Naar aanleiding van de reis van minister Verhagen in mei en het onlangs uitgekomen rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, wil Voordewind nog voor de zomer een debat met de minister over de situatie in China. ,,Ik wil graag weten van de minister welke druk Nederland en de Europese Unie uitoefent op China om het lot van de honderdduizend Noord-Koreaanse vluchtelingen in dat land te verbeteren. Op z'n minst moet de vluchtelingenorganisatie van de VN toegang krijgen tot deze vluchtelingen", aldus Voordewind. Na het lezen van het onlangs uitgekomen boek 'Zij mogen de hemel niet zien ' was Voordewind om: ,,Hier mogen we onze ogen niet voor sluiten’’.

Begin mei bood Voordewind op de Chinese ambassade in Den Haag samen met Jenö Sebök van Open Doors een petitie aan waarin China gevraagd wordt om Noord-Koreaanse vluchtelingen niet langer terug te sturen, én de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen toe te laten om onderzoek te doen. De reactie was beleefd maar teleurstellend: China zegt geen geld te hebben voor de opvang van vluchtelingen uit Noord-Korea, en geen middelen om te bepalen of de ‘illegale immigranten’ gevlucht zijn om religieuze, politieke of economische redenen. China ziet maar één echte oplossing voor het vluchtelingenprobleem: Noord-Korea moet uit het economisch dal getrokken worden, en Nederland zou daarom zijn handelsembargo moeten opheffen. Voordewind meent daarentegen dat China wel degelijk werk zou kunnen maken van een zorgvuldige immigratie- en naturalisatiedienst, met hulp van de UNHCR. Volgens het VN-vluchtelingenverdrag dat China heeft ondertekend, moet het land rekening houden met wat een vluchteling te wachten staat wanneer hij wordt teruggestuurd naar zijn land van herkomst. Bekend is dat in Noord-Korea iedere gerepatrieerde vluchteling marteling en gevangenisstraf te wachten staat. Noord-Koreanen die in China met christenen contact hebben gehad, worden zelfs extra hard aangepakt.
Het communistische Noord-Korea staat bovenaan de ranglijst van landen waar christenen vervolgd worden, bóven islamitische landen als Saoedi-Arabië en Iran.