Bijdrage Eppo Bruins aan de Wet arbeidsmarkt in balans

donderdag 31 januari 2019 00:00

Bijdrage Eppo Bruins aan een plenaire wetsbehandeling met minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamerstuknr. 35074

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Een kleine hightechondernemer in Drenthe zei mij laatst: "Bij ziekte van een van mijn mensen is het niet uitbetalen van mijn eigen salaris de enige buffer die ik heb." Een intercedent in de thuiszorg vertelde me hoe bizar ze het vindt dat ze van haar directie mensen telkens zes maanden thuis "moet" laten zitten, terwijl ze handen tekortkomt. "Moet" in "moet laten zitten" staat natuurlijk tussen aanhalingstekens. Laatst nog vertelde iemand met een lichte handicap me: "Ik word vaak tijdelijk geplaatst bij prachtige bedrijven, maar zodra het erop aankomt of ik in dienst kan komen, durven ze het toch niet met me aan."

Dat zijn zomaar drie voorbeelden uit de praktijk die aangeven hoezeer wetgeving over de arbeidsmarkt raakt aan de levens van mensen. Het zijn drie voorbeelden die allemaal schetsen hoe teer de balans is tussen belangen, tussen enerzijds het bieden van kansen en anderzijds het bieden van bescherming. Het is dus hard nodig dat we maatregelen treffen voor meer balans op de arbeidsmarkt, want we zien dat de afgelopen jaren de totale arbeidsverhoudingen in rap tempo veranderd zijn. Een leven lang bij dezelfde baas is inmiddels een zeldzaamheid geworden. Laten we de positieve kant daarvan ook niet uit het oog verliezen. Veel mensen kiezen er bewust voor om te switchen van baan of sector of om als zelfstandige aan de slag te gaan. Zij floreren daar ook bij. De mobiliteit is enorm toegenomen en dat heeft zeker ook positieve kanten, maar we zien tegelijk dat ons stelsel van sociale zekerheid in het geding komt door die veranderende arbeidsverhoudingen. En door de enorme toename van zzp'ers komen we voor forse uitdagingen te staan ten aanzien van onze collectieve regelingen en pensioenen.

We spreken vandaag dan ook eigenlijk over een half wetsvoorstel, want de zzp-maatregelen uit het regeerakkoord horen hier integraal bij. We zien immers dat bij veel zzp'ers maar ook bij mensen met flexibele contracten hun zekerheden onder druk staan: heb ik nu en later nog wel inkomen, bouw ik wel pensioen op en wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt word? Dat zijn tal van vraagstukken die om stevige maatregelen vragen.

Voorzitter. Ik vind het van groot belang dat daarbij nadrukkelijk het vraagstuk van zelfstandigen op de arbeidsmarkt wordt meegenomen. Ik wil de minister dan ook vragen om toe te lichten hoe hij staat tegenover de voorgenomen maatregelen ten aanzien van zelfstandigen. Deze vraag is vandaag vaker gesteld. Voor mijn fractie is het van belang dat deze trajecten dicht bij elkaar blijven en dat er dus ook vaart wordt gemaakt met de maatregel om zelfstandigen aan de basis van de arbeidsmarkt te beschermen en schijnzelfstandigheid te voorkomen. Kan de minister hier nader op ingaan? Hoe wil het kabinet voorkomen dat de maatregelen uit dit wetsvoorstel ertoe leiden dat werkgevers dan maar goedkope zzp'ers gaan inhuren en dat er op die manier een nog grotere kloof ontstaat tussen werknemers in dienstverband en zzp'ers?

