Door: Arie Slob
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met enige zorg kennis genomen van voorliggend voorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet en van de Gaswet teneinde een onafhankelijk beheer van de distributienetten van elektriciteit en gas te bewerkstelligen (hierna: Splitsingswet).
De leden van de fractie van de ChristenUnie onderkennen dat een goede en betaalbare energievoorziening van groot belang is en een onderwerp is, waarbij de overheid belangrijke verantwoordelijkheden draagt. Hieruit volgt voor deze leden dat - overeenkomstig het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie - het netwerk in overheidshanden blijft. Deze leden stellen zich op dit moment dan ook op het standpunt dat de energiebedrijven die willen privatiseren, het distributienet achter dienen te laten bij de huidige aandeelhouders, de decentrale overheden. Energiebedrijven die niet willen privatiseren behoeven wat betreft deze leden op korte termijn niet te splitsen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben zich vanaf het moment dat de minister van Economische Zaken zijn voornemens met betrekking tot de splitsing heeft bekendgemaakt, kritisch over dit voornemen uitgelaten. En nu het wetsvoorstel voorligt aan de Kamer en een ieder kennis heeft kunnen nemen van het advies van de Raad van State, is deze kritiek eerder sterker geworden dan afgezwakt. Niet omdat gevestigde belangen worden geraakt door de plannen van de minister, maar wel omdat deze leden niet overtuigd zijn van nut en noodzaak van splitsing op dit moment en niet gerust zijn met betrekking tot de gevolgen voor alle partijen in de ‘energieketen’.
Om concurrerende prijzen voor de afnemer te realiseren is de liberalisering van de energiesector op stapel gezet en is de Implementatie- en Interventiewet (hierna: I&I-wet) ingevoerd. Als sluitstuk fungeert dit plan om een volledig onafhankelijk netbeheer te realiseren door de regionaal geïntegreerde distributiebedrijven te splitsen in een netbeheerder en een bedrijf waarin de overige activiteiten, zoals productie, handel en levering, zijn ondergebracht. En dat alles met de vaste overtuiging dat onafhankelijk beheer van gas- en elektriciteitsnetten nodig is, om eerlijke concurrentie te bevorderen teneinde het belang van de klant te dienen. Maar waarop baseert de minister zijn overtuiging dat het belang van de afnemer gediend wordt door splitsing van de energiebedrijven? Voor de leden van de fractie van de ChristenUnie is deze overtuiging meer een vooronderstelling dan een bewezen stellingname. Een heldere kosten-batenanalyse van splitsing ontbreekt immers en daarmee is er volgens deze leden onvoldoende inzicht in de (maatschappelijke) kosten en baten.
En worden de belangrijkste concrete doelen die de minister wil bereiken, het voorkomen van kruissubsidie en oneigenlijk concurrentievoordeel via kruisfinanciering, het voorkomen van uitholling van de netten door wanbeheer (leveringszekerheid) en het makkelijker maken van toezicht op nettoegang, al niet gerealiseerd met de nog jonge I&I-wet? Is het sowieso niet verstandiger te wachten, totdat de effecten van de I&I-wet meer zichtbaar zullen worden?
Een andere belangrijke overweging voor de leden van de ChristenUnie-fractie om kritisch te zijn over dit voorstel, is dat er geen enkele richtlijn vanuit de Europese Unie Nederland verplicht om over te gaan tot splitsing. Gezien de onzekere gevolgen van splitsing achten deze leden het niet verantwoord om ver voor de Europese troepen uit te marcheren.
Bij het voorliggende wetsvoorstel zijn nog vele vragen te stellen. De Raad van State heeft in haar advies al vele kwesties aan de orde gesteld. Onderstaand volgen kortweg nog enkele vragen van de leden van de fractie van de ChristenUnie:
- Volgens de minister staan de belangen van een vrije netwerktoegang en een hoge netwerkkwaliteit op gespannen voet met de commerciële belangen van de geïntegreerde energiebedrijven. Kan de minister dit nader onderbouwen?
- Wat voor ‘gelijk speelveld’ wil de minister creëren? Tussen oude bedrijven en nieuwkomers, of tussen Nederlandse en buitenlandse energieconcerns?
- Wat is de verhouding tussen privatisering en splitsing van de netten?
- Graag een kwantificering van de verwacht effecten van de splitsing op de nettarieven.
- De risico’s op hoge kosten veroorzaakt door CBL-contracten en de splitsing mogen wat betreft de leden van de ChristenUnie-fractie niet worden afgewenteld op de gebruikers en zij zijn van mening dat de minister de waarborgen in de wet nader dient te specificeren.
- Wat zullen de gevolgen zijn voor lopende en toekomstige investeringsprojecten voor productiecapaciteit?
- Hoe kan de minister na splitsing de leveringszekerheid garanderen, nadat de Nederlandse energiebedrijven eventueel zijn overgegaan in buitenlandse handen?
- De leden van de fractie van de ChristenUnie achten het niet denkbeeldig dat de prijs van stroom in de EU-markt zal worden opgedreven door oligopolievorming. Hoe ziet de minister dit en is een mogelijke opdrijving van de prijs niet in strijd met de uitgangspunten van de gekozen liberalisering?
Kort samengevat luidt het oordeel van de leden van de ChristenUnie-fractie: de doelen van de Splitsingswet zijn in orde, de door de minister gekozen middelen niet. Daarom dient de splitsingswet nog een aantal jaar in de ijskast.
Reacties op 'Verslag splitsingswet'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.