Bijdrage Ed Anker aan AO Kinderporno

woensdag 09 september 2009 16:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Ik zit hier nu twee jaar aan deze tafel te praten over dit onderwerp. Vóór mijn tijd is dat ongetwijfeld ook al een tijdje gedaan. Wat opvalt, is dat een aantal thema's blijft terugkomen, omdat zij continu een punt van zorg zijn of omdat er iets goeds over te melden is. Dat is ook nu weer het geval. Op een aantal thema's wordt nu echt vooruitgang geboekt, maar er is ook nog een aantal thema's waarover wij ons nog steeds zorgen maken.

Ik wil allereerst mijn complimenten uitspreken over het verbeterplan van de politie. Twee jaar geleden vroegen wij om een actualisering van het Plan van Aanpak Kinderporno. Ik weet niet of dit precies die actualisering is, maar er ligt een eerlijk en duidelijk plan van de politie. Een sterk punt is dat wordt aangegeven wat de problemen zijn, tegen welke dilemma's men aanloopt en wat er nodig is. Vorig jaar is er bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Justitie gevraagd om een onderzoek naar het fenomeen kinderporno in Nederland. Dat zou bijvoorbeeld door de Politieacademie kunnen worden uitgevoerd. Wij willen een onderzoek op hoog niveau en willen niet in de situatie terechtkomen dat deze vorm van criminaliteit veel groter is dan wij weten. Dat wordt nu door de politie zelf opgepakt. Men ziet dat men expertise moet gaan ontwikkelen en veel meer informatie onderling moet uitwisselen. Dat is een goede zaak en ik ben daar erg blij mee.

Ik ben ook blij met de korpsmonitor. Dat is een heel nuttig instrument, omdat elk korps gedwongen wordt om te rapporteren over de aanpak van porno. Als je niets meldt, sta je er niet goed op, dus het is een mooie manier om de korpsen tot inspanning te verplichten. Ik ben ook blij met de internationale aanpak. Ik doel op het Verdrag van Lanzarote, waarover wij enige tijd geleden de wetgeving hebben kunnen behandelen. Ik heb daarover nog een paar vragen. Er is sprake van een meer vindplaatsgerichte aanpak, bijvoorbeeld op Schiphol. Is er een analogie met de speciale aanpakteams voor mensenhandel? Dit zijn teams die in Nigeria op het vliegveld zijn om daar te proberen dingen van tevoren te signaleren en te voorkomen dat mensen naar Nederland gaan. Is het mogelijk om op dit punt samenwerking te realiseren?

Ik heb India gemist als het gaat om de internationale aanpak. Van vrienden van mij die in de mensenrechtenbeweging in India zitten, weet ik dat daar erg veel kinderprostitutie is. Ik maak mij daar zorgen over. Wij hebben de zaak gehad van de ruim 120 jongetjes uit India die via Nederland in het mensenhandelcircuit terecht zijn gekomen en daarom vraag ik expliciet aandacht voor India.

Er wordt melding gemaakt van de Vereniging Martijn. Ik ben blij dat deze in de gaten wordt gehouden. Het is lastig om er de vinger achter te krijgen, maar deze deugt eigenlijk net niet, hoewel ik snap dat het strafrechtelijk niet zo gemakkelijk rond te krijgen is.

