Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie) meent dat het demissionaire kabinet alles op alles moet zetten om uitvoering te geven aan de motie-Varela, zeker gezien het feit dat deze motie door een nieuw gekozen Kamer is aangenomen. Zij ziet mogelijkheden om objectieve criteria te formuleren en daarmee het probleem van de subjectieve criteria weg te nemen.
Mevrouw Huizinga vindt het besluit van de minister om de uitvoering van de motie naar het nieuwe kabinet door te schuiven erg defensief. De minister had zijn best moeten doen om de uitvoering nog door dit kabinet te laten geschieden. Het gaat hier immers om mensen die in onzekerheid verkeren en die door alle aandacht in de media voor deze motie opnieuw hoop hebben gekregen. Het vinden van een oplossing moet dan niet op de lange baan geschoven worden.
De motie-Van Vroonhoven-Kok is een ondersteuning van het huidige kabinetsbeleid. Er liggen inmiddels bijna 1000 brieven voor van schrijnende gevallen. De minister heeft die mensen geantwoord dat hij binnen drie maanden zijn standpunt bekend zal maken. Betekent dit dat die mensen erop mogen rekenen dat zij binnen drie maanden te horen krijgen of hun verzoek om in aanmerking te komen voor clementie is toegewezen of afgewezen? Zij dringt erop aan, voor de mensen die mogelijk onder de motie-Van Vroonhoven-Kok of onder de motie-Varela vallen, af te spreken dat zij niet worden uitgezet totdat er duidelijkheid is over het besluit van het kabinet.