Bijdrage Ed Anker aan het plenaire debat Gastouderopvang

dinsdag 02 juni 2009 14:00

De heer Anker (ChristenUnie):

Kinderopvang is een levendig onderwerp en dat past ook wel, want het gaat om ouders die op het kruispunt, of het spitsuur zoals net iemand zei, van hun leven staan. Ze zijn klaar met hun opleiding, staan aan het begin van hun carrière, zijn net getrouwd of op een andere manier samen, en ze hebben kinderen. Het gaat natuurlijk ook om kinderen die misschien al naar school gaan, of nog net niet, en die eraan moeten wennen dat papa en mama niet altijd thuis kunnen zijn. Soms past opa of oma op, of komt die ene mevrouw uit de buurt langs, of gaan ze met nog meer kinderen naar de opvang toe. Kinderopvang komt dus heel erg dichtbij. Het gaat om de manier waarop anderen de zorg van ouders even overnemen. Het is daarom erg belangrijk dat dit goed gebeurt, dat ouders vertrouwen hebben in degene die het kind opvangt en dat de opvang aansluit bij de opvoeding die de ouders geven. Daarom is het voor de ChristenUnie heel belangrijk dat ouders de mogelijkheid hebben om de kinderopvang vorm te geven op een manier die bij de ouders past. De geschiedenis van dit wetsvoorstel past overigens ook wel bij een bruisend gezinsleven. Er zijn een aantal dingen veranderd gedurende de behandeling; sommige zaken zijn op het laatste moment nog gewijzigd. Nu het wetsvoorstel er ligt, moet het ook een beetje rap behandeld worden.

In eerdere debatten over de toekomst van de kinderopvang is het uitgangspunt van de ChristenUnie altijd duidelijk geweest. De keuzevrijheid van ouders staat voorop als het gaat om de combinatie van arbeid en zorg. Mijn fractie vindt dat ouders de eerste verantwoordelijkheid en de eindverantwoordelijkheid hebben voor de opvoeding van hun kinderen en de ruimte moeten hebben om daarbinnen hun eigen keuzes te maken. Hier past bij dat niet alleen de ouders gecompenseerd worden die voor een kinderdagverblijf kiezen, maar ook diegenen die kiezen voor een kleinschalige vorm van kinderopvang zoals de gastouderopvang. Dat is ons ideaalplaatje. Tegelijk zien we de laatste jaren de kosten voor kinderopvang de pan uitrijzen door een toegenomen vraag in de totale kinderopvang: gastouderopvang, buitenschoolse opvang en opvang door kinderdagverblijven. Deze stijging leidt ondanks de extra investeringen tot grote tekorten op de begroting. Wij hebben er dan ook begrip voor dat de staatssecretaris is gekomen met een pakket aan maatregelen om het kinderopvangstelsel voor de langere termijn financieel houdbaar te houden. Wat de ChristenUnie-fractie betreft, is de uitdaging daarbij om kinderopvang toegankelijk te houden en de keuzevrijheid voor de vraagouders te waarborgen.

Vorig jaar schetste de staatssecretaris reeds de uitgangspunten van een nieuw stelsel. In het debat dat daarop volgde, had de ChristenUnie nog wel grote vraagtekens bij een aantal voorstellen. Ik noem de lage vergoeding van slechts € 2,50, het maximum van twaalf uur in de thuisopvang en het minimum aantal op te vangen kinderen waar in de brief over werd gesproken. Dit zijn stuk voor stuk punten die in het herziene voorstel niet meer terug te vinden zijn en dat is wat ons betreft winst. Dit betekent niet dat ingrijpen in het stelsel geen pijn doet. Er rest dan ook nog wel een aantal vragen.

Om te voorkomen dat ouders een aantal opvanguren aanvragen die in geen enkele relatie staat tot het werkelijke aantal uren arbeid, is er in het wetsvoorstel terecht voor gekozen een maximum te stellen aan het aantal uren waarvoor een kinderopvangtoeslag kan worden verkregen. In het wetsvoorstel is bepaald dat dit maximum aantal uren per soort kinderopvang verschillend kan worden vastgesteld. Echter niet de vorm van de opvang maar de leeftijd van het kind is hoofdzakelijk bepalend voor het benodigd aantal uren opvang. In de memorie van toelichting wordt als voorbeeld gegeven dat het bij de opvang van kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar in gastouderopvang of in een kindcentrum gaat om ongeveer 220 uur per maand. Terecht wordt daar geen onderscheid naar vorm van opvang gemaakt, maar wordt het aantal uren gerelateerd aan de leeftijd van de kinderen. De opvangbehoefte voor kinderen die naar school gaan, is natuurlijk een andere dan die voor de allerkleinste kinderen, die volledige dagopvang nodig hebben. Ik heb daarom een amendement ingediend om het maximumaantal uren te vergoeden kinderopvang vast te stellen per leeftijdsgroep, in plaats van per soort kinderopvang. Ik hoor heel graag hoe de staatssecretaris daarover denkt.

