Bijdrage debat begroting Justitie

woensdag 17 januari 2007 10:34

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik spreek deze bijdrage uit namens de woordvoerder Justitie van de ChristenUnie, de heer Rouvoet. Hij is op dit moment met andere zaken bezig.

In de begroting Justitie wordt de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties het kernelement genoemd bij het vergroten van de maatschappelijke veiligheid. Hierbij worden termen gebruikt als de "onschadelijkmaking" van delinquenten gedurende de vrijheidsbeneming. Uit de zorgwekkende incidenten waarbij een aantal tbs'ers zich aan tenuitvoerlegging wist te onttrekken, soms met afschuwelijke gevolgen, blijkt het grote belang van deze onschadelijkmaking. De parlementaire onderzoekscommissie tbs heeft inmiddels voorstellen gedaan ter verbetering van het tbs-systeem. Dit hoeft daarom tijdens de begrotingsbehandeling niet opnieuw te worden besproken, maar de zorgen rondom de tenuitvoerlegging verdienen wel een plaats in dit debat en moeten daarom worden genoemd.

Enigszins verwant hieraan is de recente ophef rondom de identiteit van personen die een straf uitzitten. Dit is niet alleen zorgwekkend, maar ook blamerend. De fractie van de ChristenUnie rekent ook hierbij op een snelle uitvoering van de toegezegde interventies. Overigens zijn wij benieuwd of de minister vindt dat het uitzitten of het uitvoeren van andermans straf, al dan niet met de belofte om een tegenprestatie te leveren, aangepakt moet worden. Met het alleen opbergen van misdadigers, en zelfs met het opbergen van de juiste misdadigers, zijn wij als samenleving nog niet klaar. De zorg voor gedetineerden moet gericht zijn op mogelijkheden van herstel van aangerichte schade en het bieden van kansen op terugkeer in de samenleving. Dit kan onder meer bereikt worden door detentie en reclassering beter met elkaar te vervlechten en in een eerder stadium aandacht te schenken aan bijvoorbeeld de schuldenlast van de gedetineerde. Ik kom hierop nog terug.

In het kader van de terugkeer van gedetineerden in de samenleving vraag ik er aandacht voor dat de fractie van de ChristenUnie onlangs, tijdens een werkbezoek aan de Stichting Exodus, heeft gehoord dat sommige gedetineerden na afloop van hun detentie op straat komen te staan zonder dat ze in het bezit zijn van een geldig legitimatiebewijs. Ik hoef de minister niet van het belang en de waarde van zo'n bewijs bij het opbouwen van een bestaan te overtuigen. Mijn fractie vindt dan ook dat dergelijke documenten zo nodig eigenlijk al tijdens de detentie zouden moeten worden aangevraagd. Natuurlijk gaat het hierbij in de eerste plaats om een verantwoordelijkheid van de gedetineerde zelf, maar de overheid zou wel een faciliterende rol kunnen spelen. Op dit moment komen deze lasten ook in financiële zin namelijk terecht bij organisaties als de Stichting Exodus. Is de minister bereid om op dit punt stappen te ondernemen?
In het kader van de notie "betrouwbare overheid" wil mijn fractie aandacht voor het vertrouwen in diensten en instanties als politie, OM en rechtspraak. Dit vertrouwen is van wezenlijk belang voor het functioneren van de rechtsstaat.

Vertrouwen moet worden verdiend. Dit vraagt telkens weer om een adequate reactie als er iets misgaat in het glazen huis van de rechtspleging. Voorbeelden hiervan zijn de mogelijke onregelmatigheden rondom geurproeven, een recent bericht over een doe-het-zelfbekentenis en de telkens terugkerende vragen rondom enkele geruchtmakende strafzaken.

Met waardering constateert mijn fractie dat er hard gewerkt wordt aan herstel van het vertrouwen. Naar aanleiding van de Schiedammer Parkmoord verscheen het rapport van de commissie-Posthumus. Dit rapport is voor politie en OM vertaald in het programma "Versterking van opsporing en vervolging". De kernthema's uit dit programma moeten niet alleen in werkprocessen worden opgenomen, ze moeten ook steeds meer deel uitmaken van de werkhouding van alle betrokken professionals. Het is goed dat hiervoor in deze begroting investeringen worden aangekondigd. Vertrouwen in de rechtspleging ontstaat en gedijt echter niet in een sfeer waarbij verdachtmakingen en publicitaire scoringsdrift de boventoon voeren. Er mag van de rechterlijke macht verwacht worden dat hij openbaar verantwoording aflegt en beslissingen helder motiveert. Van burgers, overheden en volksvertegenwoordigers mag niet alleen een kritische houding, maar ook een constructieve houding worden verwacht. Dit vraagt soms om terughoudendheid bij reacties op zaken die nog onder de rechter zijn. Respect voor rechtsstatelijke verhoudingen is wezenlijk, ook als die verhoudingen wel eens knellen.

