Inbreng bij Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
De leden van de ChristenUniefractie hebben met interesse kennis
genomen van onderhavig wetsvoorstel. Het is een veelomvattend
wetsvoorstel met verstrekkende gevolgen voor zowel de diverse
overheden, bedrijfsleven en belanghebbende burgers. De
doelstellingen van deze wet, te weten het verbeteren van de
dienstverlening aan de burgers, de vermindering van de
administratieve last van bestaande regelgeving, het versnellen van
procedures en het vergroten van de transparantie van die
procedures, spreken deze leden aan. Daarmee bouwt dit wetsvoorstel
voort op een in algemene zin onderschreven streven van het
Kabinetsbeleid.
Centraal in het wetsvoorstel staat de invoering van de zogeheten
omgevingsvergunning, waarbij het voornemen is dat daarin 25
vergunningstelsels worden gebundeld. Het is de bedoeling dat de
hiervoor genoemde doelstellingen worden bereikt door uit te gaan
van één aanvraagformulier, één
beoordeling door één bevoegd gezag en
één bezwaar- en beroepsprocedure.
Deze leden constateren dat vanuit de diverse actoren en
belanghebbende organisaties de doelstellingen over het algemeen
worden onderschreven, maar dat over de gevolgen wanneer dit
wetsvoorstel tot wet zal worden verheven, zeer divers wordt
gedacht. De leden van de ChristenUniefractie zijn van mening dat
nader dient te worden ingegaan op de in de diverse reacties
uitgesproken verwachtingen en bedenkingen zodat op basis daarvan
tot een verantwoorde eindafweging kan worden gekomen.
Voor de leden van de ChristenUniefractie is het van belang dat de
bundeling van zoveel vergunningstelsels tot stand dient te worden
gebracht zonder dat wordt ingeleverd op de door die stelsels
beschermde waarden. De Raad van State legt hier in haar advies ook
nadrukkelijk de vinger bij. De Raad vraagt zich zelfs af of dit
wetsvoorstel wel het meest aangewezen middel is om de gewenste
verbeteringen te bereiken.
Deze leden constateren ook dat de WABO als een tussenstap wordt
gezien naar een zodanig geïntegreerde aanpak dat niet alleen
de vergunningverlening en de procedures daaromtrent worden
gebundeld, maar ook de onderliggende toetsingskaders. Kan het
Kabinet op dit punt nog eens ingaan op haar toekomstvisie hoe op
den duur een volledig integrale omgevingsvergunning tot stand kan
worden gebracht zonder dat wordt ingeleverd op de kwaliteit van de
bescherming van de te beschermen waarden? Hoe waardeert het Kabinet
in dat licht de diverse benaderingswijzen voor de lange termijn.
Enerzijds wordt door sommigen wel gepleit voor het min of meer
afschaffen van de nu vigerende toetsingskaders, anderen bepleiten
juist integratie van de bestaande toetsingskaders in een
alomvattend nieuw toetsingskader waarbinnen alle huidige beschermde
waarden ook in de toekomst afdoende zullen zijn beschermd.
Het betreft hier volgens deze leden een cruciaal onderdeel van de
visie op dit hele wetgevingstraject. Zien deze leden het juist dat
de doelstellingen en de te boeken winst vooral procedureel en
administratief van aard zijn, maar dat die winst gepaard moet gaan
met behoud van het niveau van de te beschermen publieke waarden?
Hoe ziet het Kabinet in dat licht het geopperde pleidooi om op
lange termijn één toetsingscriterium te hanteren, te
weten ‘het belang van een duurzame leefomgeving’? Is de
bescherming van al de huidige beschermde waarden in een dergelijk
criterium te vangen en zo ja hoe zou dat volgens het Kabinet handen
en voeten kunnen worden gegeven? Acht het Kabinet het een
mogelijkheid om uiteindelijk alle huidige toetsingskaders te
integreren, waarbij de slagvaardigheid wordt gegarandeerd door het
bevoegd gezag, bij strijdige voorschriften, beslissingsbevoegdheid
te geven?
De Raad van State wijst in haar advies ook nadrukkelijk op de
centraliserende tendens die van dit wetsvoorstel zou uitgaan. Het
Kabinet probeert in haar Nader Rapport die kritiek te weerleggen,
maar de leden van de ChristenUnie vragen zich wel af of het niet
inherent aan een operatie van een dergelijke omvang is dat bepaalde
bevoegdheden, welke nu nog overwegend bij de gemeentebesturen
liggen, als gevolg van dit wetsvoorstel uiteindelijk niet in
overwegende mate bij de provinciebesturen komen te liggen? Als dat
zo is dan vragen deze leden zich af in hoeverre het Kabinet dat
wenselijk vindt en of het Kabinet mogelijkheden ziet om een
dergelijke tendens te voorkomen?.
