De heer Rouvoet (ChristenUnie) vervangt zijn collega mevrouw Huizinga. Hij onderschrijft de vrij vlotte conclusie uit de media niet zo makkelijk dat het allemaal wel meevalt, dat er een evenwichtig inkomensbeeld resulteert en de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Het debat over het koopkrachtplaatje van chronisch zieken en gehandicapten wordt nu ruim een jaar gevoerd. Het is een debat van een zelfgekozen machteloosheid, omdat het debat ook op een andere manier gevoerd had kunnen worden. Vorig jaar heeft een aantal fracties waaronder de ChristenUnie een aantal moties een amendementen ingediend.
De fracties die niet voor waren, maken zich nu zorgen over de chronisch zieken en gehandicapten. Er is welbewust gekozen voor bezuinigingsmaatregelen waarbij chronisch zieken en gehandicapten niet zijn uitgezonderd, met name in de zorg. Nu staat men voor de vraag hoe dat moet worden gerepareerd voor de mensen die dat echt nodig hebben. De compensatie is beloofd via de bijzondere bijstand, de BU en Tbu.
Het is onthutsend dat de heren Weekers en Bakker erkennen dat de route van de bijzondere bijstand in veel gevallen niet goed werkt, terwijl een jaar lang is gezegd dat er is gecompenseerd. Het is onvoldoende om te bekijken hoe dat kan, maar het is van belang dat de Kamer heeft uitgesproken dat zij onverwijld maatregelen zal nemen als blijkt dat de maatre-gelen voor chronisch zieken en gehandicapten slechter uitpakken. Dat is nu het geval en de Kamer is gehouden daaraan invulling te geven.
Hij heeft niet primair gekozen voor de route van de bijzondere bijstand en voelt zich niet geroepen het probleem van de heer Bakker met het vertrouwen in de lokale democratie en de effectuering van de bijzondere bijstandsroute op te lossen. Hij onderschrijft dat nu daar-voor is gekozen, men zich moet beraden hoe de bijzondere bijstand wel tot stand moet komen, maar het was veel beter geweest als chronisch zieken en gehandicapten waren uitgezonderd van een aantal maatregelen. Het gaat niet aan nu te zeggen dat het gemiddelde beeld wel meevalt.
Al een jaar lang wordt de minister aangesproken over de koopkrachtvermindering, maar hij reageert dat er geen nieuw inzichten zijn, of hij zegt dat het koopkrachtbeeld erg diffuus is, of hij zegt dat cijfers van de Gehandicaptenraad wel illustratief zijn maar niet representatief. Hij ontkent de problemen niet, maar kan er niet zoveel mee.
De overkoepelende vraag is of de Kamer kan volhouden genoegen te nemen met het gemiddelde beeld, terwijl bekend is dat er forse uitschieters zijn die niet aan de mensen zijn uit te leggen en die niet nodig waren geweest. Ook de no-claim regeling komt bij de chronisch zieken en gehandicapten terecht. Het is te weinig dat de regering erkent dat de regeling vervelende gevolgen kan hebben, terwijl er sprake is van inkomensachteruitgang die groter is dan bij motie is afgesproken. De argumentatie van de CG-raad is goed onderbouwd en er is geen sprake van gemakkelijke voorbeelden. De kern van de zaak is de vraag of chronisch zieken en gehandicapten onevenredig worden getroffen in hun recht op noodzakelijk zorg en in hun inkomen. De staatssecretaris van Financiën wijst in zijn brief van 17 november jongstleden op cijfermatig representatief onderzoek op basis van de belastingaangifte. Dat is interessant en relevant, maar toont alleen aan in hoeverre er extra gebruik is gemaakt van de BU en van de Tbu. Op microniveau zegt het echter niets. Hoe verklaart het kabinet dat tot nu toe veel minder mensen een beroep op de Tbu hebben gedaan dan waarmee was gerekend?
De CG-raad gaat er ook van uit dat de groep met zeer hoge kosten fors zal toenemen, er wordt van tienduizenden gesproken, omdat de zelfzorgmedicijnen en het zittende zieken-vervoer niet meer worden vergoed. Hoe kijkt het kabinet hiertegen aan, wat is de verwachting en waarop is die verwachting gebaseerd?
Wat betreft de bijzondere bijstand wijst de heer Rouvoet op de 32% van de gemeenten die niet van plan zijn om een categorale regeling te maken voor chronisch zieken en gehandi-capten. Veel gemeenten die wel een regeling hebben, willen deze niet structureel maken. Dat betekent dat veel chronisch zieken en gehandicapten loketafhankelijk zullen worden en maar moeten afwachten wat de gemeente zal beslissen. Dat is een slechte zaak. Bovendien is het een slechte zaak dat het kabinet niet weet, blijkbaar niet wil weten, in welke mate chronisch zieken en gehandicapten met een forse inkomensachteruitgang door gemeenten worden ge-holpen, omdat gemeenten zich niet op cliëntniveau hoeven te verantwoorden over de inzet van hun middelen. In dat licht is het makkelijk om te blijven concluderen dat er verder geen reparaties nodig zullen zijn.
Hij hecht er zeer aan dat de motie-Van der Vlies onverkort wordt uitgevoerd. Daarin staat niet voor niets het woord «onverwijld». Daarom is het onbevredigend om in ieder geval tot april 2005 te wachten. Als de Kamer dat accepteert, neemt de Kamer zichzelf niet serieus en doet zij tekort aan de intentie van de motie. Bij de begroting zal hierop worden terugge-komen en er circuleren al voorstellen voor kerstpakketten en kerstgratificaties, maar hij meent dat de problemen bij de bron moeten worden aangepakt en de oplossing moet worden gezocht in het terugdraaien van een aantal maatregelen, zowel in de zorg voor chronisch zieken en gehandicapten, als elders.
Reacties op 'Algemeen Overleg Inkomensbeleid'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.