In plaats van controle door de GGD op het niveau van het gastouderbureau zal er gecontroleerd gaan worden op het niveau van de individuele gastouder en de opvanglocatie. Te stellen kwaliteitseisen moet je serieus nemen, maar het vraagt nogal wat van de GGD, die er tot nu toe niet in slaagde om alle gastouderbureaus te controleren. Dit ging om honderden, terwijl er straks waarschijnlijk duizenden gastouders te controleren zijn.

Ik hoor graag van de staatssecretaris of zij kan garanderen dat die controle voor het huidige bestand van gastouders tijdig kan plaatsvinden. Hoe snel zal een nieuwe gastouder op het bezoek van de GGD kunnen rekenen? Kan zij nog eens uiteenzetten waarom er is gekozen voor een totaalcontrole in plaats van een steekproefsgewijze controle?

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel wordt terecht gesteld dat gastouderopvang vanwege het flexibele karakter ook wordt gebruikt door ouders met onregelmatige werktijden of werktijden buiten kantooruren. Ook biedt gastouderopvang uitkomst in gebieden waar gewone kinderopvang niet of moeilijk voorhanden is.

Ik ben blij dat er ten opzichte van vorige voorstellen een verbetering is aangebracht voor de locatie van de opvang. De opvang kan plaatsvinden op het adres van de gastouder of op het adres van een van de vraagouders van wie de kinderen worden opgevangen. Dit komt het flexibele karakter van de gastouderopvang ten goede. Daarnaast bestaat echter nog wel de beperking dat de gastouderopvang op niet meer dan een plaats opvang mag bieden. Dit roept de vraag op wat hiervan het gevolg zal zijn, juist voor de opvang van kinderen die niet in de gewone opvang terecht kunnen. Een gastouder zal zich wel tweemaal bedenken om de een of twee kinderen van een verpleegkundigen op te vangen als er op onregelmatige tijden nachtdiensten moeten worden gedraaid. Zo zijn er wel meer voorbeelden te noemen zoals politieagenten. Hoe schat de staatssecretaris dit in? Op welke wijze is de toegang tot de kinderopvang voor deze groep gewaarborgd? Het zou een belangrijke verbetering van de gastouderopvang zijn als het voor gastouders mogelijk wordt om op meerdere locaties opvang te bieden. Kan de staatssecretaris toelichten waarom zij deze stap niet wil zetten? Alleen het controleargument lijkt zo dun op het moment dat in de voorwaarden voor het gastouderschap al extra eisen zijn gesteld. Het amendement van mevrouw Van Gent lijkt mij dan ook erg aanlokkelijk. Ik krijg graag een reactie van de staatssecretaris.

Bij de invoering komt er een risico te liggen bij de vraagouders. Als de gastouder er niet in slaagt om binnen een jaar aan alle eisen te voldoen, moet de vraagouder de ontvangen kinderopvangtoeslag terugbetalen. Dit risico is te billijken als de vraagouders zelf invloed kunnen uitoefenen op het behalen van een kwalificatie door de gastouder. Dit is misschien wel voor een deel mogelijk, maar voor een ander, groot deel is de vraagouder afhankelijk van externe factoren. Het is de vraag of de GGD en de roc's de zaak op tijd op orde hebben. Daarnaast kunnen er andere omstandigheden zijn die de vraagouder en zelfs de gastouder niet in de hand hebben zoals ziekte, een nieuwe baan voor de gastouder, een verhuizing, et cetera. Ik vind het risico wel heel erg groot en ik hoop dat de staatssecretaris mijn zorg op dit punt kan wegnemen. Het enkele argument dat de weg naar de bestuursrechter openstaat, is voor mijn fractie niet erg geruststellend. Sterker nog, de gastouder lijkt buiten schot te blijven op het moment dat hem wel wat te verwijten valt. Dit is namelijk een kwestie tussen de Belastingdienst en de vraagouder. Kan dit risico niet beter en meer worden gespreid, ook op een manier dat de gastouder aansprakelijk is als hij niet aan de eisen voldoet?

