Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Rapportage Rijkshuisvesting

woensdag 03 juli 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst aan een algemeen overleg met Minister Blok voor Wonen en Rijksdienst  

Onderwerp:   Rapportage Rijkshuisvesting

Kamerstuk:    31 490

Datum:            3 juli 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Mijn voorgangers hebben het al gezegd: inkrimpen doet pijn. Wij zijn ons daarvan bewust. Wij weten dat er moet worden bespaard op de kosten en dat bepaalde gebouwen moeten worden afgestoten, maar het gaat om de vraag waar je de pijn neerlegt. Die is naar mijn mening de kern van het debat dat wij vandaag voeren.

In de afgelopen jaren zijn in de Kamer moties aangenomen waarin de regering wordt gevraagd de krimpgebieden bij dit soort operaties te ontzien. Daar verdwijnen al veel banen, de werkgelegenheid is al niet al te best en juist de rijksdiensten vervullen daar vaak nog een belangrijke rol. De klap komt dan ook hard aan als daarin wijzigingen optreden. Ik dank de Minister voor het feit dat hij oog heeft gehad voor dit probleem. Hij heeft zeker geprobeerd daarvoor compensatie te vinden, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit voor ons niet voldoende is. Ook ik vraag dan met name aandacht voor Friesland en Drenthe.

Ik begin met Drenthe. De Minister heeft de gevolgen voor Emmen verzacht door een deel van de Belastingdienst daar te behouden, namelijk nog ruim 100 voltijds banen. Er is echter nog steeds sprake van een inkrimping met 200 banen. Ik heb het dan nog niet over de indirecte werkgelegenheidseffecten die daarvan het gevolg zijn. De Belastingdienst krijgt straks een intensivering van het aantal ambtenaren. Het is wonderlijk dat er in Emmen banen moeten verdwijnen in een tijd dat wordt geïnvesteerd in het aantal ambtenaren bij de Belastingdienst. Waarom heeft de Minister dit niet meegenomen in zijn overweging? Het is mooi dat het Nationaal Archief in Emmen wordt uitgebreid, maar ik heb de indruk dat het veelmeer gaat om het aantal vierkante meters dan om banen. Hoeveel voltijds banen zal de uitbreiding van het Nationaal Archief nu werkelijk opleveren? Volgens mijn indicatie niet meer dan tien. Als dit als compensatie voor het verlies van 200 banen wordt aangemerkt, vind ik dat erg mager.

Wij moeten dit ook zien in het perspectief van het feit dat Emmen al veel banen is kwijtgeraakt in de afgelopen jaren. Ik noem het vertrek van de Topografische Dienst (144 banen), de personeels- en salarisadministratie van Defensie (75 banen) en de Dienst Ziektekostenvoorziening Overheidspersoneel (110 banen). Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Emmen weer een grote klap krijgt. Ik vraag de Minister wat de ratio is achter de beslissing juist daar de banen weg te halen. Leidt dit uiteindelijk niet tot een soort sterfhuisconstructie? Ik vind het een vervelend woord, maar zo wordt het wel genoemd. Het aantal banen bij de Belastingdienst blijft redelijk beperkt. Daar zullen op een gegeven moment mensen gaan uitstromen. Is de Minister van plan om daar in ieder geval het huidige aantal banen in stand te houden, of laat hij dit uiteindelijk een beetje aflopen?

De heer Schouw (D66): Ik heb naar analogie van het nationaal plan Rotterdam-Zuid gepleit voor een nationaal plan Drenthe inclusief Emmen. Zou mevrouw Schouten zo’n lijn willen steunen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Ik weet niet hoe het nationaal plan Drenthe en Emmen van de heer Schouw eruitziet, maar alle mogelijke opties om de werkgelegenheid op peil te houden, zal ik zeker met belangstelling bekijken.