Zogeheten niet-plaatsgebonden activiteiten waarvoor een vergunning
nodig is vallen niet onder de omgevingsvergunning. De leden van de
ChristenUnie vragen zich in dit kader af welke relatie activiteiten
in de ondergrond met de Wabo hebben en hoe het met het oog daarop
met de bevoegdheidverdeling zit. Het Interprovinciaal Overleg (IPO)
heeft voor deze problematiek nadrukkelijk aandacht gevraagd met hun
pleidooi ‘Provincies kiezen 3D’. Deze leden verzoeken
het Kabinet op dit punt nader in te gaan.
Het is mogelijk om voor verschillende vergunningonderdelen toch
aparte aanvragen in te dienen. Daarmee worden de doelstellingen
waarschijnlijk niet gehaald. De leden van de ChristenUniefractie
vragen zich af of het Kabinet dit wenselijk vindt en zo nee, welke
mogelijkheden het Kabinet dan ziet om een dergelijke werkwijze te
ontmoedigen. Moet het bevoegd gezag in een dergelijke situatie niet
de mogelijkheid hebben om toch een aanvraag over het totaal te
verlangen? Kunnen er bijvoorbeeld financiële prikkels worden
ingebouwd op grond waarvan het aantrekkelijk wordt aanvragen voor
verschillende activiteiten ook daadwerkelijk zoveel mogelijk in
één aanvraag te bundelen?
Zou een financiële prikkel ook niet kunnen worden ingezet om
te voorkomen dat bevoegde gezagen beslistermijnen laten verlopen
waardoor er sprake zou zijn van een fictief verleende vergunning
(Lex silencio positivo). Kan in situaties waarbij het bevoegd gezag
in dit opzicht nalatig is geweest bijvoorbeeld een korting op of
kwijtschelding van de verschuldigde leges aan de
vergunningaanvrager worden gegeven? Ziet het Kabinet andere
preventieve mogelijkheden om het verschijnsel van de fictieve
vergunningverlening zoveel mogelijk terug te dringen? Het Kabinet
noemt de vergunningverlening van rechtswege bij
termijnoverschrijding overigens een belangrijk instrument om de
doelstelling van vereenvoudigde regelgeving te bereiken. De leden
van de ChristenUnie vragen zich af of dit in dat kader wel een
wenselijk instrument is, moet hier niet eerder in termen worden
gesproken van het honoreren van traag handelen van een betreffend
overheidsorgaan en zijn in dat licht de door ons gevraagde
financiële prikkels niet eerder op zijn plaats?
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten gaat uitgebreid op de Wabo
in en komt momenteel tot de conclusie dat de aanvankelijke twijfels
over de effectiviteit van de Wabo niet zijn afgenomen, maar juist
zijn toegenomen! De VNG is van mening dat op basis van de
bestaande- en bijna vigerende wet- en regelgeving, bedoeld wordt de
coördinatieregeling Wro en de Wet samenhangende besluiten, de
geformuleerde doelen eerder en efficiënter kunnen worden
gehaald. De VNG is van oordeel dat de doelstellingen ook los van de
Wabo te realiseren zijn en dat hiervoor het juridische instrument
van de Wabo dus niet nodig is. Men verwacht zelfs dat de regeldruk
met de Wabo verder zal toenemen! De VNG baseert zich daarbij op de
verwachting dat het bevoegd gezag vaak niet het aanspreekpunt voor
de cliënt zal zijn en dat het proces dus over meer schijven
zal gaan lopen. Daarnaast voorziet men grote problemen m.b.t. de
expertise die straks niet op de juiste plaatsen aanwezig zal zijn.
Verder spreekt ook de VNG van een groot risico waar
vergunningaanvragers, om risico’s en kosten te spreiden,
gebruik zullen gaan maken van het zogeheten
‘cafetariamodel’ en dus niet van de integrale
vergunningaanvraag. In de pilots die o.a. in een aantal Brabantse
gemeenten zijn gehouden wordt dit vermoeden volgens de VNG
bevestigd. Tenslotte benoemen de gemeenten het aspect van de hogere
bestuurlijke lasten die een gevolg zijn van het onderhavige
wetsvoorstel. Deze hogere lasten (twee á drie maal zo hoog)
worden veroorzaakt door de verschuiving van bevoegdheden, maar
vooral door de dreiging dat men twee processystemen overeind moet
houden: één voor de integrale vergunningen en
één voor de aanvragen uit het
‘cafetariasysteem’.