Voorzitter. Dan wil ik nu ingaan op een aantal concrete punten uit het wetsvoorstel. Ten aanzien van flexibele arbeid het volgende. De ChristenUnie ziet de waarde en de noodzaak van flexibele arbeid, zowel voor werkgevers als werknemers. In diverse sectoren zijn er werkgevers die vanwege de aard van hun bedrijf per definitie werken met tijdelijke en flexibele contracten. Ook zijn er veel werknemers die bewust kiezen voor flexibele arbeid, zoals jongeren met een bijbaan en mensen die meerdere banen combineren. Denk ook aan verenigingen en clubs, die vaak met wederzijdse tevredenheid met flexibele arbeidsovereenkomsten werken. Kan de minister toelichten hoe flexibele arbeid haalbaar en betaalbaar blijft als die gewenst of zelfs noodzakelijk is? Zijn uitzonderingsmaatregelen of compensatiemaatregelen nodig voor werkgevers voor wie de voorgestelde maatregelen onbedoeld negatieve gevolgen hebben?

Dan de ketenbepaling. De ChristenUnie vraagt de regering om nader toe te lichten hoe een verlenging van de ketenregeling zal bijdragen aan het adagium "vast minder vast, flex minder flex". Het verwachte gevolg is immers dat werknemers langer dan nu het geval is werkzaam zullen blijven op basis van een tijdelijk contract en dus langer op een vast contract moeten wachten. We hebben net de discussies gehoord. Ik hoor graag toch die toelichting van de minister. Wel vind ik het een positief punt dat de ketenbepaling niet geldt bij invalkrachten die invallen voor zieke leraren in het primair onderwijs. Dit geeft wat ademruimte aan scholen die regelmatig invallers moeten gebruiken, bijvoorbeeld in de griepmaanden. Het doet ook recht aan het feit dat in artikel 23 van de Grondwet staat dat het onderwijs een voorwerp van aanhoudende zorg der regering is.

Voorzitter. Ik heb vragen over de voorgestelde maatregel ten aanzien van de verlenging van de proeftijd. Hoe kijkt de minister hier nu tegen aan, nu hij straks alle bijdragen heeft gehoord? Heeft dit niet inderdaad het risico in zich dat de werkgever vlak voor het verstrijken van de vijf maanden proeftijd het contract beëindigt en overgaat tot het aanbieden van een tijdelijk contract? Ik ben hier net als mijn collega's zeer kritisch over. Ik vraag mij ook sterk af of deze maatregel wel moet worden doorgezet.

Dan over payroll. Ik wil de minister vragen om nog eens nader in te gaan op de vraag of de voorgestelde definitie van de payrollovereenkomst voldoende scherp en duidelijk afgebakend is. Ontstaat zo geen verwarring tussen uitzend en payroll? Gaan de goeden niet onder de kwaden lijden omdat de kwaadwillenden de mazen in de voorgestelde definitie zullen opzoeken en werkgevers alternatieven zullen zoeken zoals contracting of zzp-constructies?

Als het gaat om payroll wil ik ook aandacht vragen voor het pleidooi van Cedris om mogelijkheden te behouden tot het verlonen, uitzenden en duurzaam detacheren van mensen met een vergrote afstand tot de arbeidsmarkt. Ik dank de minister voor de nota van wijziging die vanmiddag tot ons kwam. Daarmee wordt de mogelijkheid geschapen tot maatregelen voor deze mensen. Want de voorgestelde maatregelen lijken forse consequenties te hebben voor de mogelijkheden van bijvoorbeeld sociaal ontwikkelbedrijven om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te verlonen, uit te zenden of te detacheren, omdat dit door deze wet als payrolling beschouwd zou kunnen worden. Dat is wat de ChristenUnie betreft onwenselijk omdat wij er juist op willen inzetten dat deze mensen aan het werk komen en blijven. Hoe ziet de minister dit en hoe wil hij dit verder uitwerken?

Voorzitter. Ik vind het van belang dat de minister nader toelicht hoe wij daadwerkelijk zorgen dat er bij payrolling sprake zal zijn van zowel een adequaat ouderdoms- als nabestaanden pensioen, bijvoorbeeld door de gemiddelde werkgeverspremie te hanteren — we hoorden ook al over maximering — of door aan te sluiten bij de regeling van de inlener. Ik hoor graag een reactie van de minister.

Verder zien we dat in het wetsvoorstel veel wordt doorgeschoven naar lagere regelgeving. Hoewel ik deze keuze begrijp, kan ik mij voorstellen dat de Kamer zich hierover wil uitspreken, bijvoorbeeld via een voorhangbepaling. Hoe zou de minister dit zien?

