Bijdrage verantwoordingsdebat

dinsdag 22 mei 2007 11:48

De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Het verantwoordingsdebat staat niet zo erg in de belangstelling, behalve bij de VVD-fractie die ik daarmee complimenteer. De aandacht is nu vooral gericht op de begroting. Dat is volgens mij onterecht. Mijn fractie heeft altijd het belang van de verantwoordelijke overheid benadrukt. Een overheid is dienstbaar en moet zich durven verantwoorden tegenover de burgers. Zij krijgt een mandaat van het volk en wij moeten bewijzen dat wij dit vertrouwen niet beschamen. Het is dan ook mijn oprechte intentie om inhoud te geven aan dit debat. Met een iets grotere fractie zijn waar daar gelukkig meer dan voorheen toe in staat.

Vandaag moet de vraag centraal staan of wij het goed gedaan hebben. Zijn de middelen effectief ingezet om de gestelde doelen te bereiken? Wat zij de lessen die wij hieruit voor de toekomst moeten trekken? Ik onderschrijf de conclusie van de minister van Financiën dat een effectieve verantwoording over het beleid in ieders belang is. De burger heeft er recht op, te weten waar het belastinggeld naartoe gaat. Ook moet de Kamer weten of het geld zo besteed wordt, dat de gestelde doelen worden gerealiseerd. Met het verantwoordingsdebat krijgen de Kamer en het kabinet het rapport gepresenteerd. Daarmee moeten wij ons voordeel doen.

De minister heeft bij de aanbieding van de jaarverslagen zijn zorgen geuit over het feit dat het afleggen van verantwoording leidt tot de productie van steeds meer cijfers en informatie. Dit heeft vaak weer een toename van het aantal regels tot gevolg. De fractie van de ChristenUnie onderschrijft deze zorg. Laten wij met elkaar vaststellen dat niet alles meetbaar is. Als je dit probeert, leidt dit tot een overmaat aan regels, iets waarvan bijvoorbeeld de politieagent en de schooljuf nu al last hebben. Om de verantwoording van de regering op waarde te kunnen schatten, moeten wij echter wel de juiste informatie hebben. Alle relevante informatie voor de Kamer moet in de jaarverslagen staan.

 Het is in deze context opvallend dat de Algemene Rekenkamer constateert dat over slechts 30% van de doelstellingen van het beleid informatie is opgenomen in de jaarverslagen. In de begroting over 2007 is dit percentage al opgeschroefd naar 51. Wij dagen de minister uit, ervoor te zorgen dat hij en zijn collega's dit percentage in het jaarverslag over 2007 ver overschrijden. Dan wordt volgens ons "less is more", of in goed Nederlands "minder is meer" bewaarheid. Als de minister ons vraagt om niet meer dan nodig is te hoeven leveren, dan verzoeken wij hem om ons in ieder geval niet minder dan nodig is te geven.

Wij constateren met de minister dat het verslagjaar 2006 niet slecht is verlopen. Het gepresenteerde overschot mag er zijn. Dit is overigens een overschot dat vooral wordt veroorzaakt door extra inkomsten. Bijna 12 mld. meer aan belastinginkomsten bewijst dat de economie inderdaad weer beter draait. Overigens wordt in de toelichting van de Algemene Rekenkamer geconstateerd dat de Belastingdienst een bedrag van maximaal 30 mln. is misgelopen wegens het te laat doen van aangifte en het te laat betalen van belasting. Ik vind dit onjuist uit het oogpunt van de gelijke behandeling van alle belastingbetalers. Welke maatregelen treft de minister om dit stukje verval van normen en waarden helderder op het netvlies te krijgen?

Door het begrotingsoverschot ontstond ook ruimte om fysiek af te lossen op de staatsschuld. Daar is de ChristenUnie blij mee, want dit is een belangrijke eerste bijdrage aan het op termijn beter houdbaar maken van de overheidsfinanciën.

