Bijdrage debat over de kabinetsformatie

donderdag 08 februari 2007 11:02

André Rouvoet: Wij hebben de afgelopen weken een aantal pogingen gezien tot het houden van een ontijdig debat (...) De mogelijkheid die het Reglement van Orde biedt om op het geëigende moment een debat te voeren, wordt niet gegrepen. Dat kan aanleiding zijn om nog eens te kijken naar dat artikel in ons Reglement van Orde.

André Rouvoet: Voorzitter. Laat ik beginnen met het signaleren van een ontwikkeling in denken in deze Kamer over de mogelijkheid die ons Reglement van Orde biedt om aan het eind van een informatiefase van gedachten te wisselen met de informateur. Wij hebben de afgelopen weken een aantal pogingen gezien tot het houden van een ontijdig debat. Ik herinner mij aanvragen uit de fractie van GroenLinks en aankondigingen vanuit de fractie van D66 om op allerlei curieuze momenten een debat met de informateur te houden, terwijl hij nog niet klaar was. De mogelijkheid die het Reglement van Orde biedt om op het geëigende moment een debat te voeren, wordt niet gegrepen. Dat kan aanleiding zijn om nog eens te kijken naar dat artikel in ons Reglement van Orde. Vanuit die optiek sluit ik mij bij die gedachte aan.

Ik begrijp dat een aantal collega-fractievoorzitters er behoefte aan heeft om eerst het stuk te bestuderen alvorens dat te becommentariëren. Ik kan dat op zichzelf op prijs stellen. Dat heeft hen er overigens niet van weerhouden om zelfs zonder stuk de afgelopen dagen al wel hun mening te geven. Ook dat mag genoteerd worden. Wij wachten die nadere reacties, die dan waarschijnlijk een stuk evenwichtiger zullen zijn, met belangstelling af.

Ik hecht eraan dit debat wel te gebruiken om verantwoording af te leggen over wat mijn bijdrage als fractievoorzitter is geweest aan het proces.

Ik grijp even terug op de speerpunten van mijn partij, de ChristenUnie, in de campagne. Die hadden betrekking op drie zaken: jeugd en gezin, het opkomen voor kwetsbaren en een echt duurzaam milieubeleid. Als mij in de campagne werd gevraagd naar welke combinatie mijn voorkeur zou hebben als ik mocht meeonderhandelen, dan antwoordde ik altijd: die combinatie die in het regeerakkoord de meeste ruimte geeft aan het programma van de ChristenUnie.

Na het afhaken van de Socialistische Partij en het bedanken van de fractie van GroenLinks voor de onderhandelingen, ben ik de onderhandelingen en de besprekingen open ingegaan, met twee doelen voor ogen: als het aan de ChristenUnie lag, zou er een stabiel kabinet met een duidelijk verhaal moeten komen en in het beleid zou de ChristenUnie voldoende zichtbaar en herkenbaar moeten worden. U begrijpt dat ik hier zeer tevreden sta. Er is een coalitieprogramma met een stevige visie, met heldere ambities en heldere lijnen, waarbinnen het kabinet nadere invullingen zal geven. De brede bijval uit de samenleving voor dit verhaal sterkt mij in de overtuiging dat deze coalitie de goede lijn te pakken heeft. En wat de herkenbaarheid van de ChristenUnie betreft: ik noemde onze speerpunten en u herkent deze direct in de tekst van het coalitieprogramma, ook al heeft u daarvan slechts op hoofdlijnen kennis kunnen nemen. Jeugd en gezin, opkomen voor kwetsbaren, solidariteit, milieu en duurzaamheid, meer geld voor ontwikkelingssamenwerking, een generaal pardon, een kindgebonden budget; er is heel veel te noemen. En dit geldt ook voor de voor ons wezenlijke zaken rondom leven en dood; veel van wat daarover in ons programma wordt gezegd en wat door organisaties die zich dagelijks daarmee bezighouden als wens bij de informateur op tafel is neergelegd, is in het coalitieprogramma terug te vinden. Ik ben daar buitengewoon blij mee.Een laatste woord over de filosofie van deze coalitie, het plegen van een gezamenlijke analyse en het presenteren van een gemeenschappelijke visie. Dat veronderstelt inderdaad een dialoog met de samenleving. Dat is niet polderen met de negatieve bijklank; het is met behoud van eigen verantwoordelijkheid van de overheid, draagvlak verwerven om krachtig beleid te kunnen voeren. Het betekent ook het erkennen van de professionaliteit van de mensen die het werk doen; het is ongelooflijk belangrijk om die in te schakelen bij het uitzetten van de lijnen. Dat zal de komende maanden moeten gebeuren. Aan het adres van het parlement zeg ik hierbij dat er meer ruimte komt voor het parlementaire debat. Er komt een door de ministers geschreven beleidsprogramma, in plaats van door de fractiespecialisten. En zo hoort het ook. Ik zou tegen onszelf als parlement willen zeggen: pak die kans en benut die ruimte.

Als laatste opmerking wil ik aan de informateur de heer Wijffels en zijn medewerkers mijn welgemeende dank uitspreken voor de manier waarop zij dit proces hebben begeleid en ondersteund. Dat was grote klasse!

Bron: ongecorrigeerd stenogram
Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat over de kabinetsformatie'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > februari