Bijdrage debat over het belastingplan 2008

woensdag 21 november 2007 10:06

De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Het is mij opgevallen dat dit belastingplan een positieve maatschappelijke ontwikkeling in gang heeft gezet. Het heeft mensen -- geheel in lijn met de doelstelling van dit kabinet -- samengebracht. Veel gelegenheidscoalities zijn geformeerd om op te trekken tegen de maatregelen van het Belastingplan 2008. Bedrijven uit de autobranche vonden elkaar op stopbos.nl, de woningcoöperaties werden ineens collega's en de artsen staan zij aan zij in hun strijd tegen de btw-verhoging. Ik heb dat met enige verwondering gade geslagen.

Dit bewijst maar eens dat maatregelen in een belastingplan direct gevoeld worden in de samenleving. Dat maakt dat het meer is dan alleen maar een financieel technisch pakket. Het belastingplan is ook een sturingsinstrument van de overheid. Slecht gedrag wordt zwaarder belast ten gunste van zaken die een financieel steuntje in de rug verdienen. Daar kan mijn fractie prima mee leven. De overheid heeft immers de mogelijkheid gekregen om een samenleving te sturen. Dat vereist dat wij niet lichtzinnig met die verantwoordelijkheid omgaan. Er moeten afgewogen keuzes worden gemaakt. Een ieder doet dat vanuit zijn of haar referentiekader.

Wij geloven dat mensen de opdracht hebben gekregen, de aarde te beheren en te bewerken. Niet primair vanuit het oogpunt om zoveel mogelijk winst te maken, maar om ieder tot zijn recht te laten komen. Mijn collega Wiegman stelde daarom al eens eerder dat de bekende drie P's te interpreteren zouden moeten zijn als "people, planet and prosperity".

Mijn fractie ziet veel van deze uitgangspunten terugkomen in dit belastingplan en daar zijn wij dankbaar voor. Er wordt een flinke vergoedingsslag gemaakt en de belasting op arbeid wordt lager, zaken waar mijn fractie zich al jaren voor inzet. Zoals ook al in het wetgevingsoverleg naar voren is gekomen, hebben wij echter nog wel een aantal wensen. Met name op het punt van de vergroening kan er volgens ons nog wel meer gebeuren dan al is voorgesteld, vooral als het gaat om de verdere differentiatie in de autobelasting.

Een jaar geleden werd de motie-Huizinga Heringa c.s. aangenomen om de bpm te differentiëren naar absolute zuinigheid. Pas nu lijkt er draagvlak te zijn voor die differentiatie, maar merkwaardig genoeg wordt juist deze motie maar gedeeltelijk uitgevoerd, terwijl zij toch breed gesteund werd, door zowel de branche als door milieuorganisaties.

Dat is wat ons betreft een gemiste kans. Ook dragen al die verschillende differentiaties die wij nu kennen niet bij aan de inzichtelijkheid van zowel de dealer als de klant, terwijl die inzichtelijkheid juist noodzakelijk is voor het maken van een afgewogen keuze bij de aanschaf van een auto. Ik heb er bij het wetgevingsoverleg ook al voor gepleit. Wij denken dat het nodig is om dit nu allemaal samen te vatten in een langetermijnperspectief op de autobelasting, waarbij voorstellen worden gedaan voor de verdere differentiatie van de bpm en de ib-bijtelling op basis van CO2-uitstoot. Wij maken er daardoor een geïntegreerde belasting van. Graag krijg ik hierop een reactie van de staatssecretaris.

Over de vliegbelasting is veel te doen geweest. Er werd zelfs gesproken van een vakantiebelasting. Wij willen niemand zijn fijne vakantie ontzeggen, maar wij vinden het niet te verklaren dat een van de meest vervuilende vormen van vervoer niet wordt belast. De vliegbelasting kan onze goedkeuring dan ook meer dan wegdragen. De ChristenUnie heeft gevraagd om vluchten met kleinere vliegtuigen ook te belasten in de vorm van een forfaitaire heffing. Nu wordt de weinig vliegende vakantieganger wel geconfronteerd met een belasting maar de veelvuldig vliegende zakenman met een privé-jet niet. Dat moet de staatssecretaris nog maar eens uitleggen. Wij zijn blij met zijn toezegging dat hij dit zal onderzoeken. Als hij toch nog eens een nota van wijziging maakt, mag dit er wat mij betreft in. Wij gaan ervan uit dat de resultaten in 2008 tijdig bekend zijn, zodat wij dit in 2009 kunnen regelen.

