Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn AO Arbeidsmarktbeleid

donderdag 08 oktober 2009 14:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. De werkloosheid loopt verder op, hoewel de jeugdwerkloosheid toch ietsje blijkt mee te vallen vergeleken met de verwachtingen. Toch valt het nog steeds op dat er sprake is van moeilijk opvulbare vacatures. Ik ben in ieder geval blij met de sectorale arrangementen die zijn afgesproken. Daarmee wordt in ieder geval een effectief traject aangeboden. Er zijn altijd trajecten die beter landelijk opgepakt kunnen worden uit een oogpunt van efficiency en effectiviteit. Is de staatssecretaris het met mij eens dat er ook mogelijkheden gecreëerd moeten worden voor meer landelijke samenwerking? Vooral voor kwetsbare groepen zoals de Wajong'ers kan dit een uitkomst bieden. Evenals collega Blok baart het ook mij zorgen dat het UWV er niet in slaagt om deze groep aan een baan te helpen. Wat zijn volgens de bewindspersonen de knelpunten en hoe kunnen zij zo snel mogelijk worden opgelost? Moet het UWV niet proactief bedrijven benaderen, en dan niet telefonisch, maar door fysiek aanwezig te zijn op de werkplek om na te gaan wat de knelpunten en mogelijke kansen zijn? Moet het UWV meedenken met werkgevers? Ik vraag mij ook af hoe het nu zit met de bemiddeling via de mobiliteitscentra. Is hier sprake van een succesverhaal of loopt dat nu ook achter bij de successen bij de start van de mobiliteitscentra?

Van VNO-NCW en MKB-Nederland begreep ik dat er problemen zijn bij de groep 16- en 17-jarigen die een BBL volgen. Deze leerlingen hebben recht op het minimumjeugdloon, maar er is daarvoor geen gemeentelijk budget beschikbaar. Hierdoor is het moeilijk om centrale afspraken te maken. Wat zien de bewindspersonen als mogelijke oplossing en wat vinden zij van het voorstel van VNO-NCW/MKB-Nederland om ESF (Europees Sociaal Fonds)-gelden voor een deel hiervoor aan te wenden? Ik krijg trouwens ook klachten binnen van bedrijven dat door de complexiteit van de regelgeving het ESF niet prikkelt om daarvan gebruik te maken. Ik roep de minister daarom op om te onderzoeken of het niet simpeler kan en de Kamer daarover te informeren. Graag een reactie hierop.

Het aantal NUG'ers (niet-uitkeringsgerechtigden) dat geholpen wordt, blijft achter bij de afspraken. Per 1 november 2008 is een tweedelige stimulans geïntroduceerd. Dat vindt mijn fractie prima, maar gaat het daar nu ook om? Kunnen gemeenten überhaupt deze groep bereiken? Wat gaat de staatssecretaris eraan doen om gemeenten aan te sporen om via onorthodoxe maatregelen deze groep te bereiken? Dit is wel de groep die eventueel kan worden ingezet voor de moeilijk vervulbare vacatures.

Ik heb veel korte puntjes, want het waren veel rapporten en ik heb overal wel wat uitgeplukt. Ik heb nog een opmerking over de armoedebestrijding. In de nulmeting van het bestuurlijk akkoord valt op dat 20% van de huishoudens die mogelijk recht hebben op de langdurigheidstoeslag, deze niet krijgt. Wat is daarvan de reden?

De voedselbanken zijn een fenomeen dat wij geen van allen leuk vinden, maar zij zijn er en zij bieden hulp. Ik vind het wel een beetje vreemd dat gemeenten cliënten aan de ene kant doorverwijzen naar voedselbanken, terwijl ik aan de andere kant in de nulmeting lees dat gemeenten ad-hocafspraken maken met de voedselbanken, waarbij er niets staat over een eventuele financiële ondersteuning. Is het bekend hoeveel gemeenten de voedselbanken überhaupt financieel ondersteunen? Wil de staatssecretaris bevorderen dat er meer afspraken in convenanten worden neergelegd, met de benodigde financiële ondersteuning?

Over de leenbijstand het volgende. Ik weet dat gemeenten autonoom zijn, ook in het verstrekken van bijzondere bijstand, maar ik heb begrepen dat gemeenten er nu vaak voor kiezen om leenbijstand te verstrekken in plaats van gewoon bijzondere bijstand, zelfs als iemand amper rond kan komen. Hoe is dit te rijmen met de ambities van de staatssecretaris inzake de schuldhulpverlening? Collega Karabulut heeft eerder gevraagd hoe het zit met de gemeenten onderling. De staatssecretaris heeft toen aangegeven dat zij dit zal onderzoeken. Ik wil graag weten hoe het daarmee staat.

Het bevorderen van ondernemerschap is cruciaal voor participatie. Toch hoor ik van burgers dat zij daarvoor tevergeefs aankloppen bij de gemeente. Vaak heeft dat te maken met een bepaald voortraject dat zij nog moeten doorlopen voordat zij zo ver zijn om inderdaad het ondernemerschap op te pakken. Mogelijk dat de kosten dan te hoog worden. Daarom wil ik graag een overzicht van het aantal mensen dat een aanvraag indient bij de gemeente en wordt afgewezen. Ik wil ook graag weten wat de redenen daarvan zijn.

Over de WWB ben ik het eens met de heer Blok. Ik juich de 40% uitstroom toe. 84% stroomt duurzaam uit en dat vinden wij heel erg goed. Wat ik echter ook lees in het onderzoek is dat het om de meest kansrijken gaat. Is het mogelijk -- ik heb dit al in een vorig debat gevraagd -- om een bepaalde positieve prikkel in te bouwen voor de gemeenten, zodat zij ook aan de slag kunnen met de minst kansrijken? Het mag niet zo zijn dat wij in deze tijd van crisis met kansrijken aan de slag gaan, terwijl zij zelf wel aan een baan kunnen komen en de minst kansrijken juist ondersteuning nodig hebben. Graag een reactie daarop.

Ik kom op de evaluatie van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid, die ongeveer vijf jaar in werking is. Toch zegt nog drie kwart van de werkzoekenden in de leeftijdscategorie 55-plus last te hebben gehad van leeftijdsdiscriminatie. Ik vraag mij af of dit echt te maken heeft met een negatieve beeldvorming. Dit is al jaren aan de gang. De regering heeft stimulerende maatregelen genomen zoals een premiekorting. De ontzie-maatregelen worden in de verschillende cao's afgebouwd. Toch blijft er sprake van leeftijdsdiscriminatie. Welke effecten voorziet de minister met de ouderencampagne "ikkan"? Welk rendement moet deze investering opleveren? Ik geloof namelijk niet dat dit type massacommunicatie rendement oplevert.

Nog iets over werving en selectie. Het project Vacatures voor alle leeftijden van het Expertisecentrum LEEFtijd zal herhaald worden voor de groep intermediars en arbeidsbemiddelaars. Ik vraag mij af hoe het mogelijk is dat deze groep nog niet weet dat deze wet bestaat en dat er geen discriminerende teksten aangebracht mogen worden in vacatures. Waarom verwerpt de minister überhaupt het advies van de Commissie Gelijke Behandeling om juridisch advies te vragen over de reikwijdte van artikel 696c van het Burgerlijk Wetboek in relatie tot de aansprakelijkheid van tussenpersonen op grond van de Wet gelijke behandeling?

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2009 > oktober