Vragen over het onbreken van buitenruimten in nieuwbouwwoningen

woensdag 03 oktober 2007 16:09

Vragen van de leden Depla (PvdA) en Ortega-Martijn ChristenUnie) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het ontbreken van adequate buitenruimten in nieuwbouwwoningen. (Ingezonden 13 september 2007)

1
Bent u op de hoogte van het «Jaarverslag 2006» van de Stichting VACpunt Wonen?(1)
2
Deelt u de mening dat de gegevens uit dit jaarverslag de in schriftelijke vragen geuite zorg over de realisatie van fietsenbergingen(2) bij nieuwbouwwoningen afdoende onderbouwen?
3
Stemmen de gegevens van het jaarverslag overeen met de cijfers over de aanwezigheid en plaatsing van een aparte buitenberging of garage (naar woningtype) van in 2006 verkochte woningen die in het kader van de «kwaliteitsmodule» van de Monitor Nieuwe Woningen in kaart zijn gebracht? Zo neen, in welke mate geven deze cijfers een ander beeld?
4
Deelt u de mening dat berg- en buitenruimten, met name voor het stallen van fietsen, de gebruikskwaliteit en de toekomstwaarde van een woning zo zeer ten goede komen dat als «de markt» faalt om deze te realiseren overheidsingrijpen noodzakelijk is?
5
Deelt u de mening dat het streven naar duurzaamheid en in dit kader vooral toekomstbestendigheid in de woningbouw gebaat is bij het aanbieden van goede buitenruimten?
6
Deelt u de mening dat de in het jaarverslag geschetste situatie het herinvoeren van minimumeisen met betrekking tot buitenruimte en bergruimte binnen en buiten de woning in het Bouwbesluit op zo kort mogelijke termijn rechtvaardigt? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer een voorstel daartoe verwachten? Zo neen, waarom niet?

Bron
1 «Jaarverslag 2006», VACpunt Wonen, april
2007.
2 Aanhangsel Handelingen nr. 1837,
vergaderjaar 2006–2007.

