Bijdrage Arie Slob begroting Infrastructuur en Milieu

dinsdag 30 november 2010 11:00

De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Een nieuw ministerie Infrastructuur en Milieu. Dat is mooi. Twee enthousiaste en capabele bewindspersonen. Dat is ook mooi, maar wel een regeerakkoord waarin de milieudoelstellingen worden verlaagd en waarin fors wordt bezuinigd op het openbaar vervoer. De kilometerheffing wordt geschrapt zonder dat daar financiële compensatie tegenover staat. Uit de beleidsbrief blijkt ook een eenzijdige focus op primair de Randstad en het grensplaatsje Venlo, zoals de heer Monasch zo aardig formuleerde, alsof de krimpregio's en het oosten en noorden van het land geen infrastructuuraandacht van de rijksoverheid nodig hebben. Ik was wat dat betreft blij met de bijdrage van de heer De Rouwe, want hij gaf aan dat hij daar met ons graag wat aan wil veranderen.

            De minister gaf vorige week aan het woord "reiziger" met een hoofdletter te willen schrijven. Ik ben dat met haar eens, maar ik ga er wel van uit dat dit voor alle reizigers in geheel Nederland geldt. Hoe verhoudt zich dat met de toch wel forse bezuinigingen op de BDU? De reizigers die op het platteland wonen, gaan dat daadwerkelijk merken, maar ook de reizende toerist die in Amsterdam met de tram naar bijvoorbeeld het Leidseplein wil. Ik ben toch wat geschrokken van het enorme bedrag dat op termijn op het regionaal openbaar vervoer wordt bezuinigd, namelijk 320 mln. per jaar. Ik verzoek de minister om de gevolgen van deze bezuiniging in kaart te brengen voordat wij die daadwerkelijk doorvoeren. Ik vind vooral de bezuiniging voor 2011 niet gepast, maar ook onverantwoord. De dienstregelingen voor volgend jaar liggen allemaal al klaar. Het lijkt mij dat wij moeten doorspreken over de gevolgen van deze bezuiniging en nut en noodzaak ervan. Een amendement daartoe is door een aantal collega's meeondertekend.

            Dan de fileaanpak. De heer Aptroot gaf aan dat files zo'n beetje bovenaan het lijstje staan van grote problemen, ook vanwege de ergernissen waarmee mensen te maken hebben. Het helemaal oplossen van de files is misschien iets te veel gevraagd, maar wij moeten wel proberen om die files in Nederland substantieel te verminderen. Het regeerakkoord lezend en kijkend naar de financiële onderbouwing ervan zie ik nog niet echt een begin van een oplossing. Ik verzoek de minister om duidelijk te maken hoe zij in de komende jaren wel voortgang op dit punt denkt te boeken. Ik ben ook benieuwd hoe groot de filedruk is in 2020, ook gelet op de voorgenomen kabinetsmaatregelen zoals wij die op dit moment kennen, ook gelet op het beleid dat het vorige kabinet voorstond, inclusief de kilometerbeprijzing. Vervolgens kunnen wij een eerlijke vergelijking maken en bezien wat het meest rendabel is.

            Als wij nog een woord met een hoofdletter zouden moeten schrijven, dan is dat het woord "rentmeesterschap". Ik was in positieve zin verrast -- niet helemaal overigens, want ik ken hem al wat langer -- dat staatssecretaris Atsma tijdens ons kennismakingsbezoek aangaf dat hij dit ook als een uitgangspunt voor zijn duurzaamheidbeleid ziet. Daarin heeft hij gelijk, want wij dragen een grote verantwoordelijkheid voor het duurzaam beheer van Gods schepping. Wij zijn beheerders en geen verteerders van die schepping. Dat legt wel een grote verantwoordelijkheid op onze schouders. Daarom moeten wij het minimale niet als uitgangspunt nemen. Ik vraag de staatssecretaris ons duidelijk te maken hoe dit zich verhoudt, uitgaand van het woord "rentmeesterschap" waar wij vol voor willen gaan, met het naar beneden bijstellen van de milieudoelstellingen zoals wij die kennen. Een aantal collega's heeft erop gewezen dat het nog maar de vraag is of de Europese doelstellingen, die al minimaal zijn, wel kunnen worden gerealiseerd. Ik hoor de staatssecretaris daar graag over. Ik heb mij verbaasd over de brief met de drie hoofddoelstellingen van het ministerie voor de komende periode, want duurzaamheid staat daar niet bij. Wat mij betreft hoort duurzaamheid daarbij. Kan de staatssecretaris ons daarover informeren? Het staat er nu af en toe in een bijzinnetje, maar wat ons betreft moet duurzaamheid een aparte prioriteit zijn. Ik nodig de staatssecretaris uit om voor de komende periode een rentmeesterschapagenda te ontwikkelen en daarbij eventueel samen te werken met zijn collega's. De fiscale vergroening kan er ook deel van uitmaken, evenals een snelle aanpak van de elektrische auto's en de verduurzaming in het bedrijfsleven. In die agenda kan heel veel worden gestopt om de komende periode echte slagen te maken met dit belangrijke onderdeel van de portefeuille van de staatssecretaris.

