Column Centraal Weekblad

zaterdag 21 januari 2006 15:49

De weken tot aan de gemeenteraadsverkiezingen in maart zijn drukke weken. Kiesverenigingen en raadsleden bezinnen zich op aandachttrekkende acties en overtuigende artikelen in de plaatselijke bladen. Ook voor landelijke politici is het een drukke tijd want gemeenteraadsverkiezingen gelden als graadmeter voor de landelijke verkiezingen. Van premier Balkenende die de aftrap van de verkiezingen in Rotterdam geeft tot oppositieleider Bos die juist rond deze weken zijn boekje laat verschijnen, elke partij werpt zonder schroom landelijke kopstukken in de strijd om de plaatselijke kiezer.
 
Bij die personele inzet blijft het niet. In Den Haag wordt al enkele maanden fijntjes vooruitgewezen naar maart. Over de meevaller van enkele miljarden die minister Zalm onlangs aan het volk kon melden, wordt gemompeld dat de timing wel verrassend goed uitkomt: éven voor het moment dat de kiezers zich weer uit moeten spreken. De toon van het kabinet en van de coalitiepartijen over de noodzaak van stevig ingrijpen en hervormen van de verzorgingsstaat is de laatste tijd een stuk milder. Het zuur is nu geweest en met de eindspurt van deze regering in het vooruitzicht komt het zoet voorzichtigjes om de hoek kijken. De kiezer moet weer gemasseerd en gerustgesteld worden.
 
Op zich is deze gang van zaken niet verwonderlijk, de politiek werkt nu eenmaal zo. Toch wordt ik er wel eens moe van. Wat zou het een verademing zijn wanneer politieke partijen gewoon politiek op inhoud zouden bedrijven. Een coalitiepartij die ook aan de vooravond van verkiezingen een maatregel durft aan te kondigen die het leven duurder maakt maar wel noodzakelijk is. Een oppositiepartij die eerlijk toegeeft dat gouden bergen ook in het programma van deze partij niet voorkomen. Voor zo’n opstelling is echt lef nodig, meer lef dan nodig voor het aankondigen van een overvloed aan maatregelen tegen allochtonen die zich misdragen omdat dat nu eenmaal goed scoort bij de doelgroep of voor een asielbeleid dat de nadruk legt op het terugsturen van mensen. Dat klinkt flink maar is niets anders dan het naar de mond praten van de grootste gemene deler. Er is ook lef voor nodig omdat voor zo’n opstelling vertrouwen in de kiezers nodig is. Vertrouwen dat kiezers verantwoordelijke mensen zijn die de werkelijkheid onder ogen kunnen zien en geen zoethoudertjes nodig hebben.
Op de televisie hoor ik in deze dagen nogal eens verontrustende cijfers die aangeven dat het vertrouwen van de burgers in de politiek tot een historisch dieptepunt gedaald is. Ik vraag mij wel eens af of dat gebrek aan vertrouwen in de politiek niet de keerzijde is van het gebrek aan vertrouwen van de politiek in de burger. In Den Haag bestaat het beeld van de kiezer die alleen op eigen voordeel uit is en vooral via de portemonnee te bereiken is. Wordt het niet eens tijd dat Den Haag het beeld van de burger bijstelt en gaat vertrouwen in een verantwoordelijke volwassen kiezer die in staat is het eigen belang voor een groter doel opzij te zetten? Een burger die de werkelijkheid onder ogen kan zien en reële keuzes kan maken?
 
Zo’n benadering zou de politiek een stuk geloofwaardiger maken. Politici worden dan weer betrouwbare volksvertegenwoordigers in plaats van de evenwichtskunstenaars die ze nu vaak lijken, balancerend op het slappe koord van achterkamertjes, compromissen en loze verkiezingsbeloftes.
Vertrouwen in de burger zou ons ook de laatste soap bespaard hebben, de onverkwikkelijke gang van zaken rond de missie naar Afghanistan. Met de wens van D66 om zich te profileren en de angst van VVD en CDA voor landelijke verkiezingen op een ongelegen moment waren de voorwaarden aanwezig voor een ongekende show van onvermogen. Een kabinet dat geen besluit durft nemen en zich verliest in woordspelletjes, alles om een breuk te voorkomen. Tussen Kerst en Oud en Nieuw was het politieke spel belangrijker dan de inhoudelijke afweging of een Nederlandse missie naar Afghanistan verantwoord is of niet. En dat alles omdat bij de politiek het vertrouwen in de zelfstandige verantwoordelijke burger ontbreekt. Een burger die begrijpt dat de wereld niet zwart-wit is en dat er soms moeilijke beslissingen genomen moeten worden.
Laat de gemeenteraadsverkiezingen maar komen, ik heb vertrouwen in een mondige burger die niet met handigheidjes gunstig gestemd moet worden. Wat mij betreft: what you see is what you get!
Labels
Opinie
Tineke Huizinga

« Terug

Reacties op 'Column Centraal Weekblad'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > januari