De leden van de ChristenUniefractie vinden de kritiek vanuit de
gemeenten ernstig. Zij verzoeken het Kabinet dan ook uitgebreid in
te gaan op de door de VNG en gemeenten naar voren gebrachte kritiek
en verwachtingen. Deze leden zijn van mening dat op de door de
gemeenten aangevoerde punten volstrekte helderheid moet ontstaan.
Dit klemt temeer omdat rond de ‘pilots’ ook is
afgesproken dat de uitkomsten hiervan bepalend zouden zijn voor het
verdere verloop van het traject. Ook zou één van de
randvoorwaarden zijn dat de bestuurlijke lasten minimaal gelijk
zouden moeten blijven. Deze leden verzoeken het Kabinet ook nader
in te gaan op ‘het alternatief’ dat de VNG voor de Wabo
aan heeft gereikt en waarbij de Conceptwet samenhangende besluiten
en de coördinatieregeling Wro als uitgangspunt zouden
dienen.
De leden van de ChristenUniefractie vragen ook aandacht voor het
feit dat steeds meer bedrijven worden vrijgesteld van de
vergunningplicht en nog ‘slechts’ behoeven te voldoen
aan algemene maatregelen. Zij vragen zich af hoe het Kabinet op dit
punt het evenwicht bewaart tussen de doelstelling van enerzijds de
te beschermen waarden en anderzijds de verlichting van
administratieve last.
Met betrekking tot het aspect coördinatieregeling
Waterwet/Wvo-vergunning constateren de leden van de
ChristenUniefractie dat de eisen m.b.t. indirecte lozingen
uitsluitend in de omgevingsvergunning of het stelsel van algemene
maatregelen op grond van de Wm worden gesteld en niet op grond van
de Waterwet. Deze leden constateren ook dat de Unie van
Waterschappen het hier fundamenteel mee oneens is. De regering
stelt in de MvT (blz.90) dat ook in de huidige regelingen slechts
in 5% van de gevallen op grond van de Wvo worden geregeld en dat
deze over het algemeen ook zijn gesaneerd. De Unie van
Waterschappen wijst hier echter vooral op het directe publieke
belang van de bescherming van de Rioolzuiveringsinstallaties en op
de beleidssamenhang op het gebied van het water. Indirecte lozingen
zullen in de huidige gesaneerde situatie vooral illegale en dus
plotseling optredende vervuilingen betreffen en dus een slagvaardig
optreden van het betreffende Waterschap vereisen. Dient in dat
licht niet tegemoet te worden gekomen aan de bezwaren van de UvW zo
vragen deze leden zich af?
De leden van de ChristenUnie willen ook aandacht vragen voor de
positie van de Rechterlijke macht. Deze leden begrepen dat een
uitvloeisel van o.a. het onderhavige wetsvoorstel kan zijn dat tot
concentratie van rechtsmacht wordt gekomen. De Raad voor de
Rechtspraak is het echter niet met het Kabinet eens dat, met het
oog op de kwaliteit van de rechtspraak, wettelijke concentratie bij
één rechtbank per ressort nodig is. De Raad bepleit
daarom eventuele zaken te blijven behandelen in hetzelfde
arrondissement, waar kennis van de lokale situatie aanwezig is. Dat
gebeurt momenteel naar tevredenheid. De Raad acht vormen van
samenwerken tussen rechtbanken een veel meer aangewezen weg. De
leden van de ChristenUnie verzoeken het Kabinet op deze benadering
van de Raad voor de Rechtspraak te reageren.
De Raad van State betoogt dat hetgeen algemeen bestuursrechtelijk
(Awb) is geregeld niet meer in bijzondere wetgeving behoeft te
worden geregeld. De regering stelt in het Nader rapport (blz.13)
dan zij ook zo veel mogelijk uitgaat van de Awb. Tijdens het Ronde
Tafelgesprek dat de kamer heeft gehouden bleek, volgens de reactie
van de Vereniging FME-CWM, dat in het wetsvoorstel Wabo ‘op
tal van punten wezenlijk’ van de Wwb wordt afgeweken en dat
daar in de MvT ‘geen enkele reden’ voor wordt gegeven.
