Inbreng bij de Wet gelijke behandeling

woensdag 25 oktober 2006 09:52

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel hetgeen uitbreiding beoogt van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronisch ziekte naar de sector primair en voortgezet onderwijs.

Delen de indieners de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie dat met de uitbreiding van de Wet gelijke behandeling CZ/H meer recht wordt gedaan aan een daadwerkelijk gelijke behandeling dan met de introductie van de zorgplicht in het reguliere onderwijs, zoals de regering op termijn beoogt? Kunnen zij voor de helderheid aangeven nog eens aangeven waar het verschil in benadering precies in zit?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de indieners naar de stand van zaken met betrekking tot de integratiewet Awgb?

De indieners erkennen dat na de invoering van de Leerlinggebonden Financiering een toename van het aantal zorgleerlingen werd geconstateerd. Volgens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is dit enerzijds het logische gevolg van het feit dat er voor dergelijke leerlingen voor de invoering van de (LGF) geen regeling bestond. Maar anderzijds door autonome ontwikkelingen, zoals veranderde opvoedingspatronen, wijzigingen in de rol van het gezin, de komst van andere normen en waarden ( Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30300 VIII en 27728, nr. 267) ? Delen indieners deze visie? Op welke wijze kan naar de mening van de indieners de overheid een bijdrage leveren in het voorkomen dat een leerling zorgleerling wordt, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie?

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in de Memorie van Toelichting tegenstrijdige signalen staan over eventuele extra kosten waarmee de uitbreiding van de Wet gelijke behandeling gepaard zal gaan. Op p. 8 MvT wordt gesteld dat van de uitbreiding van de WGBH-CH een beperkte extra druk kan uitgaan tot het aanvragen van voorzieningen op grond van de LGF of andere regelingen. Op andere plaatsen wordt echter het rapport van Smets en Hoven aangehaald, dat laat zien dat uitbreiding mogelijk is en niet leidt tot aanmerkelijke meerkosten. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de indieners deze tegenstrijdigheid toe te lichten? Te meer omdat deze leden er vanuit gaan dat, gezien ook de toename van de kosten bij de invoering van de regeling LGF, uitbreiding van de WGBH-CH wel tot extra kosten zal leiden. Zij vragen de indieners een nadere onderbouwing te geven, omdat voorkomen moet worden dat scholen extra taken krijgen, maar niet de bijbehorende middelen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie-fractie vragen de indieners tenslotte of zij vinden dat de gelijke toegang tot het hoger onderwijs op dit moment afdoende is geregeld? In antwoorden op vragen bij het wetsvoorstel 30832, stelt de regering dat de Wet gelijke behandeling Chronisch Zieken en gehandicapten ook ziet op het hoger onderwijs. Naar de mening van deze leden is dit nog niet het geval. Zien zij dit juist, zo vragen zij indieners? Zo ja, hebben indieners overwogen ook het hoger onderwijs onder de reikwijdte van hun initiatiefwetsvoorstel te brengen? Zo nee, waarom niet?

Labels
André Rouvoet
Bijdragen
Onderwijs

« Terug

Reacties op 'Inbreng bij de Wet gelijke behandeling'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2006 > oktober