 

De heer Jansen (SP): Ik hoor de opmerkingen van de heer Slob over het rentmeesterschap met genoegen aan. Ik heb zijn collega De Rouwe een concrete vraag gesteld over de situatie rond de wegen. Er wordt extra geld gestoken in asfalt en er mag harder worden gereden, maar er is minder geld voor inpassing. Dat wil zeggen minder bescherming van omwonenden. De omwonenden moeten daarover ook hun mond houden, want de wetgeving op dat punt wordt aangescherpt. Hoe kijkt de heer Slob in het kader van goed rentmeesterschap aan tegen die ontwikkeling?

 

De heer Slob (ChristenUnie): Ik vind dat een ongewenste ontwikkeling. Ik zal er straks ook nog iets over zeggen. Ik heb nog niet zo heel lang geleden bij Ridderkerk -- in een flat van 20 hoog -- gezien hoe daar in een aantal jaren de vervuiling en de geluidsoverlast toegenomen waren. De bewoners kunnen bij wijze van spreken dagelijks de raamkozijnen schoonmaken omdat er roetaanslag op zit. Er wordt op sommige plekken al heel lang gewacht op goede inpassingen, ook qua geluidsschermen. Ik heb daarvoor ook aandacht gevraagd in de Kamer. Als ik het goed lees, wil het kabinet daar eigenlijk niets aan doen. Dit zal alleen maar erger worden als men ook nog met hogere snelheid langs een plaats als Ridderkerk rijdt. Ik vind dat niet echt getuigen van goed rentmeesterschap. Het is goed dat wij hierover discussiëren.

            Ik had dit misschien bij het kennismakingsgesprek aan de orde moeten stellen, maar wat moet ik nu afleiden uit het gegeven dat staatssecretaris Atsma niet op het voormalige ministerie van VROM is gaan zitten? Daar kun je heel veel achter zoeken. Misschien doe ik dat, maar ik wil er toch iets over horen, ook omdat een aantal beleidsonderdelen bij het ministerie is verdwenen. De verantwoordelijk beleidspersoon voor het milieu niet op het ministerie heeft gevestigd en dat maakt toch een wat ontzielde en verweesde indruk. Dit kan toch niet een zeer bewuste keuze zijn geweest.

            Mijn fractie maakt zich grote zorgen over de financiering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de komende jaren. Daarvoor heb ik ook al aandacht gevraagd bij het begrotingsonderzoek. Op 13 december komen wij erop terug, maar hoe gaan wij dit grote probleem voor de komende jaren tackelen? Ik zeg heel bewust "we", want ik voel mij er ook voor verantwoordelijk om hierin actief en constructief mee te zoeken. In de richting van de collega's merk ik op dat het goed zou zijn als wij het Hoogwaterbeschermingsprogramma als een groot project gaan kenmerken, zodat wij de voortgang de komende jaren van zeer dichtbij en alert kunnen volgen.

            Na 2020 komt er wel geld. Dan volgt de vulling van het Deltafonds met minstens 1 mld. voor de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening. Ik ga ervan uit dat er dan ook voldoende geld wordt gereserveerd voor beheer en onderhoud van de natte infrastructuur en de waterkwaliteit. Graag een toezegging van de staatssecretaris dat dit tot de ambities behoort.