De heer Schouw (D66): Het woordje «nationaal» staat ervoor. Dit betekent dat de regio of de stad het alleen niet meer trekt en door de hoeven zakt. Dan moet je nationaal helpen. Niet alleen met een kantoor erbij of met een vergelijkbare maatregel, maar met een integraal plan.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Nogmaals, alle mogelijkheden die er zijn om de werkgelegenheid op peil te houden, zal ik zeker met grote interesse bekijken. De eerste stap op weg naar een nationaal plan is volgens mij dat in ieder geval de bestaande werkgelegenheid wordt behouden. Ik stel vast dat daar nu werkgelegenheid verdwijnt. Dus voordat wij extra inspanningen doen om de werkgelegenheid uit te breiden, moet er eerst een einde komen aan het snijden op dit moment. Dat zou een eerste klapper zijn. Dit neemt niet weg dat wij op dit punt op een lijn zitten.

Ik ga verder met Friesland. Het is goed nieuws dat de Belastingdienst minder wordt ingekrompen, zeg ik met enige ironie. De Minister erkent echter ook dat in deze provincie nog steeds sprake is van onbalans. Hij schrijft dat de Minister van Defensie zich ervoor zal inspannen om de werkgelegenheid in Friesland waar mogelijk te behouden. Hier zitten wel heel veel aannames, mitsen en maren in. Er is sprake van «waar mogelijk», «inspannen» en «bekijken». Ik hoor graag wat dit nu concreet betekent. Kunnen wij Friesland duidelijk aangeven waar dit toe leidt? Kan de Minister daarover vandaag duidelijkheid geven?

De herbestemming van de gebouwen biedt nieuwe kansen, maar in de huidige markt is dat lastig, zeker in krimpgebieden. De kans is groot dat gebouwen veel minder opleveren dan het bedrag waarvoor ze in de boeken staan. Wie neemt dit verlies? De Minister schrijft dat dit ten laste gaat van het eigen vermogen van de Rijksgebouwendienst, terwijl eventuele baten ten gunste komen van de departementen.

Maar als het resultaat van de Rijksgebouwendienst in 2014 en 2015 niet voldoende is, zal de Minister de departementen alsnog om een bijdrage vragen. Waarom heeft de Minister hierover geen keiharde afspraken gemaakt? Hangt hier niet een gedekte tegenvaller boven ons hoofd of boven het hoofd van de departementen? Iets vergelijkbaars geldt voor de huurpanden die het Rijk verlaat. De Minister stelt dat bij expiratie van huurcontracten, herbestemming een zaak is voor de verhuurder. Dat klopt, maar de overheid heeft ook een verantwoordelijkheid voor een goede zorg voor de leefomgeving. Ik mis in de brieven van de Minister een afweging van de ruimtelijke effecten van beslissingen om de huur van panden te stoppen.

De Minister sluit nieuwbouw ook niet helemaal uit. Dat begrijp ik, maar dat kan alleen in een heel bijzondere situatie nu er zo veel rijksgebouwen komen leeg te staan. De Minister wil alleen nieuwbouw als alternatieven niet aantrekkelijk zijn. Wat bedoelt hij daarmee? Welke criteria hanteert hij? Is hij bereid tot een moratorium op de nieuwbouw van rijksgebouwen waarbij expliciete toestemming van de Kamer nodig is voor nieuwe bouwprojecten?

De brief van de Minister is erg summier over het tijdelijk beheer van leegstaande rijkspanden. Hij noemt alleen de mogelijkheid van tijdelijke verhuur tegen marktconforme prijzen, een huisoppasdienst of bewaking om waardevermindering te voorkomen. Is hier echt niet meer creativiteit mogelijk? Waarom worden rijkspanden niet ingezet als broedplaatsen voor startende ondernemers of voor stadslandbouw? Zo kunnen gebouwen een betekenis krijgen voor de regionale economie en omwonenden zo lang er geen nieuwe eigenaar is gevonden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten
Wonen & Ruimtelijke ordening

« Terug

Archief > 2013 > juli