Een punt van het vergroeningspakket waarvoor de ChristenUnie al lang pleit, is de verpakkingsbelasting. Naar onze mening kan deze belasting een stimulans vormen voor innovatie en voor minder milieubelastende manieren van verpakken. Het is daarom opmerkelijk dat er geen aparte categorie is voor de biokunststoffen. Als wij echt op basis van milieudruk gaan belasten, moeten wij het ook goed doen. Ik heb daarom een amendement ingediend om voor biokunststoffen een aparte categorie te maken. Los daarvan vraag ik of de staatssecretaris in de evaluatie van de verpakkingsbelasting ook wil bekijken of de belasting op biokunststoffen nog verder omlaag kan, wanneer mocht blijken dat de milieudruk inderdaad lager is.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik begrijp dat de heer Cramer toch maar heel matig tevreden is over het autopakket. Hij verwijst ook naar de motie van zijn partijgenoot van vorig jaar. Wat betekent dat nu? Laat de ChristenUnie het Belastingplan zoals het is, of is de heer Cramer bijvoorbeeld gevoelig voor het amendement over een CO2-toeslag dat ik samen met collega Duyvendak heb ingediend en dat veel meer de motie-Huizinga-Heringa uitvoert dan het bescheiden voorstel van het kabinet?

De heer Cramer (ChristenUnie):
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat deze stappen nu zijn gezet. Wij zien echter een woud van regels ontstaan. Wij weten dat u een amendement hebt ingediend. Ik ben heel benieuwd naar de beoordeling daarvan door de staatssecretaris. Ik heb tijdens het wetgevingsoverleg al gezegd dat ik wel gevoelig ben voor dat amendement maar dat ik nu niet direct zeg dat ik het ook zal steunen. Wij hebben aangegeven dat wij het bijna nog belangrijker vinden dat er een eenduidige regeling komt die uitgaat van de absolute CO2-uitstoot. Wat mij betreft heeft dat voorrang boven een verdere verfijning van allerlei deelmaatregelen.

De heer Vendrik (GroenLinks):
De heer Cramer heeft net als ik vorige week maandag al het eerste antwoord van de staatssecretaris kunnen vernemen, die niet wild enthousiast was over mijn amendement op stuk nr. 16. Om hem een beetje in beweging te krijgen, zou het goed zijn als de heer Cramer zei dat hij mijn amendement wel sympathiek vindt. Dan gebeurt er nog eens iets in deze zaal!

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik heb al gezegd dat ik uw amendement sympathiek vind. Dat betekent nog niet dat ik steun. Ik hoop dat dit bijdraagt aan een positieve houding van de staatssecretaris. Dat zou betekenen dat hij ook goed naar de argumenten van de heer Vendrik heeft geluisterd.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Geldt dezelfde sympathie, neigend naar politieke steun, voor het andere amendement dat ik heb ingediend als het gaat om het woud van regels? Het gaat dan om de verschuiving van bpm naar mrb.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Nee, volgens mij ben ik hierover glashelder geweest. Mijns inziens is juist het opnemen in dit Belastingplan van dit amendement druk voor de regering. In die zin ben ik het wel eens met de zorgen over de invoering van de kilometerheffing. De ChristenUnie is er altijd klip en klaar over geweest dat wij graag de kilometerheffing willen invoeren. Ik zie juist het handhaven in het Belastingplan als druk op de minister van Verkeer en Waterstaat om haast te maken met de invoering.

In die zin ben ik er niet voor om het eruit te halen, want dat zou in de richting van het kabinet het verkeerde signaal kunnen zijn. Dat amendement steun ik dus niet.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik hoop dat de heer Eurlings onder de indruk is van de woorden van de heer Cramer, maar daar heb ik tot op heden nog niet veel van gemerkt. Het geldt ook voor de woorden van de heer Slob in de verschillende startdebatten met het kabinet over de kilometerheffing. Ook die maken nog niet veel indruk. Zonder dat wij precies weten wat er met de kilometerheffing gebeurt, is het nettoresultaat van de actie van het kabinet een verlies in milieutermen. Dat kan de fractie van de ChristenUnie toch niet voor haar rekening nemen?

De voorzitter:
En dit alles nog naar aanleiding van het andere amendement.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Met de fluisterstem van de heer Vendrik: wel als die echt wordt ingevoerd.
Wij hebben bij de algemene politieke beschouwingen aangegeven dat wij de algemene heffingskorting in samenhang zullen bezien met de AOW-maatregelen van het kabinet. De minister-president heeft tijdens de algemene politieke beschouwingen aangegeven in het voorjaar van 2008 met de AOW-maatregelen te komen. De staatssecretaris heeft dit nog eens herbevestigd. Wij zullen het debat daarover op dat moment zeker voeren.