            Afgelopen donderdag hebben wij geconstateerd -- de minister heeft daarover in tweede termijn ook nog aanvullende gegevens verstrekt -- dat de financiële mogelijkheden voor komende jaren er niet heel goed uitzien. Er komt wel meer geld door het verlengen van de MIRT-periode, maar de minister geeft terecht aan dat dit niet allemaal moet worden belegd. Het is nu al niet leuk wat er in de vorige perioden is gebeurd. Dat betekent wel dat er meer knelpunten zullen komen en dat wij die met minder budget moeten oplossen. Dat wordt een heel lastige. Het is dan op zichzelf niet onredelijk ook na te denken over private financiering, maar dat moet geen slag in de lucht zijn. Het zal moeten blijken of dat echt haalbaar is. Laten wij het op dit moment niet veel groter maken dan het is. Als het volledig privaat moet zijn, zeker in deze tijd -- zelfs de pensioenfondsen worden genoemd -- dan denk ik niet dat men staat te trappelen om te investeren in dit soort voorzieningen, maar wij zullen het zien. Er is creativiteit nodig. Wij zullen innovatief moeten denken. Dat betekent dat wij moeten investeren in knooppunten voor reizigers en goederen. We moeten bijvoorbeeld het Infrafronds ontschotten. We moeten stimuleren dat er railterminals worden gebouwd voor goederenoverslag. We moeten ook toewerken naar één rijksinfrabeheerder. Daarover hebben wij vorige week een debat gevoerd. Ik heb toen een nota beloofd. Ik heb die nu bij me. Ik zal de minister en de collega's een exemplaar laten overhandigen. Daarin doen wij aanbevelingen voor de korte termijn, 2011-2015, en voor de langere termijn. Wij denken dat we echt toe moeten werken naar één rijksinfrabeheerder. We moeten ook doorpakken met de spoorbeveiliging. We moeten investeren in spoorbeveiliging ERTMS, wat jaren is uitgesteld. Als wij dat goed doen, kan dat leiden tot een betere benutting van het spoor en tot minder kosten voor de infrastructuur. Ik heb daarover een amendement ingediend, samen met een aantal collega's. We zullen ook moeten gaan voor meer ruimtelijke kwaliteit. Dat raakt het punt dat de heer Jansen in mijn richting noemde. In het regeerakkoord wordt er voor de inpassing van wegen eigenlijk geen extra cent uitgegeven. We moeten ervoor oppassen dat goedkoop geen duurkoop wordt. We zullen ook moeten investeren in de binnenvaart. Ik heb een amendement ingediend om een aantal noodzakelijke aanbevelingen in het rapport van de binnenvaartambassadeur komend begrotingsjaar al op te pakken. We zullen ook moeten investeren in de krimpregio's en in het noorden en oosten van het land, want dat zijn ook regio's met economische potentie. Hoezo, niet kansrijk, zeg ik tegen de minister. Kortom, er zijn nog terreinen genoeg waar wij vol voor kunnen gaan de komende periode, ook als er wat minder geld is. Laten wij de kansen benutten.

 

De voorzitter: Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat de notitie Op weg naar één Rijksinfrabeheerder ter inzage wordt gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer.

**

 

(Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.)

 

De heer Haverkamp (CDA): De heer Slob kondigde voorafgaand aan het debat van vorige week aan dat Prorail wat hem betreft onderdeel moet uitmaken van Rijkswaterstaat. In het debat, en debatten voeren wij niet voor niets, verzocht de minister de Kamer om haar nog even de kans te geven en geen structuurdiscussie aan te gaan, omdat zij met een soort verbeterplan zou komen. Ik ben wat verrast door het feit dat de heer Slob dan toch deze notitie presenteert. Waarom wacht hij het antwoord van de minister niet af?

 

De heer Slob (ChristenUnie): De heer Haverkamp kan niet verrast zijn, want ik heb aangegeven dat ik met iets zou komen. Dat heb ik beloofd, dus dan doe ik dat. Ik verzoek de heer Haverkamp verder om mijn notitie goed te lezen. Afgelopen week heb ik de stand van zaken erin verwerkt. Wij refereren in de notitie ook aan de toezegging van de minister dat zij met betrokkenen gaat spreken, ook met Prorail. De minister komt voor 1 februari met een reactie naar de Kamer. Zij heeft ook aangegeven dat zij institutionele veranderingen niet uitsluit. Ik verwijs de heer Haverkamp met name naar hoofdstuk vijf van mijn notitie. Daarin staat een aantal aanbevelingen dat de komende jaren kan worden doorgevoerd, zonder dat Prorail wordt opgeheven. Dat is bij wijze van spreken een soort sluitstuk waar wij naar toe zouden kunnen werken. Dat is wat ons betreft ook de scope. Dat wil niet zeggen dat wij niet bereid zijn om af te wachten waar de minister mee komt. Ik hoop zelf dat de Kamer een hoorzitting zal organiseren om met betrokkenen over een en ander te spreken.

 

De heer Haverkamp (CDA): Wij hebben een gemeenschappelijk doel, maar onze manier om daar te komen, is een andere. Ik was wel verrast, want de heer Slob had vooraf aangekondigd dat hij met een notitie zou komen, maar dat heeft hij tijdens het bewuste debat niet gedaan. Daarom dacht ik dat de heer Slob die nu ook zou opzouten, omdat wij een harde toezegging van de minister hebben. Ik zal de notitie lezen, maar ik neem aan dat de heer Slob het met mij eens is dat het verstandiger is om nu alle energie te steken in het goed doorkomen van de winter, tot aan februari, en op dit moment nog geen concrete invulling te geven aan een uitwerking van de notitie.