Antwoord
Antwoord van minister Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie). (Ontvangen 10 oktober 2007)
1
Ja.
2
In de afgelopen periode zijn in de media diverse berichten verschenen over de realisatie van (fietsen)bergingen en buitenruimten. In deze artikelen zijn cijfers aangehaald uit onderzoeken van o.a. VACpunt Wonen, Vereniging Eigen Huis (VEH) en de 4 grote gemeenten in Nederland (4G gemeenten). De informatie uit het jaarverslag 2006 van VACpunt Wonen, en de onderzoeken van de hiervoor genoemde organisaties, onderbouwen inderdaad de door uw kamer geuite zorg over realisatie van (fietsen)bergingen bij nieuwbouwwoningen.
3
Onlangs is het onderzoeksresultaat van de Kwaliteitsmodule Monitor Nieuwe Woningen gereed gekomen. Ten behoeve van de beantwoording van de vragen van Uw kamer zijn de bevindingen t.a.v. buitenbergingen vergeleken met de onderzoeksresultaten uit onderzoeken van de bij vraag 2 genoemde organisaties. Een directe vergelijking van de cijfers, ofwel uitkomsten, uit de diverse onderzoeken is lastig gebleken, aangezien zowel de onderzoeksmethoden alsook onderwerpen van onderzoek verschillen. In het jaarverslag 2006 van VACpunt Wonen is een Top 5 van knelpunten bij o.a. woongebouwen gepresenteerd. Op plaats 2 staat het ontbreken van bergruimte of onvoldoende kwaliteit van deze voorziening. Deze Top 5 is samengesteld aan de hand van een eigen onderzoek onder de VAC-adviescommissies in het land.Het resultaat laat een score zien van knelpunten in de nieuwbouw, op basis waarvan een signaal is  afgegeven richting de markt en politiek. Over aantallen woningen zonder berging of buitenruimte (naar type woningen) wordt geen informatie gegeven. In hetkader van het onderzoek Kwaliteitsmodule Nieuwe Woningen  is gekeken naar de kwaliteit van ruim 40.000 nieuwbouw koopwoningen,gerealiseerd door marktpartijen. Nieuwe woningen gerealiseerd door woningcorporaties (huur en koop woningen) zijn niet meegenomen, evenmin de particuliere huurwoningen en woningen gebouwd onder particulier opdrachtgeverschap. Het onderzoek levert informatie op over woningen die verkocht zijn in 2006. Van deze woningen zijn in het kader van het onderzoek de  bouwtekeningen bestudeerd. Deze woningen hoeven nog niet gebouwd of opgeleverd te zijn. Een directe vergelijking tussen de gegevens van VACpunt Wonen en de onderzoeksgegevens uit de Kwaliteitsmodule is vanwege het verschil in cijfers (ranking knelpunten resp. aantal woningen zonder berging) niet mogelijk. Eveneens wordt in de media melding gemaakt van onderzoeken van VEH onder kopers van een nieuwbouwwoning. Hieruit blijkt dat veel (potentiële) kopers behoefte hebben aan voorzieningen als een (buiten)berging en buitenruimte. De cijfers leveren echter geen directe informatie op over hoeveel nieuwbouwwoningen zonder berging of buitenruimte zijn gerealiseerd. Op het onderwerp realisatie van bergingen en buitenruimten heb ik een brief d.d. 2 april 2007 ontvangen van de gemeente Rotterdam, namens de vier grote gemeenten (G4: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). In deze brief vragen de 4 grote gemeenten de voorschriften voor de aanwezigheid en afmetingen van buitenbergingen en buitenruimten, zoals die gold tot d.d. 1 januari 2003, weer in het Bouwbesluit op te nemen. Om een goed beeld te krijgen van de realisatie van (buiten)bergingen en buitenruimten zijn de cijfers uit het onderzoek Kwaliteitsmodule Monitor Nieuwe Woningen door mij vergeleken met de cijfers uit onderzoeken naar de kwaliteit van nieuwbouwwoningen in Amsterdam en Rotterdam. Beide gemeenten monitoren regelmatig de productie en kwaliteit van hun nieuwbouwwoningen. In het kader van het onderzoek Basiskwaliteit Woningbouw Amsterdam (BWA) van de gemeente Amsterdam worden architecten jaarlijks gevraagd of een (buiten)berging en buitenruimte in een specifiek project wordt gerealiseerd. Gemeente Rotterdam kent een vergelijkbaar project om de kwaliteit van nieuwbouwwoningen te monitoren. De cijfers uit het onderzoek Kwaliteitsmonitor van  gemeente Rotterdam zijn gebaseerd op de woningen waarvan in een kalenderjaar met de bouw is gestart,  dus niet op de opgeleverde woningen in de verslagperiode. De Kwaliteitsmodule Monitor Nieuwe woningen rapporteert landelijke cijfers. Om een vergelijking te kunnen maken met de cijfers uit de onderzoeken van gemeente Amsterdam en Rotterdam zijn in