Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Alcoholbeleid

donderdag 09 oktober 2014 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Alcoholbeleid

Kamerstuk:    27 565

Datum:           9 oktober 2014

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed dat we hier weer eens een debat over voeren, want dat is een hele tijd geleden en het probleem is niet in rook opgegaan. Sterker nog, het is in de breedte alleen maar groter geworden.

Laten we met het goede nieuws beginnen. Bij 12- en 13-jarigen zien we een daling van het alcoholgebruik. Zolang de kinderen nog onder het gezag of het toezicht van de ouders staan, blijkt het goed te gaan. Dat is winst, want daaraan is veel voorlichting voorafgegaan. Op het moment dat ze op 15-, 16-, 17-jarige leeftijd gaan stappen, zien we echter dat het alcoholgebruik zelfs stijgt. Daar hebben we dus nog hele slagen te maken. Gelukkig hebben we al heel wat maatregelen getroffen om overmatig alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. We hebben de leeftijdsgrens verhoogd, wat een belangrijke stap was. Er is beleid gemaakt, zoals een gedragscode rondom hokken en keten. De handhaving van de alcoholleeftijd is gedecentraliseerd. Zo kunnen we nog een aantal maatregelen noemen.

Tegelijkertijd constateer ik dat er nog steeds grote problemen zijn. We hebben via de staatssecretaris een evaluatie gekregen van de Stichting Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP). Daarin zien we dat het decentrale beleid nog maar amper echt van start is gegaan. Er zijn 61 bestuurlijke boetes opgelegd. De "three strikes out"-benadering, een initiatief van de Partij van de Arbeid dat in de wet is terechtgekomen, is nog nooit toegepast. 55% van de 266 gemeenten die de enquête hadden ingevuld, heeft nog geen handhavingsplan opgesteld. Er is dus nog een hele hoop werk aan de winkel. Daarom geef ik de staatssecretaris de volgende suggesties mee.

Ten eerste vraag ik hem om de handhaving aan te pakken. De Autoriteit Consument & Markt (ACM), de mededingingsautoriteit die toezicht moet houden op de bedrijven die alcohol verkopen, is op dit moment bezig met een onderzoek. Zijn daaruit al veroordelingen voortgekomen? Ik krijg signalen -- ik heb ook de Argos-uitzending gehoord -- dat dit het geval is en dat er een aanklacht is tegen het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Er zou sprake zijn van een boycot van het enige sluitende systeem dat we kennen bij de handhaving, namelijk Ageviewer. Kan de staatssecretaris daar iets over zeggen? Als er zo'n boycot is, wil de staatssecretaris dan met het CBL aan tafel gaan zitten om de boycot te breken, mogelijk samen met de ACM? Als er een sluitend handhavingssysteem is, kunnen de supermarkten niet de andere kant op kijken omdat ze bang zijn omzet te verliezen.

Ten tweede vraag ik de staatssecretaris of hij bereid is om te bekijken, misschien met het bedrijfsleven, of we een breder palet van sluitende handhavingssystemen kunnen ontwikkelen of kunnen stimuleren dat die worden ontwikkeld. We hebben er nu maar een, Ageviewer. Het zou goed zijn als er meer systemen werden ontwikkeld. Is de staatssecretaris bereid om daarvoor geld vrij te maken, mogelijk samen met de minister van Economische Zaken? Op dit moment komen we niet verder dan 50% bij de supermarkten. Ik zeg dit ook als aankondiging van een voorstel dat ik in de maak heb om één regeltje toe te voegen aan de Drank- en Horecawet, namelijk om de handhaving te organiseren via een sluitend systeem. De staatssecretaris zou daarvoor keurmerken kunnen uitgeven. Ik krijg hierop graag een reactie.