Ik kom bij de discussie over de topinkomens. Wat mijn fractie betreft moeten er snel maatregelen komen om de excessieve beloningen tegen te gaan. Wij hebben daar al een aantal malen over gediscussieerd. Ik constateer dat op dat punt sprake is van een breed draagvlak in de Kamer. Mijn fractie kan zich vinden in de maatregelen van het kabinet, maar kan zich ook voorstellen dat wordt gekeken naar andere gerichte maatregelen. Wij zien het antwoord van de staatssecretaris op de vragen van de collega's met belangstelling tegemoet, ook omdat wij constateren dat er kritiek is van zowel de werkgevers- als de werknemersorganisaties op het plan van de aftopping van de pensioenpremies. De taakstelling moet zeker worden gerealiseerd. Dat staat wat ons betreft vast.

De heer Remkes (VVD):
Geldt dat al direct voor 2009? Moet ik uit de woorden van de heer Cramer afleiden dat wat zijn fractie betreft de voorstellen eruit mogen worden gehaald?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik zeg niet dat de voorstellen eruit mogen worden gehaald. Er is aan de staatssecretaris gevraagd of alternatieve maatregelen denkbaar zijn. Ik ben zeer benieuwd naar dat antwoord.

De heer Remkes (VVD):
Wat is er dan gebeurd sinds vorige week maandag? Toen hebben wij uitvoerig met elkaar gedebatteerd. Toen gaf de heer Cramer er nog blijk van een groot voorstander te zijn van de beide voorstellen.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik heb toen zelfs gezegd dat ik die als complementaire maatregelen ten opzichte van de maatregelen van het kabinet een welkome aanvulling vond.

De heer Remkes (VVD):
Op de terminologie "complementair" doel ik dus.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik constateer dat er momenteel op twee fronten discussie wordt gevoerd. Dat heeft te maken met de hypotheekrenteaftrek en de pensioenpremies.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Jullie mochten het niet hebben over de hypotheekrenteaftrek. Dat moet de heer Cramer echt terugnemen, want anders krijgt hij ruzie. Het ging over het eigenwoningforfait.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Er is al een discussie gevoerd over de hypotheekrenteaftrek.

De heer Remkes (VVD):
Ook gisteravond?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik begrijp de opwinding niet. Er is over gesproken de verlaging van de hypotheekrenteaftrek gefaseerd in te voeren. Daar doel ik op.

De heer Vendrik (GroenLinks):
De heer Cramer zei dat hij zich kon voorstellen dat er alternatieven op tafel komen. Het debat begint zo langzamerhand te lijken op balletje-balletje, want het is mij onduidelijk wie welk initiatief kan nemen in dit debat. Moet het kabinet met iets komen? Moet het CDA met iets komen? Die fractie hebben wij zojuist gehoord, maar zij kwam met niets. Toch kan de heer Cramer zich voorstellen dat er wordt gewerkt aan alternatieven, maar door wie dan? Met de PvdA zei de ChristenUnie tot op vandaag: geen uitruil, maar aanvulling, dus handen af van het eigenwoningforfait, de villasubsidie en het pensioen sparen voor de toppertjes. Ze gingen akkoord met het kabinetsvoorstel. Als er iets gericht zou worden gedaan voor de topinkomens, zou dat aanvullend zijn en niet in de plaats van. Is dat nu anders of niet? Staat de ChristenUnie nog steeds voor die benadering?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Wij hebben gezegd dat er een breed pakket van maatregelen moet worden samengesteld. Wij vinden dat dit kabinet belangrijke stappen heeft gezet bij het denken over maatregelen voor de hoge inkomens, dit vinden wij überhaupt al winst. Wij hebben in verschillende debatten aangegeven dat deze maatregelen wat ons betreft complementair zouden kunnen zijn. De staatssecretaris heeft gezegd dat de plannen van de regering nog steeds vaststaan; de minister had dit al eerder gedaan. De heer Kortenhorst heeft hierover een aantal vragen gesteld; ik wacht het antwoord daarop af. Tot dat moment geldt dat er geen nieuwe voorstellen zijn gedaan;. Ik zal ook geen motie of amendement indienen om aanvullende voorstellen te doen, dus daar praten wij nu ook niet over.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Het is echt puzzelen om te weten te komen wie er nu welk initiatief moet nemen.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat geldt voor ons ook wel eens…

