Bijdrage Esmé Wiegman AO landbouw- en visserijraad

donderdag 07 april 2011 14:00

Mevrouw Wiegman-Van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ga eerst in op de Voorzitterconclusies. Wat mij betreft, vormen die eigenlijk een soort agenda voor de staatssecretaris waarmee hij de komende maanden verder aan de slag moet gaan. Er wordt melding gemaakt van de noodzaak om het verband met historische referentiepunten stapsgewijs terug te schrijven. Is het de intentie om die referenties volledig af te schaffen? Zo niet, hoe ver worden zij dan teruggeschroefd en welke termijn staat daarvoor? En welke nationale mogelijkheden zijn er eventueel om een soepele overgang te realiseren?

Er wordt ook melding gemaakt van doelgerichte rechtstreekse inkomenssteun voor actieve landbouwers. Dat roept natuurlijk de vraag op wat "een actieve landbouwer" is. Tijdens de interparlementaire conferentie in Boedapest heb ik begrepen dat de Europese Commissie openstaat voor suggesties voor een goede definitie en invulling van het begrip. De fractie van de ChristenUnie vraagt de staatssecretaris om op die uitnodiging in te gaan en daartoe voorstellen aan de Kamer voor te leggen.

Voorzittersconclusie nummer 22 verzoekt de Commissie nadrukkelijk om de innovatieve aanpak in de melksector en ook in andere sectoren ter verbetering van de voedingsmiddelenketen toe te passen. Daar is de fractie van de ChristenUnie heel blij mee, maar ik ben ook zeer benieuwd wat de reactie van de staatssecretaris daarop is geweest, ook in het licht van mijn eerdere motie over mededingingsregels en de NMa.

De discussie over de toelating van GGO's blijft lastig en onbevredigend. Het Hongaarse voorzitterschap schijnt een voorstel te hebben gedaan over de mogelijkheid voor lidstaten om de teelt van GGO's op hun grondgebied te verbieden. De Hongaarse minister heeft aangegeven dat de Commissie positief ten opzichte van dit compromisvoorstel staat. Ik ben zeer benieuwd naar de inhoud van dit Hongaarse compromisvoorstel. Hoe is dit behandeld in de Raad en wat was de reactie van Nederland? Ook ben ik benieuwd naar de stand van zaken met betrekking tot het Commissievoorstel over de toelating van GGO's.

De verwachte toelating van carbendazim is zeer onbevredigend. Het is begrijpelijk dat de Commissie de bevoegdheid heeft om haar voorstel tot uitvoer te brengen, maar waarom wil zij deze stof voor drieënhalf jaar op de bijlage plaatsen als de stof daarna alsnog wordt verboden? En wat zijn de mogelijke effecten hiervan voor Nederland?

Ik zou ook graag een reactie van de staatssecretaris willen krijgen op de verklaring van verschillende lidstaten over een GGO-vrije zone. Wat houdt die verklaring precies in en wat is de Nederlandse reactie hierop?

Dan nog enkele opmerkingen over het melkquotum. De staatssecretaris was in het vorige algemeen overleg zeer resoluut over de mogelijkheden voor quotumverruiming. Volgens hem is daarop geen schijn van kans. Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris aankijkt tegen de eventuele mogelijkheid om middels een verdere aanpassing van de vetcorrectie de daadwerkelijke productie te verruimen. Dit behoeft geen wijziging van een Raadsverordening en ook geen unanimiteit. Hierop krijg ik graag een reactie.

In het algemeen overleg over visserij is met de staatssecretaris gesproken over het tegengaan van discards. Er ligt nog een aangehouden motie van collega Koopmans, die ook door mijn fractiegenoot Slob is ondertekend. Die motie beoogt om de vangstquota beter te laten aansluiten op de gemengde visserij. Ik ben erg benieuwd naar de stand van zaken in het overleg van de staatssecretaris over deze motie. En wat is op dit punt zijn inzet in de EU? Wat de fractie van de ChristenUnie betreft, moet de inzet gericht zijn op het schrappen van contraproductieve regels en op draagvlak binnen de visserijsector. Graag ontvangen wij een schriftelijke indicatie van de Nederlandse inzet op het punt van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Wil de staatssecretaris dit toezeggen?

Tot slot een aanvullende vraag over de Franse controle van Nederlandse vissers. Gisteren heeft mijn fractiegenoot schriftelijke vragen ingediend, maar ik heb begrepen dat Nederlandse vissers door Franse controlediensten veelvuldig en extreem nauwkeurig worden gecontroleerd, in tegenstelling tot Franse vissers. Hierdoor wordt het werk van Nederlandse vissers ontmoedigd. Ik heb begrepen dat de Franse overheid voor de wateren in de omgeving van Duinkerken niet de officiële internationale zeekaarten gebruikt maar een andere, niet erkende zeekaart en dat kotters die rechtmatig vissen in het grensgebied, hierdoor regelmatig door de Franse autoriteiten worden vervolgd en te maken krijgen met lange en kostbare juridische procedures. Hierdoor worden Franse vissers bevoordeeld in deze waardevolle visgebieden. Is de staatssecretaris bereid om met zijn Franse collega in gesprek te gaan om te bewerkstelligen dat de Franse overheid zo spoedig mogelijk alleen gebruikmaakt van de officiële internationale zeekaarten?

 

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De PvdD is altijd voor een goede controle op de visserij, maar het gaat te ver om te suggereren dat wij dit in Nederland wel goed doen. De Algemene Rekenkamer heeft eerder al geconcludeerd dat ook Nederland de handhavingsdoelstellingen niet haalt. Is het voor de ChristenUnie belangrijk dat niet alleen Frankrijk wordt aangesproken op een gebrekkige handhaving maar dat wij de hand ook in eigen boezem steken?

 

Mevrouw Wiegman-Van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ja, waar wij andere landen aanspreken op hun manier van handelen, mag dat ook ten opzichte van Nederland gebeuren. Dat staat buiten kijf.

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > april