Inbreng bij meeneembaarheid studiefinanciering naar het buitenland

maandag 19 februari 2007 13:07

De leden van de ChristenUniefractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel dat beoogt de meeneembaarheid van studiefinanciering naar het buitenland uit te breiden.

In het Bologna Proces vindt afstemming plaats over de gewenste niveaus van kwaliteitszorg aan de hand van standaarden en richtlijnen die gezamenlijk worden ontwikkeld en aangenomen. De leden van de ChristenUniefractie vragen de regering binnen welke termijnen dit wordt gerealiseerd en wat daarbij de inzet is van de Nederlandse regering?

De leden van de ChristenUniefractie hechten er aan dat de middelen voor studiefinanciering doelmatig worden ingezet. In dat verband hebben zij enige aarzelingen bij de uitbreiding van de meeneembaarheid van studiefinanciering naar alle landen. Volgens de regering moet in landen waar nog geen kwaliteitszorg- en of accreditatiesysteem functioneert op andere wijze zekerheid worden verkregen omtrent het niveau van de opleiding. De leden van de ChristenUniefractie vragen de regering of de aanwezigheid van een kwaliteitszorg –en of accreditiatiesysteem als zodanig als criterium zou kunnen gelden? Zo neen, waarom niet?

De aanspraak op studiefinanciering wordt gebaseerd op een vergelijkbare Nederlandse opleiding. De leden van de ChristenUniefractie hebben vragen ten aanzien van de reikwijdte en uitvoerbaarheid van dit criterium. In hoeverre zijn opleidingen buiten de landen van het Bolognaproces qua duur en opbouw vergelijkbaar aan die in Nederland? Deze leden vragen de regering daarnaast inzicht te geven in welke mate afwijkingen zullen worden geaccepteerd om al dan niet te kunnen spreken van vergelijkbaarheid van opleidingen? Tevens vragen zij op welke wijze wordt getoetst of een opleiding in Nederland zou worden aangeduid als een hbo- dan wel een wo-opleiding c.q. als een bachelor of een master-opleiding dan wel een associate degree- opleiding?
Aanvullend vragen zij of de regering het wenselijk vindt dat het Nuffic een oordeel geeft over de vergelijkbaarheid van de opleiding, zoals dat gaat gelden voor studenten die nu in het buitenland studeren, met de bestaande mogelijkheden? Zij vragen dit mede in verband met het gegeven dat aan de hand van het diploma dat de student uiteindelijk overlegt, zal moeten worden beoordeeld hoeveel jaren prestatiebeurs kunnen worden omgezet in een gift. De leden van de ChristenUniefractie zien graag dat de student voorafgaande aan de aanvang van een opleiding in het buitenland, hierover zoveel mogelijk duidelijkheid verkrijgt.

De leden van de ChristenUniefractie vragen de regering inzicht te geven in de mate waarin nu al dubbele aanspraken kunnen worden voorkomen door voldoende gegevensverstrekking uit andere landen? In eerdere brieven over internationalisering bleek namelijk dat er nog geen duidelijkheid bestond over de concrete mogelijkheden om dubbele aanspraken te voorkomen. Het systeem van gegevensuitwisseling dat daarvoor cruciaal was nog niet werkzaam. De leden van de ChristenUniefractie vragen de regering naar de laatste stand van zaken daaromtrent?

Ten aanzien van de landen die deelnemen aan het Bolognaproces wordt gemonitord in welke mate deze landen meeneembaarheid van de studiefinanciering realiseren. Het belang daarvan wordt klaarblijkelijk door de deelnemers ingezien. Voor overige landen is dat veel lastiger vast te stellen. Op welke wijze denkt de Nederlandse regering te kunnen voorkomen dat hierin een onevenwichtigheid ontstaat? Wordt dit eveneens gemonitord, zo vragen de leden van de ChristenUniefractie.
Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Inbreng bij meeneembaarheid studiefinanciering naar het buitenland'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > februari