De staatssecretaris schetst in de nota naar aanleiding van het nader verslag twee routes voor gastouders om zich te kwalificeren: een mbo-kwalificering en een erkende EVC-procedure. Kan zij de contouren van zo'n EVC-procedure schetsen? Op welke competenties wordt er getoetst? Op basis waarvan worden de competenties vastgesteld? Mijnfractie gaat ervan uit dat een ervaren gastouder uit het huidige bestand zich zonder moeite door middel van de EVC-procedure moet kunnen kwalificeren. Is dit ook het uitgangspunt bij het opstellen van de competentieprofielen? Daarnaast dient het uitgangspunt te zijn dat de kosten voor de opleiding of het kwalificatietraject zo laag mogelijk zijn. Wat zijn voor de staatssecretaris acceptabele opleidingskosten? Ziet zij ook wegen om gastouders hierin tegemoet te komen?

Zoals ik al eerder stelde, is het bij het komen tot een nieuw stelsel een uitdaging om de kinderopvang houdbaar en toegankelijk te houden en de keuzevrijheid van de vraagouders te waarborgen. Dit evenwicht is in hoofdlijnen terug te vinden in het voorliggende voorstel. Ik hoop dat wij vandaag de laatste vraagtekens bij het voorstel kunnen wegstrepen opdat orde, rust en regelmaat weer terugkomen aan het kinderopvangfront.

De voorzitter:

Reinheid, rust en regelmaat. Dr. Spock.

De heer Anker (ChristenUnie):

Reinheid, zo zie je maar.

Mevrouw Langkamp (SP):

Is de heer Anker aan het einde van zijn betoog?

De heer Anker (ChristenUnie):

Dat hangt af van uw vraag.

Mevrouw Langkamp (SP):

Ik ken de fractie van de ChristenUnie als een warm voorstander van de opvang van kinderen door familie. Zij heeft er altijd aangehecht dat de opa en omaregeling -- zoals zij in de volksmond wordt genoemd -- in de Wet kinderarbeid behouden zou blijven.

Toch is die gesneuveld. Waarom bent ook u overstag gegaan en heeft u dit voor u zo belangrijke punt opgegeven?

De heer Anker (ChristenUnie):

Een heel terechte vraag. De term "opa-en-omaregeling" hadden we eigenlijk nooit moeten gebruiken; die heeft veel verkeerd gedaan in de beeldvorming. Ik zal hierover iets uitweiden. Wij vinden het belangrijk dat ouders de kinderopvang kunnen vormgeven op een manier die bij hen past; dat kan zijn door een bekende, familielid of iemand uit te straat daarvoor in te schakelen. Er kwam een regeling die inderdaad wat veel werd gebruikt. In het slechtste geval werd het de opa-en-omaregeling, maar er kwamen ook veel opa's en oma's die niet eens een vergoeding wilden krijgen. Naar ons idee is de gastouderregeling in feite opgerekt, zodat gastouders -- bekenden, familie, opa en oma, die hele categorie -- op een gemakkelijke manier konden instromen in het gastouderbestand. Zij moesten het gastouderschap daarvoor ook serieus nemen, maar ik denk dat je dat mag verwachten als er wat tegenoverstaat. Daar kunnen wij mee leven. Er zitten nog twee andere kanten aan: de locatie-eis is losgelaten, dus ook bij de ouders thuis kan worden opgevangen en dat is een belangrijk voordeel van de opa-en-omaregeling; en het maximumaantal van maar 12 uur per week is er ook vanaf gegaan. Door deze zaken vinden wij dit nieuwe voorstel een stuk beter verteerbaar.

Mevrouw Langkamp (SP):

U geeft geen echt antwoord op mijn vraag. U vertelt dat van de regeling gemakkelijk misbruik kon worden gemaakt. Dat wisten wij een jaar geleden ook al, dus op dat punt is helemaal niets veranderd. Die andere twee zaken die u noemde zijn pas in latere instantie veranderd. Nogmaals mijn vraag: wat was voor u de precieze reden om dit op te geven?

De heer Anker (ChristenUnie):

Het is niet zo heel gek. Een jaar geleden leek dit hele verhaal het best haalbare te zijn en daar waren wij helemaal niet zo blij mee. Op een goed moment moet je echter reëel zijn. Als alles alleen maar naar de professionele gastouderopvang zou gaan, met een heel hoge eis, hadden wij echt een probleem gehad. Maar de gastouderopvang is echt beter bereikbaar geworden voor mensen. De eisen als EHBO et cetera vinden wij prima te verdedigen en daar staat een, vergeleken met het oude voorstel, iets betere vergoeding tegenover.

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Ed Anker aan het plenaire debat Gastouderopvang'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > juni