Bijdrage Judith Klokkenburg Algemene Politieke Beschouwingen 2021

Judith Klokkenburgdonderdag 16 september 2021

Vz, het is bijna 2 jaar geleden dat dit college het coalitieakkoord “Samen voor de stad” presenteerde. Veel plannen om de stad vooruit te helpen, om inwoners te faciliteren en zo nodig te helpen. Vandaag zou ik willen terugblikken op de realisatie van die plannen, maar vz, de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dat ingewikkeld is. Want wie had kunnen bevroeden dat nog geen 3 maanden na de installatie van dit college een pandemie zou uitbreken? Een pandemie die de wereld plat legde, ons land, onze stad, ja zelfs onze lokale democratie.

Voorzitter, langzaamaan krabbelen we uit de pandemie. De afgelopen tijd is de samenleving steeds verder open gegaan, hebben mensen elkaar weer ontmoet, zijn allerlei welzijnsactiviteiten weer van start. En juist nu, nu is het moment om te laten zien waar je voor staat, waar je heen wil. Nu is het moment om keuzes te maken. En een begroting is daar het ideale middel voor. Om te laten zien waar je hart voor klopt. Om te laten zien hoe we de kwetsbare mensen in onze stad vooruit helpen. 

Voorzitter, maar dat mis ik in deze begroting: een visie op de toekomst van onze stad. De Spreukendichter Salomo schreef het lang geleden: “door gebrek aan visie gaat een volk ten onder, maar een keur aan raadgevers brengt het tot bloei.” En vandaag wil ik een van die raadgevers zijn om onze visie te geven op dienstbaarheid en recht. 

Dienstbare overheid 

Voorzitter, het vertrouwen in de overheid is het afgelopen jaar sterk gedaald, blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit. Minder dan de helft van de ondervraagden had afgelopen maart nog (veel) vertrouwen in de landelijke en lokale overheid, terwijl dit een jaar eerder nog 60 tot 70 procent was. 

Eerlijk gezegd verbazen deze cijfers mij weinig. Er is bij een gedeelte van de samenleving onvrede over het gevoerde coronabeleid en de toeslagenaffaire maakte pijnlijk duidelijk hoe onze overheidssystemen mensenlevens kunnen vermorzelen. En ook dichterbij geeft het optreden van de lokale overheid soms weinig vertrouwen. Ik noem het recente rapport over de Energieacademie, de wachttijden bij de loketten of de dienstverlening bij schuldhulpverlening. Mensen moeten te lang wachten voor ze worden geholpen en in de bureaucratische mallemolen raken ze soms juist de weg kwijt. 

Het komt erop neer dat de gemeente de basis niet op orde heeft. Ik las de begroting dan ook met gemengde gevoelens. Aan de ene kant ben ik blij dat er, na lang aandringen, incidenteel meer geld komt voor publiekszaken en dat geld wordt vrijgemaakt voor het op orde brengen van de privacy organisatie. Maar het is eigenlijk ongelofelijk dat dit college zulke zaken niet “gewoon” op orde heeft. Met incidenteel geld los je geen structurele problemen op. Het is slechts een doekje voor het bloeden. 

Voorzitter, het geeft ook aan dat het college de prioriteiten niet op orde heeft. Slechts 6 ton voor de menselijke maat bij schrijnende casuïstiek, maar wel toekomstige colleges opzadelen met €6 miljoen voor de finish van een wielerwedstrijd in Den Haag. Hoe rijmt het college dit? Graag een reflectie.

Nog te vaak staat de regel centraal en niet de mens. Al eerder hebben we het gehad over de gemeentelijke kinderopvangregeling. Dit is een goed voorbeeld van een regeling waarbij de regel centraal staat en niet de kwetsbare mensen die van deze regeling gebruik moeten maken, maar ik denk ook aan het rekenkamerrapport ‘Aan de slag’ waaruit bleek dat de cijfers en vinkjes belangrijker bleken dan de jongeren zelf. Ik ben blij met het voorstel voor een doorbraaklab, waar de mogelijkheid bestaat om een uitzondering te maken op regels en processen. Zorg dat hiervan gebruik gemaakt wordt. Want regels zijn belangrijk maar niet heilig: regels mag je loslaten, mensen nooit. 

De vraag die voorligt is: wat voor overheid willen wij zijn? Moet het allemaal zo efficiënt mogelijk? Inwoners die klant worden genoemd en zich mogen melden bij een klantcontactcentrum als ze vragen hebben? Het centraliseren van publiekszaken omdat dat efficiënt is? Participatie als een vinkje, in plaats van echt luisteren naar omwonenden en hun zorgen serieus nemen? Of willen we, als een dienstbare overheid bekendstaan: benaderbaar, dicht bij mensen en op gelijkwaardig niveau, ook als je afhankelijk bent van de overheid. Vz, het spreekwoord luidt “vertrouwen komt te voet en gaat te paard” en we moeten hard werken aan herstel van vertrouwen in wijken waar dat vertrouwen ver is weggezakt.

