Inbreng bij Schelde-estuarium

donderdag 05 juli 2007 10:36

De leden van de ChristenUnie fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van genoemd wetsvoorstel. Zij hebben de volgende vragen:

Het verdrag bevat in artikel 3 een omschrijving van te verrichten projecten en werken waaronder de realisatie van natuurprojecten en verruiming van de vaargeul. In de memorie van toelichting wordt gesteld dat de Verdragsluitende Partijen bij de keuze van natuurprojecten zich hebben laten leiden door het principe “Ruimte voor de rivier”. Genoemde leden zouden graag een toelichting ontvangen hoe dit principe is toegepast bij de Westerschelde en welke gevolgen dit heeft gehad voor het voorstel. De natuurprojecten zijn toch allereerst een gevolg van de Vogel- en Habitatrichtlijn?

Gesteld wordt dat Nederland minimaal 600 ha estuariene natuur zal aanleggen. Hoe verhoudt dit zich tot de alternatieve voorstellen die de provincie Zeeland nog zal uitwerken en die door de minister als kansrijk worden gezien (brief minister LNV 27 april 2007, 26980, nr 33, blz. 4)? Genoemde leden hebben vernomen dat gedeputeerde staten van Zeeland op 5 juni 2007 hebben vastgesteld dat een Zeeuws Akkoord over het natuurpakket Westerschelde niet mogelijk is. GS heeft daarbij gezegd dat de provincie hierover verder overleg zal plegen met de minister over het vervolgtraject. Heeft dit overleg al plaats gevonden en wat zijn de resultaten van dit overleg? Is het kabinet samen met de provincie nog steeds actief op zoek naar alternatieven voor ontpoldering? Zou dit geen gevolgen moeten hebben voor het voorliggende verdrag?

Genoemde leden zouden willen weten of natuurcompensatie respectievelijk het realiseren van estuariene natuur conform de VHR ook buiten het Scheldegebied mag plaatsvinden mede gezien de gevoelige snaar die ontpoldering raakt bij de Zeeuwse bevolking. Deelt de minister de mening dat ontpoldering alleen aan de orde dient te zijn als dit voor de veiligheid noodzakelijk is? Zou compensatie ook plaats kunnen vinden op het grondgebied van België?

Hoe verhoudt dit verdrag, dat uitgaat van de start van de projecten Hertogin Hedwigepolder en het noordelijke deel van Prosperpolder in 2007, zich tot de aangenomen motie van der Staaij (26 980, nr. 30) die stelt dat er géén sprake mag zijn van onvrijwillige (landbouw)-grondverwerving voor ontpoldering?

Labels
Bijdragen
Ernst Cramer

« Terug

Reacties op 'Inbreng bij Schelde-estuarium'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > juli