De heer Rutte (VVD): Begrijp ik de heer Voordewind goed dat hij ondernemers wil verplichten om met behulp van techniek de naleving van de alcoholleeftijd af te dwingen? Oftewel: jaagt hij ze op kosten omwille van het naleven van de alcoholleeftijd, terwijl hiervoor gewoon regels zijn en de ondernemers via boetes ertoe kunnen worden gedwongen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ze moeten dat doen, maar doen het niet. Dat blijkt uit allerlei controles, ook door mysteryguests, zowel bij de horeca als bij de supermarkten. Het is nog steeds zo lek als een mandje, met slechts 50% van de supermarkten. Bij mysteryguests lopen we tegen het probleem aan dat de inzet daarvan wettelijk mogelijk niet kan; daar kom ik nog op. Ze doen het dus gewoon niet. Op een gegeven moment moet je iets doen. Er is een sluitend systeem, Ageviewer. Ik wil me echter niet blindstaren op één systeem. Ik hoop dat de markt verschillende systemen zal ontwikkelen. Het is inmiddels aangetoond dat we tot een percentage van 95% kunnen komen. Ik hoop dus dat ook de VVD vindt dat de wet moet worden gehandhaafd en dat we geen bakken met belastinggeld kwijt mogen zijn om voor elke supermarkt een bijzonder opsporingsambtenaar te betalen om te bekijken of de horeca en de supermarkten hun zaakjes wel op orde hebben. Daaraan moeten we het belastinggeld niet uitgeven.

De heer Rutte (VVD): Ik weet niet of de heer Voordewind weleens in supermarkten of cafés komt, maar als ik momenteel in supermarkten kom, zie ik jongeren met het ID-bewijs in de hand bij de kassa staan. Als de heer Voordewind dat twee jaar geleden ook zag, leefde hij in een vreemd land, want dat gebeurde niet. Wij zijn dus een enorme stap vooruitgegaan. Het kan ongetwijfeld nog beter, maar het is naast de waarheid om hier te vertellen dat het nog steeds niet deugt en dat er niets gebeurt in de horeca en de supermarkten. In het verplichten van deze branches om dure techniek te implementeren, gaat de VVD absoluut niet mee.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik kan de heer Rutte geruststellen. Sinds het rookverbod kom ik weer in cafés, want dat was voor mij een belemmering. Dat kan tegenwoordig weer. Ik hoop dat de heer Rutte niet alleen af en toe in een supermarkt komt, maar ook de onderzoeken over de huidige handhavingspercentages leest. Ik doe dit dossier al acht jaar en ik weet dat het CBL al twintig jaar bezig is om te bekijken of die percentages omhoog kunnen, maar nooit verder is gekomen dan 50%. Ik geloof dat het elk jaar met 1% stijgt en dat de ambitie zelfs is om niet verder te stijgen dan 60%. Dat geeft heel veel aan. Die discussie hebben we hier tig keer gevoerd, dus ik ben er nu wel een beetje klaar mee, om het onvriendelijk te zeggen. Ik hoop dat we met elkaar niet alleen de leeftijd hebben verhoogd, maar ook de handhaving op orde willen krijgen, want anders blijft het symboolwetgeving. De handhaving moet dus sluitend zijn, net zoals dat met brandveiligheidssystemen het geval is. Ook daar zetten we niet bij elk bedrijf een politieagent neer om te bekijken of er niet ergens een keer een vlammetje is. Daar hebben we ook gewoon keurmerken voor. Dat zouden we hier ook kunnen doen.

Mevrouw Bergkamp (D66): Ik sluit me aan bij de woorden van de VVD-fractie. Als wetgever heb je een rol om het "wat" te bepalen, maar het "hoe" moet je naar mijn mening echt overlaten aan de sector. Ik was wel blij met de inleiding van het verhaal van de ChristenUnie-fractie, want dat was heel positief. We zijn net bezig met de handhaving van een nieuwe wet. Waarom wachten we het resultaat niet even af? Ik vind dit wat teleurstellend. We hebben dit net gerealiseerd met elkaar en vervolgens komt er alweer een nieuwe dreiging van een wet. Waarom niet eerst dit laten uitkristalliseren alvorens weer een nieuwe wet aan te kondigen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik had een beetje gehoopt dat na het congres van D66 van anderhalf jaar geleden, ook de D66-fractie …