Voorzitter, ik sprak onlangs een informele zorgverlener die het schrijnende verhaal vertelde van een vrouw die niet ingeschreven stond bij de gemeente. Houtje-touwtje knoopte ze haar maand aan elkaar, met haar netwerk, met goedwillende mensen om haar heen. Op de vraag waarom ze dit niet durfde kwam het antwoord: als ik me inschrijf, als ik in beeld kom, dan komen de schuldeisers weer die ik niet kan betalen, dan wordt mijn vrijwilligerswerk me afgenomen. Het beeld van een overheid die je juist verder de penarie in helpt, in plaats van eruit. 

Voorzitter, dat is niet de dienstbare overheid waar de ChristenUnie/SGP voor staat. Dat is niet een overheid die naast de mensen staat. Daarom mijn oproep: ga de wijken in, ga de buurten in, zorg dat hulpverleners daar beschikbaar zijn, werp geen drempels op. Een treffend voorbeeld van drempels opwerpen is de helpdesk geldzaken. Lijkt heel goed, maar alleen open op afspraak. Dat verhoogt de drempel om ernaartoe te gaan. Zorg dat zulke helpdesken open zijn, zodat mensen laagdrempelig binnen kunnen lopen. Ik hoor graag hoe het college hier werk van gaat maken.

Een overheid die recht doet

We hebben het voorrecht te wonen in een stad van vrede en recht. Dat mogen geen loze termen zijn, of inhoudsloze marketing. Het gaat principieel over hoe je recht doet en vrede brengt. Dat moet ons allereerst bescheiden maken. Ik noemde al het onderzoek van de Erasmus Universiteit. Terwijl het vertrouwen in de overheid flink daalde, bleek tegen de verwachtingen van de onderzoekers in dat de bereidheid van mensen om elkaar te helpen niet is afgenomen. 

Want de veerkracht van onze stad zit niet in stenen of stadhuis, maar in mensen. Hagenaars en Hagenezen, Loosduiners en Scheveningers. Gedurende de pandemie lieten mensen bij uitstek zien dat we niet alleen leven. Dat we samenleven. Dat we omzien naar elkaar. En die veerkracht zit ook in allerlei maatschappelijke organisaties, sociaal ondernemers, kerken en scholen. Hoe zij de afgelopen anderhalf jaar steeds weer initiatieven hebben ontplooid om kwetsbare mensen te bereiken, elkaar al dan niet online te laten ontmoeten en te zorgen voor een warme maaltijd. En vz, het is de taak van de overheid om dit te faciliteren, te ondersteunen. 

Tegelijkertijd staat die samenleving onder druk, nemen spanningen toe. Spanningen tussen jong en oud, ziek en gezond, rijk en arm. Studenten die zich eenzaam voelen, starters die geen woning voor zichzelf kunnen vinden, werkloosheid of armoede, gezinnen die niet meer betaalbaar in onze stad kunnen wonen. En geeft deze begroting antwoorden op deze vragen, op deze uitdagingen? Hoe doen we recht aan al deze uitdagingen? 

Voorzitter, het college kijkt in de begroting terecht niet alleen naar de huidige coronacrisis, maar ook naar de crisis na de crisis: als overheidssteun wegvalt en ondernemers het weer zelf moeten rooien. Ook de mentale gezondheidscrisis wordt kort benoemd: veel mensen, vooral jongeren, kampen met eenzaamheidsgevoelens, spanning en depressieve gevoelens. Maar waarom wordt er dan alleen een reserve armoedefonds opgetuigd en is er verder geen extra aandacht voor de mentale gezondheid van inwoners? Sterker nog, als we de begroting moeten geloven dalen de lasten voor zorg en welzijn de aankomende jaren in totaal met 30 miljoen. Hoe verklaart het college dit?

Want voorzitter, er moet meer gebeuren. Meer aandacht voor die eenzame student, voor die kwetsbare werkloze in Moerwijk, voor die tientallen daklozen die op de wachtlijst staan voor een plek in de noodopvang. Er is meer nodig om niet alleen recht te prediken, maar ook recht te doen.     

Voorzitter, ik begon mijn beschouwing met de constatering dat het vertrouwen in de overheid laag is, maar de onderlinge bereidheid om elkaar te helpen niet. De ChristenUnie/SGP wil bouwen aan een overheid die dat laatste maximaal ondersteunt en faciliteert. Een dienstbare overheid die recht doet. Om dan met Salomo te eindigen: tot bloei van het volk.

Labels
Financiën

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Judith Klokkenburg Algemene Politieke Beschouwingen 2021'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.