Een aantal concrete punten. Er is in Rotterdam een pilot geweest met het door de ChristenUnie voorgestelde Doe normaal! bevel en zo'n twintig jongeren hebben een Effe kappecontract getekend. Mijn fractie kijkt uit naar de evaluatie hiervan. Bij de verkiezingscampagne heeft de ChristenUnie een contract gesloten met de burgemeesters van Hoogeveen en Veenendaal om het Doe normaal! project ook in die gemeenten van de grond te krijgen; ik dring er bij de minister op aan om dit spoedig mogelijk na de evaluatie van de Rotterdamse pilot in gang te zetten.
Onlangs presenteerden de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken een conceptwetsvoorstel voor gedragsaanwijzing bij overlast. Hierbij werd alleen gesteld dat zij hiermee moties van de leden Weekers en Van Schijndel uitvoeren. Doe normaal! wordt ook wel genoemd, maar de samenhang tussen beide blijft vaag. Wij zouden deze samenhang graag duidelijker aangeduid zien, evenals de samenhang met het vergelijkbare wetsvoorstel ten aanzien van jeugdigen. En verder dring ik erop aan, bij deze wetsvoorstellen gebruik te maken van ervaringen uit de pilot met Doe normaal!

Bij de vorige begrotingsbehandeling heeft mijn fractie de notitie Voorkomen is beter dan weer voorkomen ingediend. Deze bevat voorstellen om strafrechtelijke recidive na detentie tegen te gaan. Dit sluit onder meer aan bij wat ik zojuist opmerkte over vervlechting van detentie en reclassering en de aanpak van schulden. Om herhaling te voorkomen roep ik deze notitie nu alleen in herinnering. Minister Donner heeft positief gereageerd op ons voorstel om justitiële schulden letterlijk te laten wegwerken door het laten verrichten van arbeid in detentie.
Hij wilde dit betrekken bij de aanpassing van het stelsel van vervangende straffen. Graag hoor ik van de minister de stand van zaken dit punt.

Aanpassing van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie is aangekondigd. Informatie is aan de Kamer toegezegd in september 2006. Wat is de stand van zaken daaromtrent? Vanuit mijn achterban hoor ik verschillende vragen op dit punt, bijvoorbeeld over het leeftijdsverschil tussen een eerste en tweede adoptiekind. De ChristenUnie hecht sterk aan een goed geregelde adoptie. Ik verzoek de minister om hiermee voortvarend om te gaan. Ik hoor dus graag de stand van zaken.

Wat kinderporno betreft heeft mijn fractie bij herhaling aandacht gevraagd voor het zogenaamde grijze gebied op internet, voor mediaweerbaarheid van kinderen en voor begeleiding door ouders. Bij vorige begrotingsbehandelingen heeft de Kamer unaniem de motie van de fracties van SGP en ChristenUnie aanvaard om uitbouw en toepassing van technische mogelijkheden tot blokkeren, filteren of afsluiting van kinderporno te bevorderen. Hoe is de stand van zaken op dat punt? Enige tijd geleden heeft mijn fractie een werkbezoek gebracht aan het Meldpunt Kinderporno. Dit meldpunt wordt gesubsidieerd door het ministerie van Justitie, maar alleen voor het doen van meldingen en niet voor preventie en voorlichting. Om adequaat meldingen aan de politie te kunnen doorgeven, doen de medewerkers van het meldpunt zelf ook onderzoek naar aanleiding van tips die zij binnenkrijgen. Strikt genomen plegen zij daarmee strafbare feiten doordat zij bijvoorbeeld kinderporno voor handen hebben bij een onderzoek. Het verbaast mijn fractie buitengewoon om te moeten horen dat het ministerie tot nu toe niet heeft meegewerkt aan een vrijstelling of een convenant om de medewerkers van het meldpunt op dit punt bescherming te bieden. Wij willen op dit punt graag een reactie van de minister.

Ongeveer zeventien jaar geleden was de minister van Justitie betrokken bij een ingrijpende herziening van het militair straf- en tuchtrecht. Daarbij was onder andere het sanctiestelsel aan de orde. Naar aanleiding van recente onverkwikkelijke voorvallen, bijvoorbeeld in Noorwegen, waarbij Nederlandse militairen betrokken waren, lieten militairen in de media weten dat met name het tuchtrechtrechtelijk sanctiepakket ontoereikend is. Herkent de minister dit probleem? Wij zien graag dat de minister zich hierop nader oriënteert en waar nodig opnieuw met herzieningsvoorstellen komt.

Bron: ongecorrigeerd stenogram
Labels
Bijdragen
Tineke Huizinga

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat begroting Justitie'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > januari