Inbreng bij de wijziging van de Wet luchtvaart
In paragraaf 1.2.3 van de memorie van toelichting wordt gesproken over het vastleggen van handhavingspunten in het luchthavenbesluit. In de discussie rond Schiphol is sprake geweest van de mogelijkheid van het salderen tussen handhavingspunten. Is deze methode uitgesloten bij de regionale luchthavens? Genoemde leden maken zich wat dit betreft zorgen gezien de toelichting bij artikel 8.44 waar staat dat bij wijziging van het stelsel voor Schiphol wordt bezien of dit consequenties moet hebben voor de regionale luchthavens. Zij zijn van mening dat salderen geen optie mag zijn bij de regionale luchthavens.
In paragraaf 1.2.3 wordt tevens gesteld dat het kabinet geen specifieke grenzen aan de milieugebruiksruimte wil voorschrijven, bijvoorbeeld in de vorm van stand still, omdat dit zich niet verdraagt met de decentralisatiegedachte. De leden van de ChristenUnie-fractie begrijpen deze gedachte, maar vinden het vanuit de bescherming voor het milieu een ongewenste ontwikkeling. Genoemde leden zijn van mening dat er heffingen moeten komen op vliegbewegingen vanuit het principe de vervuiler betaald.
Het kabinet ziet geen reden om andere burgerluchthavens als luchthavens van nationale betekenis aan te merken en daarmee onder het gezag van het Rijk te brengen dan wel te houden (memorie van toelichting paragraaf 2.2). De leden van de ChristenUnie-fractie zien hier graag een verdere onderbouwing voor. Welke criteria worden hiervoor gehanteerd? Genoemde leden zien deze vraag graag beantwoord mede in het licht van de plannen om in de toekomst luchthaven Lelystad aan te wijzen als luchthaven die de groei van Schiphol deels moet opvangen.
In paragraaf 2.3.4 van de memorie van toelichting worden helikopterlandingsplaatsen genoemd als voorbeeld van luchthavens waar het gebruik voor luchthavenluchtverkeer geen ruimtelijke consequenties heeft buiten het luchthavengebied. Is dit terecht gezien de geluidsoverlast die helikopters veroorzaken? In het wetsvoorstel en de memorie van toelichting wordt vrijwel alleen over militaire helikopterlandingsplaatsen gesproken. Er is in het wetsvoorstel geen regelgeving opgenomen voor grootschalig burger helikopterverkeer. Is het kabinet bereid het wetsvoorstel alsnog op dit punt aan te passen nu er plannen zijn voor de bouw van helihavens bij grote steden ten behoeve van lijndiensten voor zakenreizigers? Is het kabinet van mening dat deze ontwikkeling wenselijk is?
In paragraaf 3.2.1 wordt gesteld dat alle luchthavens behalve Schiphol op dit moment ’s nachts zijn gesloten. De nachtperiode is daarbij gedefinieerd als zeven aaneengesloten uren tussen 23.00 en 7.00 uur (artikel 25, vierde lid, Luchtvaartwet). In artikel III onderdeel C van voorliggende wetswijziging vervalt artikel 25 echter. Betekent dit dat er met deze wetswijziging de luchthavens alleen gesloten kunnen worden middels het luchthavenbesluit? Is de minister bereid alsnog een algehele nachtelijke sluiting van alle regionale luchthavens op te nemen in de Wet luchtvaart?
In het Besluit burgerluchthavens zal worden omschreven in welke gevallen voor woningen en andere kwetsbare gebouwen door het bevoegde gezag een verklaring van geen bezwaar kan worden afgegeven. Voor kantoren kan het bevoegde gezag zelf echter de criteria ontwikkelen (paragraaf 4.2.3 memorie van toelichting). Waarom wordt dit onderscheid gemaakt?
Het luchthavenbesluit en de luchthavenregeling worden met dit wetsvoorstel op de zogeheten negatieve lijst van de Awb geplaatst (paragraaf 5.5 memorie van toelichting). Hierdoor is het niet mogelijk beroep op grond van de Awb in te stellen. De Raad van State heeft hier blijkens haar advies ernstige bezwaren tegen. In de repliek van het kabinet wordt niet op alle door de Raad genoemde bezwaren ingegaan. De leden van de ChristenUnie-fractie zouden graag nog een reactie zien ten aanzien van de vergelijking met de Tracéwet (artikel 15, derde lid) en de opmerking van de Raad dat beroepsprocedures gezien de aard van de materie, beter aan de bestuursrechter dan aan de civiele rechter kunnen worden voorgelegd.
De taak van de commissie regionaal overleg burgerluchthavens is minder strak omschreven dan die van de huidige commissies artikel 28 (paragraaf 6.3 van de memorie van toelichting). De leden van de ChristenUnie-fractie zien dit graag gemotiveerd.
Archief > 2006 > juli
- 31-07-2006 31-07-2006 12:52 - Inbreng bij de wijziging van de Wet luchtvaart
- 28-07-2006 28-07-2006 15:24 - 'Groene' palmolie en 'zwart' hout
- 27-07-2006 27-07-2006 17:05 - Vragen over de belangen van kinderen in asielprocedures
- 26-07-2006 26-07-2006 12:08 - Vragen n.a.v. rapport 'Defence for children'
- 25-07-2006 25-07-2006 14:55 - ChristenUnie wil betere zorg voor asielkinderen
- 24-07-2006 24-07-2006 16:36 - Reactie ChristenUnie op brief van minister Bot over situatie in het Midden Oosten
- 24-07-2006 24-07-2006 16:26 - ChristenUnie: Israel heeft het recht zich te verdedigen
- 11-07-2006 11-07-2006 14:54 - Inbreng bij realisering doelstellingen nota werken aan winst
- 07-07-2006 07-07-2006 19:00 - Bijdrage debat regeringsverklaring Balkenende III
- 07-07-2006 07-07-2006 18:40 - Steun voor Balkenende III moet verdiend worden
- 07-07-2006 07-07-2006 13:54 - Uitkomst debat nog onzeker
- 06-07-2006 06-07-2006 16:39 - ‘Niet zeuren, maar mouwen opstropen'
- 05-07-2006 05-07-2006 19:05 - ChristenUnie: Geen gedoogsteun, wel constructieve opstelling
- 05-07-2006 05-07-2006 19:00 - Tineke Huizinga in debat bij MTV Cool Politics
- 03-07-2006 03-07-2006 16:09 - Inbreng bij wijziging wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid
- 03-07-2006 03-07-2006 10:43 - ChristenUnie staat open voor katholieken
- 03-07-2006 03-07-2006 10:39 - Rouvoet pleit voor terughoudend kabinet
- 01-07-2006 01-07-2006 12:42 - Tussenkabinet geen gewoon kabinet
Reacties op 'Inbreng bij de wijziging van de Wet luchtvaart'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.