Inbreng bij belastingplan 2007

donderdag 05 oktober 2006 13:14

Algemeen
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Belastingplan 2007. Deze leden herkennen zich in de prioriteiten die het kabinet zich stelt voor 2007: verbetering van de economische structuur en de koopkracht. Met betrekking tot de verwezenlijking van deze prioriteiten wordt door de leden van de ChristenUnie-fractie op sommige punten anders gedacht dan door het kabinet, met name als het gaat om sommige koopkrachtverbeterende maatregelen. Daarnaast – maar dat is bij de Algemene Politieke en Financiële beschouwingen genoegzaam aan de orde geweest – had de ChristenUnie graag gezien dat het kabinet naar een groter begrotingsoverschot had gestreefd voor 2007. In dat kader volstaan deze leden met het verwijzen naar de tegenbegroting van de ChristenUnie “Versterking van het fundament; voorstellen voor een christelijk-sociale bijstelling van de begroting voor 2007”

Arbeidsmarkt- en inkomensbeleid
De leden van de ChristenUnie kunnen instemmen met de meeste van de voorgestelde maatregelen, zoals de verhoging van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting en de verlaging van de tarieven in de 1e en 2e schijf. Deze leden blijven echter moeite houden met de voorgestelde verhoging van de inkomensgrens van € 96.000 naar € 130.000, die recht geeft op de kinderopvangtoeslag. In hoeverre draagt een dergelijke maatregel bij aan de arbeidsparticipatie? Resulteert deze maatregel niet veeleer in een substitutie tussen onderscheiden vormen van kinderopvang?

Overig
Naar aanleiding van de gevoerde discussie bij de behandeling van ‘Werken aan Winst’ over stakingswinsten hebben de leden van de ChristenUnie-fractie nog een paar vragen en opmerkingen.

Naar de mening van deze leden zou de invoering van de MKB-winstvrijstelling aangegrepen moeten worden om de belastingdruk op stakingswinsten integraal te verzachten door de nieuwe 10%-vrijstelling zonder meer toe te passen op winst bij staking van een onderneming of een gedeelte ervan, ook als de belastingplichtige al langer niet meer kwalificeert als ondernemer of aan het urencriterium voldoet. Stakingswinsten bestaan immers veelal voor het grootste deel uit inflatoire waardestijging van gebouwen en/of grond, doorgaans gegroeid gedurende vele jaren. In dit verband willen deze leden er aan herinneren dat de Commissie voor de Verzoekschriften van deze kamer in 2002 een verzoekschrift van een weduwe wier man in 2001 was overleden en bij wie de waardestijging over maar liefst 68 jaren van een bedrijfspand tegen het maximale tarief van 52% is belast, toch enigszins met het schaamrood op de kaken heeft moeten afdoen met de overweging dat de wetgever nu eenmaal bewust voor deze uitkomst heeft gekozen (2003-2004, 29 235, nr. 10).

Het moet gezegd worden dat de collega’s in de Eerste Kamer indertijd op dit punt, met recht, kritischer zijn geweest dan de Tweede Kamer. In zijn brief van 1 september 2003 geeft de staatssecretaris richting de Eerste Kamer aan dat de “piek-heffing” over stakingswinsten ook zijn aandacht heeft. Het gezamenlijke belang van Kamer en regering is zijns inziens in het algemeen te herleiden tot het streven naar een redelijke en zo min mogelijke belemmerende fiscale behandeling van bedrijfsoverdrachten en (in het verlengde hiervan) bedrijfsbeëindigingen (2002-2003, 27 466, nr. 296). De staatssecretaris heeft toen beloofd erop terug te zullen komen. Dat deed hij met het rapport “Bedrijfsoverdracht, continuïteit door fiscaliteit” (12 juli 2004, nr. WDB 2004-420M). De staatssecretaris vergoeilijkt daarin de afschaffing van het bijzonder tarief op stakingswinsten door te wijzen op de verlaging van het toptarief in 2001 van 60% naar 52% en de diverse faciliteiten voor bedrijfsoverdrachten. Deze argumenten zijn naar de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie flinterdun. Door de invoering van de MKB-winstvrijstelling dreigt nu zelfs een omgekeerde situatie te ontstaan: door die vrijstelling betalen de meeste ondernemers door de jaren heen feitelijk nimmer een hoger belastingtarief dan 46,8% (90% van het toptarief van 52%), terwijl zij bij staking en realisatie van stille reserves het risico lopen van een afrekening tegen 52%. Bovendien wordt stakingswinst niet alleen gerealiseerd bij bedrijfsoverdracht, maar ook bij bedrijfsbeëindiging; voor bedrijfsbeëindigingen zijn er niet of nauwelijks verzachtende faciliteiten en loopt men evenzeer het risico van afrekening tegen het toptarief van 52%.

De leden van de ChristenUnie-fractie dagen de minister uit om nog bij het Belastingplan 2007 met een voorstel te komen met de door deze leden beschreven strekking, dat de MKB-winstvrijstelling integraal gaat gelden voor winst met of bij gehele of gedeeltelijke staking; oftewel een belastingheffing van de facto 46,8% over stakingswinsten – met name stille reserves in onroerende zaken – is meer dan voldoende en consistent ten opzichte van de heffing over de meeste jaarwinsten mét toepassing van de MKB-winstvrijstelling.
Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Inbreng bij belastingplan 2007'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > oktober