het kader van de Kwaliteitsmodule de gegevens van de vier grote steden  (G4) verzameld. Weliswaar zijn de uitgangspuntenen methoden van onderzoek  verschillend, er kan op basis van de vergelijking een aantal conclusies worden getrokken. In het segment koopwoningen geldt voor appartementen, ofwel meergezinswoningen, in de grote steden dat ca. 15% (Kwaliteitsmodule*) tot ca. 22% (onderzoek Rotterdam) geen berging heeft. * In de Kwaliteitsmodule zijn geen gegevens opgenomen over koopwoningen gebouwd door of in samenwerking met de woningcorporaties. Een lager percentage kan hierdoor worden verklaard. Op grond van het onderzoek in Amsterdam blijkt verrassend genoeg het tekort aan bergingen bij eengezinswoningen groter dan bij appartementen (22% resp. 14%). Voorts blijkt uit het onderzoek van de gemeente Amsterdam dat ca.  9% van de huurwoningen in de periode aug. 2006–aug. 2007 geen eigen berging heeft, zoals destijds was voorgeschreven in het Bouwbesluit. In dezelfde periode had ca. 30% van de koopwoningen geen eigen berging. Weliswaar is het tekort bij huurwoningen groter, daartegenover staat dat huurwoningen vaker over een gemeenschappelijke berging beschikken. Het is lastig de conclusie te trekken, maar de bevinding uit het onderzoek van de Kwaliteits-module Monitor Nieuwe Woningen duidt er op dat het percentage nieuwbouwwoningen zonder berging (of garage) landelijk gezien iets lager ligt dan in de 4 grote steden.
4
Met u ben ik van mening dat de bergen buitenruimte bijdragen aan de kwaliteit van de woning. Uit onderzoek uitgevoerd door consumentenorganisaties, maar ook in opdracht van mijn eigen ministerie, blijkt dat de consument dergelijke voorzieningen wenst. Hiermee zal dit zeker van invloed zijn op de toekomstwaarde van de woning. Reden voor het schrappen van de voorschiften ten aanzien van de bergen buitenruimte destijds was vermindering van regeldruk voor burgers en bedrijven. Daarbij was het de verwachting dat de markt dit zelf zou oppakken, aangezien de consument zelf vraagt om deze (buiten)berging en buitenruimte. Op basis van onderzoek (zie ook vraag 3) blijkt nu dat de realisatie van de bergen buitenruimte achterblijft op de verwachting. Ik ben dan ook teleurgesteld in de marktwerking voor wat betreft de realisatie van deze voorzieningen. Toch vind ik dat de marktpartijen in de nieuw-bouwsector (ontwikkelaars, bouwers, woningcorporaties) verantwoordelijk zijn woningen aan te bieden die tegemoet komen aan de vraag. Derhalve roep ik deze marktpartijen op – daar waar mogelijk – deze voorzieningen ook daadwerkelijk te realiseren. Ik zal in overleg treden met de betrokken marktpartijen om hen daadwerkelijk hierop aan te spreken. Ik zal medio 2008 opnieuw meten of de marktpartijen haar verantwoordelijkheid in deze heeft genomen. Indien dan blijkt dat de realisatie van berg- en buitenruimten alsnog achterblijft op mijn verwachting, en dat marktpartijen  geen noemenswaardige stappen hebben ondernomen dit te verbeteren, zal ik deze kwaliteitsvereisten opnemen in de(bouw)regelgeving.
5
De aanwezigheid van een buitenruimte (balkon, dakterras of tuin) is één van de aspecten die van belang zijn voor de kwaliteit van de woning. Mij is geen onderzoek bekend over wat de eventuele bijdrage is van de buitenruimte op de «duurzaamheid» van de woning. Hierover kan ik derhalve geen uitspraak doen. Ik kan me echter wel iets voorstellen bij «toekomstbestendigheid» van de woning. Door de aanwezigheid van een buitenruimte heeft de woningmeer flexibiliteit om in de toekomst aangepast te kunnen worden aan de nieuwe wensen en behoeften van toekomstige bewoners. Voor de prijsbepaling van de woning, en wellicht de toekomstwaarde, zijn diverse kwaliteitsaspecten van belang. Enkele belangrijke parameters zijn, in willekeurige volgorde: woonoppervlakte, inhoud van de woning, het aantal kamers, staat van onderhoud, locatie, voorzieningen in de buurt, etc. De aanwezigheid van de buitenruimte zal hiervan ook onderdeel uitmaken. Inwelke mate deze voorziening bijdraagt aan de verkoopwaarde is afhankelijk van de voorziening zelf (maatvoering) en de waardering die de markt (toekomstige koper) hieraan geeft.
6
Zie het antwoord op de vragen 3 en 4.

Labels
Cynthia Ortega
Vragen

« Terug

Reacties op 'Vragen over het onbreken van buitenruimten in nieuwbouwwoningen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > oktober