Voorzitter. De ChristenUnie kan zich vinden in de voorstellen om een cumulatiegrond in te voeren in het ontslagrecht. Daar is al veel over gepraat vandaag. Het onderliggende principe voor rechters blijft dat een ontslag redelijk moet zijn. Dit is een essentieel principe in de ogen van mijn fractie. Ik wil de minister vragen om hier nader op in te gaan: hoe gaat die cumulatiegrond precies werken? Bij die cumulatiegrond is het volgens dit wetsvoorstel mogelijk een extra vergoeding tot 50% toe te kennen. Ik zou hier graag nog wat meer toelichting van de minister over willen ontvangen. Hebben de rechters hiermee afdoende ruimte en hebben zij op dit punt ook voldoende houvast in de wet om de hoogte van de extra transitievergoeding te berekenen? Overigens hoor ik ook dat bij de i-grond de eis van redelijkheid geldt. Dan is de vraag dus waarom de vergoeding bij die grond hoger zou moeten zijn. Is de redelijkheid van de i-grond dan inferieur aan die van andere ontslaggronden? Kortom, graag ook hier een toelichting van de minister.

Voorzitter. De wet stelt ook voor om de verhoging van de opbouw van de transitievergoeding af te schaffen bij arbeidsovereenkomsten die langer dan tien jaar duren. Hoewel dit een begrijpelijke maatregel is om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om een vast contract te bieden, zal hij toch een flinke impact hebben op met name oudere werknemers die ontslagen worden na een lang dienstverband, terwijl het voor ouderen juist lastig is om een nieuwe baan te vinden, zoals we helaas nog steeds moeten constateren. Dit onderstreept dus des te meer het belang van investeren in duurzame inzetbaarheid en een leven lang ontwikkelen. Daarom sluit ik mij graag aan bij het initiatief van mijn collega's in de coalitie om meer in te zetten op scholing, met name in het mkb. Die 48 miljoen, die al vaker is genoemd, zou bijvoorbeeld ingezet kunnen worden op innovatieve manieren om personeel te scholen of voor publiek-private samenwerkingen waarbij mkb'ers niet makkelijk zelf cash geld zouden meenemen.

Voorzitter. Er is de afgelopen jaren veel gesproken over het invoeren van een generieke calamiteitenregeling voor slecht weer. In sommige sectoren is zo'n regeling van groot belang om een uitkering voor werknemers te kunnen garanderen als er sprake is van onwerkbaar weer. Ik denk bijvoorbeeld aan glazenwassers, dakdekkers, de bouw, de agrarische sector. In het huidige wetsvoorstel is echter niet voorzien in een dergelijke regeling, terwijl de sectorale collectieve financiering door dit wetsvoorstel wel onder druk komt te staan. De ChristenUnie vindt het van belang dat er nu snel een calamiteitenregeling komt en dat de financiering goed geregeld wordt. Ik heb op dit punt een motie in voorbereiding.

Voorzitter, ik sluit af. Ik heb het nog niet gehad over de oproepkrachten, de transitievergoeding vanaf dag één en de premiedifferentiatie. De maatregelen die de wet op deze punten voorstelt, kunnen op de instemming van mijn fractie rekenen. Het zijn stuk voor stuk maatregelen die naar mijn overtuiging bijdragen aan een betere balans op de arbeidsmarkt. Al met al passeert hier een lading maatregelen de revue. Ik zie uit naar de antwoorden van de minister op mijn vragen, juist ook mijn vraag over het totale plaatje van de arbeidsmarkt en het vraagstuk van zelfstandigen, want dat kunnen we echt niet los zien van het voorliggende wetsvoorstel. Ik heb er vertrouwen in dat het kabinet ook op dat punt spoedig met maatregelen zal komen en dat dit, samen met het voorliggende wetsvoorstel, zal zorgen voor een meer toekomstbestendige en uitgebalanceerde arbeidsmarkt.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bruins.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins
Sociale Zaken

« Terug

Archief > 2019 > januari