(genoemd worden art. 6.2, lid 2 en lid 3., art. 3.8, 3.15., 3.9,lid
4., 5.16., 5.17. en 5.18.) De leden van de ChristenUnie zijn
benieuwd naar de nadere reactie van het Kabinet op dit punt. Het
komt hen voor dat beide benaderingen niet tegelijkertijd waar
kunnen zijn.
Tenslotte vragen de leden van de ChristenUniefractie zich af of de
door VNG en IPO bepleite ICT-voorzieningen tijdig gereed zullen
zijn voor de nu nog in de wet genoemde ingangsdatum van 1 januari
2008, opdat ook vanaf het begin op een adequate wijze invulling kan
worden gegeven aan de met de Wabo samenhangende complexe
administratieve procedure. Ook overigens willen de ze leden graag
weten in hoeverre het Kabinet de ingangsdatum van 1 januari 2008
een reële datum vinden?
- Labels
- Bijdragen
- Esmé Wiegman
Archief > 2007 > mei
- 31-05-2007 31-05-2007 11:38 - Bijdrage debat over de Wet veiligheidsonderzoeken
- 31-05-2007 31-05-2007 11:31 - Bijdrage debat over de uitspraken van staatssecretaris Timmermans inzake het EU-lidmaatschap
- 30-05-2007 30-05-2007 15:10 - Overleg over de Nota Ruimte
- 30-05-2007 30-05-2007 15:09 - ChristenUnie wil debat over China
- 30-05-2007 30-05-2007 11:13 - Bijdrage debat over marktwerking in de publieke sector
- 29-05-2007 29-05-2007 19:45 - Straf klant van misbruikte prostitué
- 29-05-2007 29-05-2007 15:17 - Bijdrage debat over de Postwet
- 29-05-2007 29-05-2007 15:06 - Overleg over het waterketenbeleid
- 29-05-2007 29-05-2007 10:47 - Overleg over programma 'De Uitdaging'
- 25-05-2007 25-05-2007 15:57 - Vragen over een godsdienstwet in Tadzjikistan
- 25-05-2007 25-05-2007 15:24 - ChristenUnie zet bijl in ‘fout hout’
- 25-05-2007 25-05-2007 14:47 - Inbreng bij de wijziging van de Embryowet
- 25-05-2007 25-05-2007 14:31 - Bijdrage spoeddebat Europese Grondwet
- 24-05-2007 24-05-2007 14:10 - Overleg over de HSL-Zuid
- 24-05-2007 24-05-2007 13:31 - Overleg over de milieuraad
- 24-05-2007 24-05-2007 13:16 - Overleg over stemmachines
- 24-05-2007 24-05-2007 10:19 - Overleg over het geneesmiddelenbeleid
- 24-05-2007 24-05-2007 10:12 - Overleg over diervoeders
- 23-05-2007 23-05-2007 14:44 - Inbreng bij Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
- 23-05-2007 23-05-2007 13:25 - Overleg over ondere andere kernenergie
- 23-05-2007 23-05-2007 13:20 - Overleg over het veiligheidsprogramma
- 23-05-2007 23-05-2007 13:09 - Overleg over het beleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken
- 23-05-2007 23-05-2007 11:52 - Overleg over sociale werkvoorziening
- 23-05-2007 23-05-2007 11:38 - Overleg over armoede- en schuldenbeleid
- 23-05-2007 23-05-2007 11:31 - Paal en perk stellen aan Europa
- 22-05-2007 22-05-2007 11:48 - Bijdrage verantwoordingsdebat
- 21-05-2007 21-05-2007 15:11 - Vragen over medische heroïneverstrekking nabij scholen
- 21-05-2007 21-05-2007 11:45 - Vragen over overdragen van middelen aan scholen bij faillissement van schoolbegeleidingsdienst
- 19-05-2007 19-05-2007 20:28 - Vriendendag groot succes
- 17-05-2007 17-05-2007 13:10 - Toespraak Eurospirit Joel Voordewind
- 16-05-2007 16-05-2007 17:19 - Dankbaar maar niet zorgeloos
- 11-05-2007 11-05-2007 19:41 - ChristenUnie blij met pleidooi voor terughoudende berichtgeving media
- 11-05-2007 11-05-2007 11:20 - Toezicht en instructie bij palliatieve sedatie
- 08-05-2007 08-05-2007 15:13 - 'De boodschap moet zo wel overkomen'
- 07-05-2007 07-05-2007 13:30 - Vragen over fietsenbergingen in het bouwbesluit
Reacties op 'Inbreng bij Wet algemene bepalingen omgevingsrecht'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.