De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik begrijp dat het best ingewikkeld is. De heer Kortenhorst heeft geen concreet voorstel ingediend om de excessieve beloningen van topmanagers aan te pakken, maar hij heeft wel twee voorwaarden aangegeven voor het verkrijgen van de steun van zijn fractie voor dit belastingplan. De pensioenpremiebusiness moet worden heroverwogen; daar zal een motie voor worden ingediend. En het kabinet moet bewegen in de discussie over het voorstel om het eigenwoningforfait te verhogen tot 2,35%. Is dit nu voor de ChristenUnie ineens wel bespreekbaar, terwijl zij er niets voor terugkrijgt in termen van gerichte, effectieve bestrijding van excessieve topbeloningen waarop zij het CDA altijd aangesproken heeft?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Aanvullende maatregelen zijn voor ons bespreekbaar; ik heb hier ook expliciet bij de heer Kortenhorst naar gevraagd. Hij heeft de regering gevraagd, in te gaan op een aantal opmerkingen van zijn fractie. De reactie daarop wacht ik af en ik heb aangegeven dat mijn fractie blij is dat de maatregelen voor het eigenwoningforfait - ik heb me inderdaad vergist, ik sprak van "hypotheekrenteaftrek", maar het gaat natuurlijk om het eigenwoningforfait; dank voor deze correctie - gehandhaafd worden. Wat ons betreft zijn er nu goede stappen gezet.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Dit wordt toch echt al te dol, ik vind het een zootje. De CDAfractie heeft geen aanvullende voorstellen gedaan, het is leeg in dat vak, zij weet niet wat zij wil. Er is geen voorstel aan de coalitie voorgelegd, dus hoe kan de heer Cramer nu zeggen dat er interessante voorstellen zijn gedaan? Wij zien ze niet, kom dan op met die voorstellen! Hoe kan de ChristenUnie het CDA de ruimte geven om de voorstellen op het punt van het pensioensparen en de eigenvillasubsidie af te zwakken? Ik begrijp er helemaal niets meer van.

Mevrouw Koşer Kaya (D66): Ik weet dat de ChristenUnie dolblij was met de voorstellen op het gebied van de pensioen en het eigenwoningforfait. Ik weet ook dat zij een voorstander van modernisering van het ontslagrecht is, in die zin dat zij vindt dat wij af moeten van een ontslagstelsel waarin het CWI en de rechter een plaats hebben: laat het CWI hieruit wegvallen. Nu komt er van beide helemaal niets terecht, dus wat is de winst voor de ChristenUnie? En mochten jullie überhaupt wel meedoen met de grote jongens?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik beperk me maar tot het belastingplan, want dat is aan de orde. Ik constateer dat het kabinet maatregelen heeft voorgesteld om het eigenwoningforfait aan te passen. De heer Kortenhorst heeft hierover vragen gesteld. In een interruptiedebatje heb ik aangegeven dat wij het goed vinden als hierbij aanvullende maatregelen genomen worden. Dit was ook bedoeld als signaal voor de staatssecretaris om hierover heel serieus te discussiëren en niet te volstaan met de nu voorgestelde maatregelen. Hierbij moet wel duidelijk zijn dat de opbrengst die in het belastingplan verwerkt is, wel degelijk gehaald wordt.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Ik weet dat de ChristenUnie een fatsoenlijke partij is; ik neem aan dat zij dit ook zal blijven, een partij die eerlijk zegt waar het op staat. De voorstellen van de heer Kortenhorst, van het CDA, zijn leeg, daar zit helemaal niets in. Wat is nu de winst voor de ChristenUnie na dit wheelen en dealen?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik kan hier geen antwoord op geven, want er is geen sprake geweest van wheelen en dealen.
Voorzitter. Wij zullen met belangstelling de uitkomsten van het rapport van de commissie-Frijns bekijken. Naar onze overtuiging is er wel een goed begin gemaakt.

In de discussie over de integrale vennootschapsbelastingplicht voor woningcorporaties hebben wij apart aandacht gevraagd voor de stadsherstellichamen. De invoering van de vennootschapsbelastingplicht mag niet het einde van de stadsherstellichamen betekenen. Wij roepen de staatssecretaris dan ook op om met de stadsherstellichamen in gesprek te gaan om te bezien hoe de financiële nadelen van de vpb-plicht gecompenseerd kunnen worden, zodat de belangrijke werkzaamheden behouden worden.

De afgelopen week presenteerde het kabinet de alcoholbrief, waarin weer eens naar voren kwam hoe schadelijk overmatig alcoholgebruik kan zijn. Ook van tabak is al lang bekend dat het uitermate schadelijk is voor de gezondheid. De verhoging van de drank- en tabaksaccijnzen juicht mijn fractie dan ook toe. Gezond gedrag kan zo bevorderd worden en accijnzen leveren een bijdrage aan de maatschappelijke kosten die roken en drinken veroorzaken. Voor ons mag het zelfs wel een onsje meer. Er is nu onderscheid tussen de accijnzen op shag en sigaretten. Die moeten meer in lijn met elkaar worden gebracht. Ook de accijnzen op wijn zouden omhoog kunnen gaan. Op deze punten zullen dan ook amendementen worden ingediend.