Naast deze goede punten uit het jaarverslag ontkomen wij er niet aan om een stevig kritisch geluid te laten horen. De lijken in de financiële kast blijken veel groter en talrijker te zijn dan was voorzien. Tijdens de formatie lag de boedelbrief met bepaalde informatie op tafel. Ik vraag de minister of die boedelbrief maar een halve weergave van de werkelijkheid is geweest. Moeten wij constateren dat onvoldoende informatie onze kant op is gekomen?

Op het terrein van VWS zijn forse overschrijdingen te constateren. De grote vraag is: is er verkeerd begroot of is er verkeerd uitgegeven? Het lijkt erop dat er bij VWS een structureel probleem is als het gaat om overschrijdingen op de begrotingen. Eerdere sprekers hebben hieraan al gerefereerd. Je moet deze problemen op een structurele manier oplossen en die niet ad hoc blijven benaderen. Dit kan betekenen dat er meer realistisch wordt geraamd. Dat laatste lijkt mijn fractie nog beter.

Een tweede vraag aan de minister is of wij het debat over de verantwoording minder vrijblijvend kunnen maken. Mevrouw Hamer en de heer Rutte refereerden daar ook al aan en deden daarbij interessante voorstellen. Ook de ChristenUnie meent dat verbetering is aan te brengen. Wij sluiten ons aan bij wat mevrouw Hamer reeds zei. Ik denk concreet aan de koppeling van de Voorjaarsnota aan de behandeling van de jaarverslagen. Wij praten over de uitwerking van de plannen voor het lopende jaar, maar bij de doorkijk naar het nieuwe begrotingsjaar kunnen juist de effecten van het beleid, zoals de afgesloten begroting die weergeeft, van invloed zijn op die discussie. Ter illustratie noem ik het lerarentekort. Het wegwerken daarvan hoort formeel tot de doelstelling voor 2006. Is de missie geslaagd? Niet als wij constateren dat over tien jaar maar liefst drie kwart van het aantal leraren zal uitstromen. Dan moet je schrikken van het getal van 850 fte's en vacatures nu. Dit soort informatie uit het jaarverslag is van cruciaal belang voor de beoordeling van de noodzakelijke aanpassingen van bijvoorbeeld de oude Voorjaarsnota. Wat vindt de minister van het voorstel van koppeling van jaarverslag aan voorjaarsnota?

De laatste vraag van de minister bij de aanbieding was of wij de uitvoerders van het beleid niet meer centraler zouden moeten stellen. De fractie van de ChristenUnie vindt dat een goed idee. Door te denken vanuit de invalshoek van de uitvoering krijgen wij zicht op realistische doelen. Kennis en ervaring van de werkvloer kunnen en moeten er toe leiden dat het beleid aangescherpt wordt. Dat gaat bijvoorbeeld op bij de jeugdzorg. Het is voor de ChristenUnie duidelijk dat om het jojo-effect bij de wachtlijsten te voorkomen dit kabinet vooral energie moet steken in preventie. Dan is juist kennis van de werkvloer bepalend bij het nemen van maatregelen.

Dan wil ik nog enkele inhoudelijke opmerkingen maken over een aantal punten van de jaarverslagen. Daarbij zal ik vooral de vinger leggen bij zaken waarbij onzes inziens ofwel de verantwoording niet klopt ofwel de doelen niet helder zijn en de zogenoemde outcome onduidelijk is. Allereerst wil ik het dan hebben over Defensie. Meerdere woordvoerders hebben daarover gesproken. Defensie is een beleidsterrein waar de verantwoording niet op orde is. Het voorraadbeheer en het munitiebeheer zijn niet goed. Hierdoor kan het gebeuren dat wapens of munitie verdwijnen zonder dat iemand dat weet. Dat kan een administratief probleem zijn, maar ook een werkelijk probleem. Dat is ernstig. Het speelt al jaren. Het is zo erg dat de Algemene Rekenkamer een speciaal onderzoek gaat instellen. Wij verwachten dat doordoor de verantwoording zal verbeteren, maar graag hoor ik van de minister welke maatregelen het kabinet nu al neemt.