Ik heb ook een aantal zorgen. Ik ben ergens natuurlijk wel blij dat de internet service providers met elkaar in een platform gaan zitten, de bereidheid hebben om met elkaar samen te werken en met elkaar over definities gaan "bakkeleien". Prima dat het allemaal gedaan wordt, maar de kwestie is wel dat de technologie die zij aanbieden en de ruimte die zij geven, wordt gebruikt voor criminele activiteiten. Ik zou op dat punt graag een iets hoger gevoel voor urgentie willen zien, in plaats van dat zij in januari 2010 uiteindelijk eens een keer met iets gaan komen, wat dan misschien weer een mooi plan is. Er wordt nu al twee jaar over gepraat en door deze commissie letterlijk om gezeurd. Er moet echt iets gaan gebeuren. Ik ben dus heel benieuwd of er nieuws te melden is vanuit het platform en of de minister van plan is, er een echt slagvaardig platform van te maken. Hetzelfde geldt voor de Nederlandse Vereniging van Banken. Voor zover het tot hun mogelijkheden behoort, willen zij wel meewerken. Dat klinkt echter niet als de internationale coalitie van financiële instellingen tegen seksueel misbruik van kinderen. Wat ik in de brief lees, klinkt toch wat minder actief. Kan dit een woordenkwestie zijn, of moet er ook daar nog wat peper op een bepaalde plaats worden gebracht?

Wat de handhaving betreft is het goed dat de focus op de productie komt te liggen. Ik maak mij zorgen over het grote aantal plankzaken. Wat is de verhouding in die zaken tussen gedownloade bestanden en productie? Is dit grote aantal plankzaken ook tot een aantal zaken terug te brengen waarop kan worden doorgerechercheerd? Dat zou enorm veel kunnen betekenen. Als wij dan gaan doorrechercheren naar de producenten en als wij die te pakken krijgen, is alles wat er aan vastzit nog steeds ernstig, maar dan hebben wij de bron van dit grote aantal zaken wel te pakken.

Ik ben blij met de landelijke officier. Dat is een goede zaak. De digitale wasstraat lijkt mij een heel nuttig instrument om de politie minder te belasten. Mijn laatste punt betreft de omkering van de bewijslast. Ik deel de mening van een aantal sprekers dat het signaal vanuit de Kamer heel duidelijk was, namelijk dat de producenten en de hosts van de websites hierop mogen worden aangesproken. Het klinkt minder logisch, en dan krijgen wij te maken met de bezwaren die ook al zijn genoemd. Ik wil de minister vragen om goed na te denken over het volgende. Als wij nu aan de slag gaan met het aanpakken van producenten, gebeurt dat voor het grootste gedeelte in Nederland. Wij hebben een Nederlandse verantwoordelijkheid en proberen zo weinig mogelijk productie in Nederland te hebben. Voor zover wij internationaal kunnen samenwerken, doen wij dat natuurlijk. Productie in Nederland lijkt mij de eerste focus voor de politie, als de focus productie is. Kunnen wij dan ook niet de Nederlandse eigenaren van websites die pornomateriaal aanbieden vragen om hierin een verantwoordelijkheid te nemen? Het is een eerste stap om het in elk geval in Nederland goed te regelen. Ik begrijp het argument dat het internet zo ontzaglijk groot is dat er bijna niet te handhaven valt. Wij kunnen niet de wereld vanuit Nederland helemaal veranderen, hoewel wij dat soms wel willen. Ik vraag de minister, of wij niet een eerste stap kunnen zetten in de richting van de Nederlandse producenten. Ik heb respect voor mijn collega's die zeggen: als de minister het niet doet, dan doen wij het zelf wel, maar ik wil toch eens even zien of de minister in beweging te krijgen is.

Mevrouw Gerkens (SP): De heer Anker wijst precies op de bedoeling van ons initiatief, namelijk dat exploitanten van websites moeten kunnen garanderen dat de modellen die zij op hun websites tonen, 18 jaar of ouder zijn. De verantwoordelijkheid komt in Nederland bij de producenten te liggen en men is ook verantwoordelijk voor het materiaal dat men uit het buitenland haalt. Uit het betoog van de heer Anker begrijp ik dat hij ons steunt, als de minister vandaag niet zegt dat hij het zelf gaat doen.

De heer Anker (ChristenUnie): Met alle parlementaire voorbehouden, zoals dat wij het debat nog moeten afwachten, sta ik uitermate sympathiek tegenover uw voorstel.

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Archief > 2009 > september