Bijdrage Cynthia Ortega inbreng Grondwet opneming van een bepaling over de Nederlandse taal

woensdag 24 november 2010 10:00

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige wetsvoorstel. Zij onderschrijven het uitgangspunt van het wetsvoorstel.

 

De bepaling dat de overheid zorg draagt voor de bevordering van het gebruik van het Nederlands is een aanvulling op de bepaling van artikel 23a lid 1. De leden van de fractie ChristenUnie vragen wat precies de strekking is van de overheidsverplichting om het gebruik van de Nederlandse taal te bevorderen en welke overheidshandelingen vloeien hier uit voort? Wat betekent dit voor bijvoorbeeld de overheidscommunicatie en het gebruik van het Nederlands in publieke ruimten of collectieve sectoren, vragen genoemde leden? In hoeverre heeft dit voorstel een impuls tot gevolg voor wat betreft bijvoorbeeld de doelstellingen van de NTU, zo vragen genoemde leden?

Voorts vragen genoemde leden wat de bevordering van Nederlandse woorden in plaats van vreemde woorden betekent voor bijvoorbeeld het hoger onderwijs, en voor de bewegwijzering in publieke ruimten als bijvoorbeeld Schiphol.

 

Het invoeren van het recht om in het contact met de overheid de Nederlandse taal te gebruiken is nieuw in de Grondwet. Vloeit deze bepaling al niet impliciet voort uit de bepaling in het eerste lid en hoe acht de regering dit passen bij het sobere karakter van de grondwet, zo vragen de leden van de fractie ChristenUnie.

 

Met ingang van de datum van 10 oktober 2010 maken een drietal Caribische eilanden, Bonaire, Sint Eustatius en Saba, deel uit van Nederland. De grondwet, van toepassing op landsniveau, zal ook van toepassing zijn op deze eilanden. Naast het Nederlands worden op deze eilanden de talen Engels en Papiaments gebruikt.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of in navolging van de bepaling van het Fries, artikel 23a lid 4, het wenselijk is om een dergelijke bepaling op te nemen over deze talen die binnen Nederland gebruikt worden?

 

Naast de bepaling dat het Nederlands de officiële taal is in Nederland worden in artikel 23a lid 2 en 3 daar aanvullende rechten voor burgers over voorgesteld. De leden van de fractie ChristenUnie vragen waarom gekozen is om voor het Nederlands deze rechten wel in de grondwet te formuleren maar niet te kiezen om deze rechten met betrekking tot het Fries vast te leggen, maar daar te kiezen voor een bepaling dat nadere regels bij wet worden gesteld.

 

Voorts vragen de genoemde leden welke regels de regering voornemens is bij wet te stellen aan het gebruik van het Fries.

 

De leden van de fractie ChristenUnie vragen in het vervolg daarop of bij introductie van de talen Papiaments en Engels middels een aan het Fries analoge bepaling, ook nadere regels bij wet zouden moeten worden gesteld.

 

Voorts vragen de genoemde leden welke regels de regering bij zou kunnen stellen aan het gebruik van de talen Papiaments en Engels.

 

 

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2010 > november