Over de kansspelbelasting is mijn fractie zeer kritisch. Tot mijn verrassing kwam de staatssecretaris ook gelijk met een nota van wijziging waarin het belastingtarief omlaag gaat naar 29%. Dat is zelfs lager dan het voorstel van Holland Casino zelf, dat uitkwam op 33%. Kennelijk valt Holland Casino bij dit percentage nog niet om. Wij snappen dat aanpassingen nodig waren vanwege kennelijke foute aannames, maar wij pleiten er toch voor om nog een extra stap te zetten. Wij denken dat ook een percentage van 35 kan worden gehanteerd, waarmee de staatssecretaris laat zien dat het de overheid menens is om ook naar deze branche goed te kijken.

Een tweede vraag betreft de internetcasino's. Uit de nota van wijziging blijkt dat een onderscheid wordt gemaakt tussen de casinospelen en de speelautomaten. Wij vragen ons af of ook de internetcasinospelen onder dat hogere tarief moeten worden gebracht, want die lijken nu onder het lagere tarief te vallen. Ik hoor daarover graag de mening van de staatssecretaris.

De heer Jules Kortenhorst (CDA):
Ik hoor de heer Cramer enige verwarring uitspreken over de verschillende tarieven. Ik begrijp dat ook wel, want er is het een en ander heen en weer gegaan. Ik denk dat zijn en mijn partij het standpunt delen dat uiteindelijk het belastingbeleid ondergeschikt is aan de langere termijn en wezenlijke maatregelen, zoals het ontmoedigen van gokverslaving, het beheersen van gokbeleid en het voorkomen van illegaliteit en criminaliteit. Ik kan mij ook voorstellen dat wij daar misschien een beetje de draad kwijtraken. Welke oplossingen zou hij hebben? Kunnen wij misschien denken aan een evaluatie of een nieuwe positiebepaling op termijn? Hoe denkt hij dat wij terugkomen naar de essentie van het kansspelbeleid?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik weet niet zeker of wij deze discussie bij het Belastingplan moeten voeren. De staatssecretaris heeft namens de regering aangegeven dat in het kader van een budgettaire maatregel het percentage wordt verhoogd. Daartegen is protest aangetekend. Dat protest -- de staatssecretaris heeft het ook verwoord -- is massief geweest en duidt erop dat er een foutieve aanname is geweest om naar het percentage van 40 te gaan. Ik heb de nota van wijziging van de staatssecretaris gelezen en ik moet zeggen, dat ik er nog niet van overtuigd ben dat 40% niet zou kunnen. Ik ben echter bereid om de staatssecretaris te volgen en te zeggen dat het niet juist is om het op dit percentage te houden. Het gaat er nu niet om of wij er ook een verbetering, verdere uitvoering of voorkomen van gokverslaving aan moeten koppelen. Vandaag staan de budgettaire maatregelen ter discussie. Daarover gaat de nota van wijziging van de staatssecretaris. Uiteraard is mijn partij bereid -- zij heeft dat ook gedaan bij de behandeling van de begroting van Justitie -- over een goed beleid te spreken, waarbij de inzet van de ChristenUnie altijd is geweest dat je niet streng genoeg kunt zijn in het beleid ter voorkoming van gokverslaving.

De voorzitter:
En wij beperken ons hier tot het Belastingplan.

De heer Jules Kortenhorst (CDA):
Dat is duidelijk. In tegenstelling tot uw fractie zijn wij tevreden met de nota van wijziging. Ik constateer wel dat wij nog steeds de samenhang tussen Belastingplan en gokbeleid moeten beoordelen. Ik vraag mij af of ik uit uw woorden mag concluderen dat er gelegenheid is om hier nog eens kritisch en integraal naar te kijken.

De voorzitter:
Dat is meer een constatering.

De heer Van Dijck (PVV):
Ik hoor de heer Cramer alleen maar spreken over gokbeleid en gokverslaving. Hij ziet alle gokkasten liever vandaag dan morgen uit Nederland verdwijnen; successievelijk is dat de conclusie uit zijn betoog.

Denkt hij ook aan ondernemingen en aan mensen die hun baan verliezen? Er komen geluiden uit de branche dat zelfs met die 29% veel speelautomatenondernemingen hun deuren moeten sluiten omdat ze niets meer overhouden. Denkt de heer Cramer ook aan hen, of vindt hij dat deze ondernemers maar een beroep hadden moeten kiezen meer in de lijn van de ChristenUnie?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik bied veel mensen aan om meer te denken in de lijn van de ChristenUnie. Dat zou onze partij helemaal niet vervelend vinden. Het gaat erom dat iets wat naar onze overtuiging slecht is, niet goed genoemd kan worden, ook al is er een beroep van gemaakt. Wij hebben die discussie bijvoorbeeld ook bij het prostitutiebeleid gevoerd. Wel realiseren wij ons dat goede wetgeving illegaliteit kan voorkomen. De ChristenUnie is altijd bereid goede maatregelen te nemen om iets uit de criminele sfeer te houden en ervoor te zorgen dat de overheid het kan reguleren. Maar dat betekent niet dat wij er gelukkig mee zijn.