 

De heer Slob (ChristenUnie): We hebben een enorme inventarisatie gemaakt, ook op basis van alle gesprekken die wij hebben gevoerd. We hebben veel stukken bestudeerd. De notitie is dus niet op een achternamiddag geschreven. Er zijn problemen, maar we hebben ook geconstateerd dat er bij Prorail goede dingen gebeuren. Laat dat ook duidelijk zijn.

 

De heer Monasch (PvdA): Ik moet vannacht nog andere stukken doornemen, dus ik kan niet garanderen dat ik ook nog toekom aan de notitie van de heer Slob. Kan hij in twee, drie steekwoorden aangeven wat het verbeterplan inhoudt voor de komende vier jaar? Vorige week hebben wij al aangegeven dat een structuurverandering wat ons betreft een vlucht naar achteren is en dat de reiziger daar deze en de komende winters echt niet beter van wordt. Op welke punten moet volgens de heer Slob de komende paar jaar worden ingezet? Dat vergemakkelijkt de discussie in tweede termijn.

 

De heer Slob (ChristenUnie): Als de heer Monasch de pagina's 24 en 25 wel zou willen lezen, dan weet hij al veel meer, want daar staan heel concrete zaken in. Het zijn maar twee pagina's van de in totaal 27, dus dat moet toch wel lukken.

 

De heer Aptroot (VVD): Ik heb heel veel waardering voor de notitie van de heer Slob. Ik heb er slechts even in kunnen kijken, maar er is geen sprake van, wat je ook wel eens ziet, alleen maar knip- en plakwerk. Ik herken onder meer het plaatje van de Rekenkamer. Er zijn een heleboel zaken op een rij gezet. Ook worden mogelijke oplossingen aangegeven. Wij nemen de bijdrage van de ChristenUnie wat dit betreft dus zeer serieus. Wij gaan het debat aan met de regering. Wij delen de zorg over het spoor en over Prorail. Heeft de heer Slob al een definitieve conclusie getrokken, of is een andere vorm van het spooraanlegbeheer dan het onderbrengen bij Rijkswaterstaat ook nog een mogelijkheid voor de heer Slob, als dat het beste zou zijn?

 

De heer Slob (ChristenUnie): Deze notitie is ook een uitwerking van ons verkiezingsprogramma waarin wij de wens van een geïntegreerd infrabeheer al hadden verwoord. Dat heb ik vorige week tijdens het debat niet gezegd, maar het staat ook in ons verkiezingprogramma. Het is wel doordacht. Dit is een verdere uitwerking daarvan. Uiteraard staan wij altijd open voor een gedachtewisseling met de Kamer hierover. Wij denken dat onze oplossing een goede is. Wij hebben voor de kortere termijn een aantal aanbevelingen gedaan dat in de bestaande organisatie kan worden doorgevoerd. Laten wij dan ook maar met dit laaghangende fruit beginnen. Of wij ons einddoel echt zullen bereiken, zal nog moeten blijken. Op een punt moet ik u teleurstellen. Wij hebben niets over de top van Prorail in onze notitie gezet. Dat vond ik eerlijk gezegd iets over de top. Voor de rest staat er veel in waarover wij een goed debat kunnen voeren.

 

De heer Aptroot (VVD): Ik begrijp dat praktisch gezien het voorstel om Prorail op te heffen of om de top van Prorail naar huis te sturen, zoals de VVD vraagt, op hetzelfde neerkomt. Wij gaan de discussie aan en ik begrijp dat u dat open wil doen. Dat waardeer ik zeer.

 

De heer Slob (ChristenUnie): Dank u. Laten wij dit op een goede manier oppakken.

            Ik heb nog een aantal vragen aan de minister. Ik wil graag meer duidelijkheid over hoe het nu verder gaat met de internetkluis ter ondersteuning van verkeersslachtoffers. De ambtsvoorganger van deze minister, aangezet door de Kamer, heeft vorige jaar gezegd dat hij dit zou gaan oplossen, maar daar hebben wij niets meer van gehoord. Over het parkeren bij het station en de fietsparken zien wij graag het toegezegde actieplan tegemoet, vooral omdat na 2010 het geld op is

            Dan nog iets over duurzaam hout. Wij hebben de commissie gevraagd, en dat is uiteindelijk gehonoreerd, om de staatsecretaris… Ik krijg morgen graag bevestigd van de staatssecretaris dat die boodschap is overgekomen. Ik zou ook graag zien dat alle treinen rolstoeltoegankelijk worden gemaakt, want dat wordt echt tijd. Ik hoop morgen ook wat dat betreft op een duidelijke reactie van de verantwoordelijke bewindspersoon.

 

Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Archief > 2010 > november