Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het AO WWB-onderwerpen

woensdag 24 juni 2009 14:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. De Wet werk en bijstand heeft voor veel bijstandsgerechtigden de mogelijkheid geboden om te participeren en daardoor meer perspectief te hebben op duurzame arbeid. Door de economische crisis is echter sprake van hoog oplopende werkloosheid waardoor mensen de kans lopen om uiteindelijk weer in de bijstand terecht te komen. Heeft de staatssecretaris er op dit moment al zicht op of er inderdaad sprake is van een verhoogde instroom in de WWB? Is het voor gemeenten nog mogelijk om op een evenwichtige manier aandacht te besteden aan de verschillende prioritaire groepen? Mij bereiken signalen dat alleenstaande ouders met kinderen onder de vijf jaar worden gedwongen om te participeren op straffe van opschorting van de uitkering. Dat is niet de afspraak die wij met elkaar hebben gemaakt. Waar kunnen deze ouders trouwens terecht met hun klachten? De cliëntenraad zal het podium moeten zijn waar de klachten terecht komen, maar vaak zijn cliënten hier niet mee bekend. Op welke manier kan dit worden versterkt? Deze ouders geven aan in principe geen problemen te hebben met participeren, maar zij ondervinden problemen bij het regelen van de kinderopvang. Hetzelfde probleem doet zich voor bij de toepassing van de scholingsplicht. Ik hoor van mensen dat zij vijf dagen naar school moeten en geen kinderopvang hebben. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe het mogelijk is dat de ene gemeente wel mogelijkheden creëert voor kinderopvang en de andere gemeente alleen inzet op dwang en drang. Ik hoor graag de toezegging dat dit punt wordt meegenomen in de kwartaalbrief aan de gemeenten. In debatten over de werking van de WWB heb ik vaker naar voren gebracht dat de mogelijkheden om bij te verdienen moeten worden verruimd. Keer op keer krijgt de Kamer te horen dat verruiming als gevolg heeft dat de prikkel om op zoek te gaan naar een volledige baan wordt weggenomen. Door de economische crisis en hoog oplopende werkloosheid is er nu wel een andere situatie ontstaan. De beste manier om te voorkomen dat mensen in de armoede terechtkomen, is ervoor zorgen dat zij kunnen participeren, al is dat maar gedeeltelijk. Uitkeringsgerechtigden die vrijwilligerswerk verrichten of tijdelijk iets bijverdienen, moeten hiervoor niet bestraft worden. De bijverdienregeling maakt het mogelijk dat uitkeringsgerechtigden een deel van hun inkomsten bij werk mogen houden. Bijstandsgerechtigden kunnen door vrijwilligerswerk de aansluiting op de arbeidsmarkt behouden en zij mogen zeker beloond worden voor het nuttige werk dat zij leveren. Ik pleit er daarom voor, een tijdelijke verruiming van de bijverdienregeling en een onkostenvergoeding vrijwilligerswerk in het crisispakket op te nemen. Ik hoor hierop graag een reactie van de staatssecretaris.

 

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Ik ben dolblij met deze opmerkingen want ik pleit er al heel lang voor dat wij daar beter mee omgaan. Aan welke periode denkt u in dit verband? Zullen wij dat eerst met een jaar verlengen bijvoorbeeld?

 

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik heb heel duidelijk gesproken over het opnemen in het crisispakket. Dat pakket gaat uit van een aantal jaren, volgens mij van twee jaar. Ik laat het aan de staatssecretaris over om daarop te reageren.

 

Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Ik heb een aanvullende vraag. Wij zijn heel vaak afgescheept met de argumentatie dat er allerlei bonussen en dergelijke zijn in relatie tot die bijverdiensten. Mensen zouden volgens die structuur kunnen worden beloond. Ik ben het er echter mee eens dat na dat halfjaar gewoon een probleem ontstaat op het punt van die bijverdiensten. Het is dus helder dat wij ons niet meer laten afschepen met het argument van die andere mogelijkheden, ook omdat die door gemeenten heel verschillend worden uitgevoerd. Wij schieten er anders niets mee op. Laten wij het gewoon regelen in het crisispakket.

 

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Wij gaan het tijdelijk regelen in het crisispakket. Het verheugt mij om te zien dat het Banenoffensief resultaten heeft opgeleverd waar wij trots op mogen zijn. Vaak zijn vluchtelingen hoog opgeleid in het land van herkomst. In Nederland moeten zij weer van voren af aan beginnen omdat de diploma’s lager gewaardeerd worden. In hoeverre maakt deze categorie werklozen gebruik van de EVC-trajecten? In 2007 hebben gemeenten het advies gekregen om hoger opgeleide vluchtelingen niet langer te verplichten tot laaggeschoold werk en scholing met behoud van uitkering mogelijk te maken. Ik vind het dan ook onbevredigend dat gemeenten zich terughoudend opstellen in dit traject. Het Banenoffensief heeft duidelijk laten zien dat een andere aanpak werkt. Is de staatssecretaris bereid om een landelijke financiering te overwegen om de opgebouwde infrastructuur te behouden? Het Banenoffensief blijkt een zeer goedkope vorm van re-integratie te zijn. Juist in deze tijd doet het goed om dat te horen. Wij kunnen re-integratiemiddelen op deze manier efficiënter en effectiever inzetten. Het is weer eens bevestigd dat standaarddienstverlening van re-integratiebedrijven niet voldoet omdat deze grote groep vluchtelingen een intensievere begeleiding nodig heeft. Sterker nog, de re-integratiedienstverlening sluit vaak onvoldoende aan op de problemen. Hoe gaat de staatssecretaris deze werkvorm verder promoten? Dit in relatie tot het feit dat het doel dat men met het Banenoffensief voor ogen had, namelijk het overbodig maken ervan, niet gerealiseerd is. Het moet mij overigens van het hart dat ik het schandalig vind dat re-integratiebedrijven nauwelijks bereid zijn tot samenwerking en dat zij het Banenoffensief zelfs zien als een bedreiging. De verscheidenheid aan doelgroepen in combinatie met de arbeidsmarkt vraagt meer en meer om maatwerk. Het inkopen van standaardtrajecten voorziet in een steeds kleiner wordende behoefte. Binnen de WWB moet de nadruk veel meer komen te liggen op het resultaat. Het middel dat hierbij wordt gehanteerd moet efficiënt en effectief zijn. Deelt de staatssecretaris mijn mening op dit punt? Ik ga tot slot kort in op het rapport van de RWI over de NUG’ers. Hun aantal is gegroeid met 7%. In het coalitieakkoord is afgesproken dat gemeenten meer aandacht gaan besteden aan de NUG’ers. Deze inzet is bepaald ten tijde van de krapte op de arbeidsmarkt. De aandacht lijkt nu te zijn verschoven, bijvoorbeeld naar schoolverlaters, jongeren en werknemers die hun baan verliezen. Ik roep de staatssecretaris op om aandacht te blijven besteden aan deze groep. Wij kunnen niet wachten tot er weer sprake is van krapte op de arbeidsmarkt. NUG’ers moeten nu voorbereid worden om straks de arbeidsmarkt op te gaan. Ik hoor graag de toezegging dat de staatssecretaris met gemeenten hierover concrete bestuurlijke afspraken gaat maken en gaat toezien op de naleving daarvan.

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het AO WWB-onderwerpen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > juni