De voorzitter:
Nu naar het belastingplan, graag.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Daar kom ik op, maar de heer Van Dijck wilde volgens mij mijn voorstel om het weer te verhogen aanvallen, althans ik neem aan dat dat achter zijn vraag zit. Die brug wilde ik slaan, voorzitter.

De heer Van Dijck (PVV):
Ik wil het verlagen, hij wil het verhogen.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat had ik dus goed opgemerkt. Onze fractie meent dat nu niet gelijk gesproken moet worden over het omvallen van de sector, want dat is niet aan de orde, ook niet als je die 40% zou laten staan. Wij begrijpen dat er een foutieve berekening is ingeslopen. Dat is dan sneu, maar wij denken dat 29% echt een te laag voorstel is. Ik stel voor dat de staatssecretaris dit naar 35% brengt.

De heer Van Dijck (PVV):
Ik heb allerlei rapporten van accountantskantoren, zoals van Ernst & Young en KPMG, waarin staat dat dit het einde betekent van de sector. De heer Cramer stelt dat dit onzin is. Van zijn fractie mag het wel een tandje hoger en als ze omvallen laat zij er geen traan om.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Als ze omvallen zou de ChristenUnie dat vanuit haar overtuiging niet erg vinden, omdat zij principieel van mening is dat omwille het winstbejag inspelen op de goklust van mensen, niet goed is. Maar als het gaat om de zorg voor de branche, ben ik wel degelijk bereid de staatssecretaris te volgen, die aangeeft dat hem dat zorgen baart en dat het echt te veel is.

De heer Remkes (VVD):
Wat vindt de heer Cramer er eigenlijk van dat hier een voorstel van het kabinet op tafel heeft kunnen komen dat gebaseerd is op verkeerde schattingen? Hoe strookt dat met zijn opvattingen over zorgvuldigheid? Wat vindt de heer Cramer er eigenlijk van dat deze Kamer een motie kan aannemen om deze maatregel met een halfjaar te vervroegen? Hoe strookt dat met zijn opvattingen over zorgvuldigheid ten opzichte van de sector, maar ook ten opzichte van mensen?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik denk dat het juist van zorgvuldigheid getuigt dat de staatssecretaris op dit punt de nota van wijziging heeft ingediend.

De heer Remkes (VVD):
Behoort het nadenken niet te beginnen voordat hier voorstellen op tafel komen?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ja. Maar als wij alles van tevoren weten, kijken wij de koe in de kont.

De heer Jules Kortenhorst (CDA):
De heer Remkes en ik hebben op dit punt al van gedachten gewisseld bij het wetgevingsoverleg. De heer Cramer geeft net als ik aan dat het jammer is dat er een fout is gemaakt. De heer Remkes weet net als ik dat waar gewerkt wordt, fouten worden gemaakt. Wij zijn blij dat de fout in dezen hersteld is. Ik vind het niet juist dat de heer Remkes nu zo kritisch naar de heer Cramer is over wat wij duidelijk met z'n allen gedeeld hebben. Het is een fout die wij met z'n allen in de beoordeling in dezen gemaakt hebben.

De voorzitter:
Ik ga deze discussie afkappen. De heer Cramer is nu bezig met zijn eerste termijn en de heer Remkes zal straks nog het woord voeren.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik wil nog even ingaan op de opmerking dat de fout hersteld wordt. Naar mijn overtuiging heeft de staatssecretaris zich heel snel neergelegd bij een aantal aannames in deze Kamer dat er een fout is gemaakt. Hij schrijft dat ook in de nota van wijziging. Sterker nog, hij gaf dat toe bij de aftrap van zijn beantwoording in het wetgevingsoverleg, gehoord de Kamer. Hij zag ook de massieve druk. Ik had daar graag op voorhand een iets uitvoeriger debat over willen voeren om te voorkomen dat hij de indruk kreeg dat ook de ChristenUnie dat zo'n briljant plan vond. Dat vonden wij niet.

Voorzitter. De afgelopen weken zijn wij overspoeld door e-mails en brieven over de voorgenomen btw-heffing bij artsen. Het is moeilijk aan te geven waar de grens getrokken moet worden. Eerlijk gezegd, vinden wij dat die discussie thuishoort bij VWS. Daarom pleit mijn fractie ervoor, de invoering van die btw-maatregel met één jaar uit te stellen ten aanzien van niet BIG-geregistreerde medische diensten, waar de discussie over bestaat. Wij zullen daar een amendement over indienen. In de toelichting daarop zullen wij aangeven dat in de discussie daarover, binnen VWS, moet worden bepaald waar die grens ligt en of de BIG-registratie uitgebreid moet worden.

Mevrouw Koşer Kaya (D66): Voorzitter. Wat is het verschil tussen het amendement dat door de coalitiepartijen wordt ingediend en het amendement van de heer Vendrik dat mede door mij is ondertekend?