Mevrouw Bergkamp (D66): Dat was niet mijn vraag, voorzitter. Het is heel leuk dat we een reflectie krijgen op het congres van D66 …

De voorzitter: De heer Voordewind geeft antwoord op de vraag die is gesteld.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik wilde zeggen dat ik hoopte dat ook de fractie van D66 de gezondheidsschade onder jongeren nu eens serieus zou nemen. Het onderwerp van de handhaving speelt al twintig jaar. Het gaat dan om de leeftijd van 16 jaar. We hebben daar nooit een hoge score gehad. Het begon met 38% en we zitten inmiddels op 50%. Het zou alleen maar uitstelbeleid zijn om het de komende tien jaar voor personen onder de 18 op zijn beloop te laten en dan pas te kijken of de handhaving op dat vlak op orde kan komen. Het gaat om sluitende systemen. Het kost bijna niets om het op die manier te organiseren. Dan kunnen we echt doorpakken om de gezondheidswinst voor jongeren te bewerkstelligen.

Mevrouw Bergkamp (D66): Natuurlijk voelt D66 zich verantwoordelijk voor gezondheidsschade bij jeugdigen. We denken alleen verschillend over de oplossing. Er is net een wet aangenomen rondom dit vraagstuk en nu komt er heel snel weer een soort dreiging van een nieuw wetsvoorstel. Waarom geven we de sector niet de kans? Ik vind het ten opzichte van de sector ook niet netjes om halverwege te zeggen dat we alweer met een wet komen. Mijn vraag aan de ChristenUnie-fractie was eigenlijk de volgende. Waarom niet een beetje meer tijd nemen om de sector zelf met een goede handhaving te laten komen, in plaats van weer te dreigen met een wet?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb een beetje moeite met het vertrouwen dat D66 heeft in de alcoholsector. Als we daarvan afhankelijk waren geweest, zouden we de leeftijd niet hebben verhoogd en zou de reclame-inperking er niet zijn gekomen. We zouden heel veel maatregelen maar hebben uitgesteld. Ik hoop toch dat ook D66 inziet dat er nog steeds te veel en te vaak wordt gedronken door jongeren, jongeren die hun opleidingen moeten afmaken om de arbeidsmarkt op te gaan. Het antwoord op de vraag van mevrouw Bergkamp is dat het niet over de leeftijdsverhoging gaat, maar over het handhavingssysteem. Het maakt niet uit of je dat met 16 jaar doet of met 18 jaar; je hebt gewoon een sluitend systeem nodig. Als we dit nu weer vijf of zes jaar uitstellen, kan ik mevrouw Bergkamp op een briefje geven dat we niet verder komen dan die 50% of 55%.

Voorzitter. De alcoholreclame op de televisie hebben we beperkt tot na 21.00 uur. Naar aanleiding van de evaluatie van STAP vraag ik de staatssecretaris om deze grens te verleggen naar 23.00 uur, om de alcoholbranche niet de mogelijkheid te geven jongeren te verleiden om meer en meer te drinken. Ik krijg daarop graag een reactie.

Kan de staatssecretaris alles doen om het preventie- en handhavingsplan bij alle gemeenten rond te krijgen? Hoe wil hij dit afdwingen bij de gemeenten? Is hij bereid om naar wetgeving ten aanzien van mysteryshoppers te kijken? Bij de supermarkten kunnen we een sluitend systeem organiseren, maar voor de horeca ligt dat ingewikkelder. Is hij bereid om de wetgeving aan te passen zodat mysteryshoppers kunnen worden toegelaten? Utrecht en Eindhoven willen daar graag mee verder.

Voorzitter. Ik dank collega Rutte voor de extra tijd.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Joël Voordewind
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Archief > 2014 > oktober