Algemeen Overleg Westerschelde

donderdag 26 januari 2006 12:49

Vragen en opmerkingen uit de commissies:

De heer Slob benadrukt dat ontpoldering een gevoelige snaar raakt bij de Zeeuwse boeren. Zij hebben immers honderden jaren tegen het water gevochten om dit land te behouden. Aan deze gevoelens behoort recht gedaan te worden en daarom mag in principe alleen tot ontpoldering worden overgegaan als dat voor de veiligheid noodzakelijk is. De Kamer deelt overigens in meerderheid deze visie, zie de aangenomen motie-Van den Berg (25 187, nr. 15).

In het algemeen overleg van 20 december 2005 kon staatssecretaris Schultz geen overtuigende argumenten geven voor ontpoldering van de Hertogin Hedwige- en de Prosperpolder. Deze argumenten worden ook niet in de brief 17 januari 2006 gegeven. Dergelijke argumenten zijn dan op dit moment overigens sowieso moeilijk te geven, omdat de evaluatie van de gevolgen voor de natuur van de tweede verdieping van de Westerschelde nog niet afgerond is. Waarom worden de uitkomsten van deze evaluatie niet afgewacht? Er bestaan immers grote twijfels over de bijdrage van ontpoldering aan natuurherstel?

De minister schrijft in de brief van 17 januari dat Nederland op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) door de Commissie verplicht is om 600 hectare estuariene natuur te realiseren. Dat is verbazingwekkend, omdat er in de discussie tot nu toe van werd uitgegaan dat ontpoldering noodzakelijk was als natuurcompensatie. Is het verder wel waar dat Nederland op grond van de VHR hiertoe verplicht kan worden.

Gesteld wordt dat boeren niet verplicht zullen worden om grond af te staan voor de ontpoldering. De heer Slob wijst erop dat hieraan in de praktijk onmogelijk vastgehouden kan worden. Hoe beoordeelt de minister dit? De Staten van Zeeland steunen verder de ontpoldering, niet omdat de bevolking hiervan voorstander zou zijn maar omdat het besluit hiertoe toch al gevallen is en men niet buiten spel wil komen te staan. Al met al zijn er grote vraagtekens te plaatsen bij de onderbouwing van het besluit om tot ontpoldering over te gaan.

De Hertogin Hedwigepolder heeft belangrijke cultuurhistorische waarde. Het is dan ook belangrijk dat dit landschap niet wordt opgeofferd aan de ontpoldering. Bovendien is het een relatief hooggelegen polder, hetgeen ontpoldering bemoeilijkt. Is de minister het met hem eens dat deze polder zeker niet het meest aangewezen gebied is voor deze vorm van natuurherstel? Ten slotte verzoekt de heer Slob de minister het convenant Rijk-provincie Zeeland niet te ondertekenen.
Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Algemeen Overleg Westerschelde'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > januari