De heer Cramer (ChristenUnie):
De heer Vendrik spreekt volgens mij alleen van het schrappen van lid b., waarmee de maatregel helemaal vervalt. Ik stel voor de discussie met elkaar te voeren en de invoering een jaar uit te stellen. Wij kunnen er nog over discussiëren of er koppelingen te maken zijn. Maar dat is het principiële verschil tussen beide amendementen.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Dat begrijp ik niet helemaal, want ik heb in mijn termijn bij de verwoording van de motivatie voor mijn amendement gezegd dat ik opensta voor een nader bericht van het kabinet over uitstel met een jaar. Dan zullen wij in het voorjaar in alle rust en precisie kunnen bekijken hoe het zit met die btw-plicht of de vrijstelling ervan. Verder heb ik begrepen dat iedereen, ook de coalitiefracties, er voorstander van was dat het gaat om het onderdeel b. en niet om de gehele vrijstelling. Dat is overigens wel de grootste bulk van het budgettaire beslag dat gemoeid is met de opbrengst van 47 mln. Ik dacht dat wij het over onderdeel b. hadden en niet over de andere onderdelen. Kan de heer Cramer daarop een toelichting geven?

De heer Cramer (ChristenUnie):
Volgens verschillen wij niet van mening. De heer Vendrik haalt lid b. er gewoon uit en ik stel voor om het een jaar uit te stellen. Volgens mij verschillen wij niet van inzicht over de noodzaak om de discussie met elkaar te voeren over de toekomst van de op medische zorg gerichte handelingen.

De heer Irrgang (SP):
Kunnen de coalitiepartijen een beetje haast maken met het indienen van amendementen? Dat maakt de discussie gemakkelijker. Dit amendement is nog niet eens ingediend, maar er wordt wel een vergelijking gemaakt met het amendement van de heer Vendrik dat wel is ingediend.

De voorzitter:
Dit beroep op de heer Cramer om het voor de lunchpauze in te dienen, lijkt mij heel nuttig.

De heer Cramer (ChristenUnie):
Er wordt keihard aan gewerkt om dat voor de lunchpauze klaar te hebben. Voorzitter. Naar aanleiding van onze vragen over de uitvoering van de motie-Slob dank ik de staatssecretaris hartelijk voor de nota van wijziging, waarin veel van onze bezwaren zijn weggenomen. Er blijft voor ons nog een prangende vraag over. Bevat lid 13 van de regeling nu een bewijsregel of is het bedoeld als beperking van het begrip overheidsingrijpen? Ik opteer voor het eerste, ook omdat bijvoorbeeld een EHS al langer dan drie jaar geleden is vastgesteld. Alle bedrijven die omwille daarvan verplaatsen, zouden dan niet meer onder het begrip overheidsingrijpen vallen. Graag een toezegging dat het in lid 13 echt om een bewijsregel gaat.

Tijdens het wetgevingsoverleg had mijn fractie een aantal vragen over de voorwaarden rondom de vrijstelling natuur. De staatssecretaris heeft een nota van wijziging gestuurd. Waarvoor dank. Voor de toepassing van de natuurgrondvrijstelling vindt de staatssecretaris het, blijkens de nota, nodig dat de grond op het moment van de levering reeds voldoet aan de begripsomschrijving van natuurgrond. Dus het kopen van cultuurgrond met het oogmerk, deze om te zetten, is niet voldoende. Tijdens het wetgevingsoverleg heeft de staatssecretaris echter aangegeven dat landbouwgrond die verkregen wordt om er een natuurterrein van te maken op de verkrijgingsdatum al als natuurterrein wordt gerekend. Ik verwijs naar pagina 42 van het stenogram.

Kan de staatssecretaris bevestigen dat dit ook slaat op de natuurgrondvrijstelling?
Het afgelopen jaar is er commotie geweest over het lage btw-tarief op de peepshows. De staatssecretaris is in cassatie gegaan tegen het besluit dat deze erotisch shows onder het lage tarief mochten vallen. Er is echter nog geen arrest van de Hoge Raad. Daarom willen wij alvast verzekeren dat peepshows in 2008 wel onder het hoge btw-tarief zullen vallen. Ik kan namelijk niet uitleggen waarom peepshows het lage tarief mogen hanteren terwijl voor op gezondheid gerichte handelingen het hoge tarief moet worden doorberekend. Er is over dit punt reeds een amendement ingediend.

