijn naar overeenkomsten. Want die vallen in het niet bij het hemelsbrede verschil tussen islam en evangelie als het gaat om Jezus Christus.

Als ik dan ook nog melding maak van mijn verontwaardiging over bijvoorbeeld de behandeling van ex-moslims in de islamitische wereld, dan zijn er altijd lieden die hun wenkbrauwen fronsen en zeggen dat allemaal erg onvriendelijk en PVV-achtig klinkt. Hun wil ik zeggen dat het misschien nog erger is dan ze denken. De kennismaking met de islam is voor mij als christen namelijk veel ingrijpender dan voor een gemiddelde PVV-stemmer, voor wie de islam alleen maar een politieke bedreiging is. Juist omdat niet zozeer mijn vrijheid op het spel staat, maar omdat het gaat over mijn enige hoop in leven en sterven.

Zodra ik een schouderklopje dreig te krijgen van een gemiddelde PVV-stemmer – ‘jij bent tenminste niet zo naïef over de islam’ -, moet ik ook hem teleurstellen. Ik wil namelijk vrijheid niet alleen voor mensen met wie ik het eens ben, tolerantie niet alleen voor wat ik lief en aardig vind, maar ook voor dat wat me door de ziel snijdt.

Ik heb gezien tot wat voor onrechtvaardige situaties het leidt als een overheid gaat bepalen wat waarheid is en welke gelovigen eersterangs burgers zijn en welke burgers op de tweede rang moeten plaats nemen. Hoe kun je in vredesnaam kwaad worden over de behandeling van christenen in islamitische landen als je tegelijk dagdroomt over een vergelijkbare behandeling van moslims hier?

Het is ook een enorme misvatting dat het bevorderen van het christelijk geloof en het bestrijden van ongeloof in handen van de overheid kan worden gelegd. Juist als je gelooft in het leerstuk van de erfzonde en belijdt dat geloof het werk van de Geest is, kun je nooit een theocraat zijn. Als de ­Vader zijn jongste zoon de vrijheid gaf om te vertrekken – een stap die de Vader door de ziel moet hebben gesneden -, dan moeten ook wij ruimte geven aan opvattingen die haaks staan op het evangelie.

Politieke en maatschappelijke vrijheid moet verdedigd worden, als die bijvoorbeeld in naam van de islam bedreigd wordt. Maar vrijheid moet ook ruimhartig gegund worden aan moslims die niets geloven van alles wat ik wel geloof.

Voor de een ben je dan een crypto-PVV’er en voor de ander een domme chamberlain. Dat is inderdaad een soms eenzame positie. Maar vandaag iets minder, want vandaag promoveert Matthew Kaemingk met een dijk van een proefschrift.

G.J. Segers is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Hij schrijft iedere zes weken een column voor het Nederlands Dagblad.

Labels
Column
Gert-Jan Segers

« Terug

Reacties op 'Ruimte voor wat je door de ziel snijdt'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2013 > september