Bij ontwikkelingssamenwerking is er ook een verantwoordingsprobleem. Bij het ministerie staan met name voor de multilaterale organisaties betalingen open, omdat deze organisaties niet de benodigde rapportages hebben ingestuurd. Pas als de rapportages binnen zijn, kan het ministerie de laatste betaling overmaken. Dit is een kwestie van beheersbaarheid en transparantie en het voorgaande wijst erop dat de bestedingen beter kunnen worden gedaan via het particuliere kanaal dan via de multilaterale organisaties. Op basis van het duidelijke effect bij de verschillende geldstromen zal de ChristenUnie bij de behandeling van de begroting voorstellen doen om en vragen om de gelden voor ontwikkelingssamenwerking voor een groter deel via particuliere organisaties te laten lopen.

De portefeuille verkeer zorgt voor twee voorbeelden die leiden tot de vraag of er verantwoording is over de staat van de uitvoering van ingediende moties. Het eerste voorbeeld betreft het Infrastructuurfonds. De Kamer heeft in het kader van het herstelplan voor het spoor bij amendement-Van Hijum/Van der Ham €105 mln. gelabeld voor de oplossing van capaciteitsknelpunten in Brabant en de Randstad. In het jaarverslag staat dat keurig vermeld, maar er staat niets over de concrete gevolgen van aanneming van het amendement tot op dit moment.
Bij de verantwoording over de uitvoering van een amendement van mevrouw Snijder-Hazelhoff voor meer geld voor zwakke schakels in de Nederlandse kust staat dat dit voor een groot deel niet is uitgevoerd, omdat er nog besluitvorming door de Kamer nodig was. Pas in het najaar van 2006 heeft deze plaatsgevonden. Welke zin heeft zo'n amendement dan? Immers, het amendement beoogde een versnelling te realiseren. Ligt dit aan de Kamer of had het ministerie er veel nadrukkelijker op kunnen sturen dat de besluitvorming tijdig plaatsvond, zodat de versnelde aanpak daadwerkelijk kon worden gerealiseerd?

Bij het stellen van doelen springt de realisatie van de ecologische hoofdstructuur in het oog. De realisatie bleef in 2006 achter bij de planning, maar in hoofdlijnen ligt het wel op schema. Wat is de garantie dat alle ehs-functies daadwerkelijk in het jaar 2018 zijn gerealiseerd? Niet voor niets legt de Algemene Rekenkamer de vinger bij de open einden van deze majeure beleidsdecentralisatie. In het rapport van de Rekenkamer wordt aangetoond dat bij de huidige uitvoeringssnelheid in de jaren 2014 en 2015 de verwervingsinspanning verdubbeld moet worden, terwijl de snelheid rond de inrichting zelfs verviervoudigd moet worden. Wat tot nu toe in 23 jaar is gerealiseerd, moet dan in 4 jaar vervolgd worden. Praten wij hier nog wel over een realistische doelstelling?

De uitkomst van de schooluitval is niet helder. Voor het verantwoordingsdebat hebben wij al aandacht gevraagd voor het probleem van de schooluitval. Het aantal uitvallers is gedaald, maar nog niet ver genoeg. Er zijn aanvullende maatregelen genomen, maar zijn het de goede? Het is nu nog niet duidelijk welk effect de maatregelen zullen hebben. Zullen wij de beoogde doelstellingen voor 2010 gaan halen?
Als de minister van ons vraagt dat "less" "more" moet zijn, laat dan "less" niet loos blijven. Dan moet het liefst 100% van de begroting en de verantwoording voorzien zijn van concrete doelstellingen en beoogde en bereikte effecten. Dan ontstaat vertrouwen tussen regering en Kamer over de beschikbare informatie en neemt de vraag naar meer af. Dat is dan ook gelijk winst voor de uitvoerders van ons beleid. Zoals u ziet, voorzitter, de ChristenUnie denkt graag mee met de regering als het gaat om de echte verantwoording. Mijn wens is dan ook dat dit debat uitgroeit tot een stevig inhoudelijk debat, waarin de resultaten uit het verleden wél garanties geven voor de toekomst. Als het debat dan zó leuk wordt dat alle fractievoorzitters en de minister-president het zelf willen gaan doen, dan zij dat zo.

Labels
Bijdragen
Ernst Cramer

« Terug

Reacties op 'Bijdrage verantwoordingsdebat'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > mei