Ik sluit af met de plattelandsinvesteringen. Het kabinet wenst deze te stimuleren. Mijn fractie heeft daarom voorgesteld een sloopaftrek in te voeren voor oude opstallen. Minister Cramer heeft tijdens de behandeling van de VROM-begroting toegezegd hiernaar onderzoek te willen doen. Wij willen dit punt echter ook hier agenderen, omdat wij vinden dat de mogelijkheid van sloopaftrek op zijn minst moet worden meegenomen bij de evaluatie van de bedrijfsopvolging en de bedrijfsbeëindiging. Ik vraag hierover een toezegging van de staatssecretaris.

Tweede termijn
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Om te beginnen dank ik de staatssecretaris heel hartelijk voor de uitgebreide en wat mij betreft ook behoorlijk complete beantwoording. Voorzover ik kan zien heeft hij een vraag van mij laten liggen, over de sloopaftrek. Ik heb expliciet gevraagd of hij bereid is daarover na te denken bij de evaluatie van de bedrijfsopvolging en de bedrijfsbeëindiging. Ik heb niet kunnen meekrijgen of hij daar antwoord op heeft gegeven.

Het antwoord van de staatssecretaris over de lichamen voor stadsherstel heb ik goed gehoord. Ik deel zijn standpunt, dat hij zich daar wat minder zorgen over maakt, niet zo. Ik dien daarom de volgende motie in:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de vpb-heffing bij woningcorporaties gevolgen heeft voor de maatschappijen voor stadsherstel;

overwegende dat deze maatschappijen voor stadsherstel belangrijk werk doen voor het behoud van ons cultureel erfgoed;

verzoekt de regering in overleg te treden met de maatschappijen voor stadsherstel, om te bezien op welke wijze de financiële gevolgen van de vpb-heffing een optimale voortzetten van de werkzaamheden in de weg staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Cramer, Tang en Jules Kortenhorst. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 43 (31205, 31206).

De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik snap het antwoord van de staatssecretaris over de kansspelbelasting, maar ik ben er niet blij mee. Ik vind dat hij iets te actief heeft geacteerd. Ik hoopte, misschien wel tegen beter weten in, dat hij bereid zou zijn om het percentage aan te passen. Ik snap zijn motivering, dat hij aansluit bij de automatenbranche. Dat is een keuze, maar die zou ik niet hebben gemaakt. Ik zie echter ook wel dat ik niet tegen beter weten in kan blijven vechten.

Ik vraag de staatssecretaris wel of ik mag aannemen dat het extra voordeel voor Holland Casino, dat minder belasting afdraagt, tot een hogere winstafdracht zal leiden.

De intenties van de staatssecretaris inzake de automobiliteit zijn zeer duidelijk. Ik neem er op dit moment genoegen mee. Ik wil zijn toezegging wel laten ijken met een motie op dit punt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer eerder uitspraken heeft gedaan omtrent de milieudifferentiatie van belastingen op automobiliteit (de motie-Huizinga-Heringa en de motie-Spies);

van mening dat een geïntegreerd langetermijnperspectief op de belastingheffing op automobiliteit (te weten bpm, mrb, kilometerheffing en IB-bijtelling op auto's van de zaak) dringend nodig is om burgers en bedrijfsleven, waaronder de automobielsector en de transportsector, te kunnen laten inspelen op de vergroening en de gevolgen van de invoering van de kilometerheffing, met het oog op het behouden van zoveel mogelijk maatschappelijk draagvlak;

van mening dat de huidige bpm-heffing op basis van energielabels en catalogusprijzen kan en moet worden vervangen door een heffing op basis van absolute uitstoot van CO2 zonder dat dit leidt tot verdere stijging van de belastingdruk op automobiliteit;

van mening dat een bredere differentiatie van de IB-bijtelling op auto's van de zaak gewenst is;

verzoekt de regering voor 1 mei 2008 te komen met het genoemde geïntegreerde langetermijnperspectief en met uitgewerkte voorstellen tot verdere differentiatie in de bpm en de IB-bijtelling op basis van de absolute CO2-uitstoot,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Cramer, Tang en Jules Kortenhorst. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 43 (31205, 31206).

De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik heb mijn amendement over de biokunststoffen gewijzigd. Het heeft nu stuk nr. 36 en is gecombineerd met het amendement over het statiegeld van collega Tang.

Ik heb gezegd dat ik bezig was met een amendement op de Wet BIG. Ik heb dat amendement niet verder afgemaakt ten gunste van het amendement van de heer Vendrik dat ik mee heb ondertekend. Zijn opmerkingen daarover waren behartigenswaardig.

Het antwoord van de staatssecretaris op de motie-Slob beschouw ik als een bevestiging dat het gaat om de bewijsregeling.

Ik heb ook goed gehoord dat de omzetting van cultuurgrond naar natuur zonder overdrachtsbelasting kan gebeuren.

Bron: ongecorrigeerd stenogram

Labels
Bijdragen
Ernst Cramer
Verkeer & Vervoer
Wonen & Ruimtelijke ordening

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat over het belastingplan 2008'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > november