Bijdrage Esmé Wiegman inbreng EHS/Natuur

vrijdag 29 april 2011 14:00

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van enkele brieven over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en het natuurbeleid van dit kabinet.

 

Rapport Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

De leden van de Christenunie fractie zijn verbaasd over de reactie van de staatssecretaris op de rapportage van het PBL. Aanvankelijk in de pers en nu ook per brief wordt een zeer eenzijdig beeld geschetst van de uitkomsten en aanbevelingen van dit rapport. Het PBL stelt dat adequaat beheer de beste optie is wanneer er slechts beperkt budget is, maar dat moet dan samengaan met verdere voorwaarden, bijvoorbeeld dat er gelijktijdig grote bestuurlijke inspanningen moeten worden gepleegd om ruimtelijke bestemmingen te kunnen veranderen. Hoe denkt de staatssecretaris deze inspanningen te kunnen afdwingen? De teneur van deze PBL rapportage is dat de plannen uit het huidige regeerakkoord zullen leiden tot verslechtering van natuur en het niet behalen van internationale afspraken. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen deze conclusie?

 

Doelstelling 2018

Het is de leden van de ChristenUnie fractie niet duidelijk waarom de afronding per se in 2018 moet gebeuren, is de staatssecretaris van mening dat deze datum belangrijker is dan het resultaat? De staatssecretaris verwijst naar nauw overleg met de partners van het Manifest voor een Vitaal Platteland en het Akkoord van Utrecht. Deze partijen zien mogelijkheden in het nemen van meer tijd indien dit bijdraagt aan de gewenste ecologische kwaliteit. Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris voor het nemen van meer tijd voor de afronding na 2018 van de EHS als bij de herijking blijkt dat dit een oplossing is om binnen bezuinigingsrandvoorwaarden toch de gewenste ecologische kwaliteit te realiseren? Is het in zijn ogen mogelijk dat provincies zelf besluiten of en hoe zij hun EHS-ambities na 2018 vorm willen geven?

 

Commissie Elverding

De staatssecretaris verwijst naar het advies van het PBL dat, “gegeven de omstandigheid van schaars beschikbare middelen” prioriteit gegeven dient te worden aan beheer. In de optiek van de ChristenUniefractie zijn ambities, termijnen en middelen communicerende vaten. Door het vooraf verankeren van middelen en termijnen vragen de leden van de ChristenUnie fractie zich af of er nog wel sprake kan zijn van beleidsvorming waarin de ecologische kwaliteit voorop staat? Dat de staatssecretaris zich laat adviseren door de adviescommissie Versnelling en Verbetering Besluitvorming Infrastructuur (VVBI) is een positieve stap. Maar door het vooraf en definitief vaststellen van de termijn en middelen van een herijkte EHS zijn de belangen van andere partners en mogelijkheden voor constructief overleg bij voorbaat in een hoek gedreven. Is de staatssecretaris bereid de doelstelling per 2018 of de toekenning van middelen aan te passen indien de adviescommissie VVBI adviseert dat hiermee betere oplossingen kunnen worden bereikt? Het PBL waarschuwt dat het niet halen van (internationale) verplichtingen kan leiden tot meer juridische procedures. Dat wil de staatssecretaris voorkomen. Onlangs heeft Stichting Das en Boom aangekondigd het natuurbeleid te willen aanvechten. Hoe kijkt de staatssecretaris hier tegenaan? Wat wil en kan de staatssecretaris doen om verdere juridische acties tegen te gaan?

Het heeft de leden van de ChristenUnie fractie ook sterk verbaasd om te lezen dat staatsbosbeheer een zogenaamde ‘gehoorzaamheidscontract’ heeft moeten tekenen (Trouw, ‘Bleker dwingt natuurclub te gehoorzamen’, 26/03/11). De ChristenUniefractie is bekend met het advies van de commissie-Gabor om een adviescommissie in te stellen. Maar hoe ziet de staatssecretaris de verhouding tussen de Rijksoverheid en staatsbosbeheer? Is de staatssecretaris bereid om ook bij de uitvoering van de adviesen van commissie-Gabor de adviescommissie VVBI te raadplegen?

 

 

Ecologische kwaliteit

De ChristenUnie steunt de inzet van de staatssecretaris om sterk in te zetten op agrarisch natuurbeheer. Wel is het van belang duidelijk onderscheid te maken tussen agrarisch natuurbeheer en natuurvriendelijke landbouw. Vooral met betrekking tot RodS-gebieden en gebiedsprocessen is dit van groot belang. Uit de communicatie van de staatssecretaris wordt dit onderscheid (en de bijbehorende onderscheiden doelen en middelen) niet duidelijk. Wil de staatssecretaris hier zijn visie op geven? Welke prioriteit heeft de ontwikkeling van RodS-gebieden? Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen de problemen die door het huidige beleid ontstaan voor de realisatie van de Nieuwe Driemanspolder?

 

De staatssecretaris heeft gezegd in te willen zetten op het verbeteren van de milieucondities. Hoe verhoudt dit zich tot het wegbezuinigen van het geld voor verbeteringen van de milieucondities EHS bij het ministerie van I&M?

 

Regeling Draagvlak Natuur naar Duurzaam Voedsel

Rondom de begrotingsbehandeling heeft de staatssecretaris over het ondersteunen van activieteiten gericht op draagvlak voor natuur het volgende gezegd:  “Bij het wetgevingsoverleg Natuur op 16 november 2009 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd te willen bekijken of LNV regelingen voor maatschappelijke initiatieven in elkaar kunnen worden geschoven om synergie te behalen. Naar aanleiding hiervan is dit jaar een pilot gestart met de uitbreiding van de Regeling Draagvlak Natuur naar Duurzaam Voedsel. De ervaringen die met deze pilot worden opgedaan worden gebruikt bij de ontwikkeling van een brede regeling voor maatschappelijke initiatieven. Op dit moment is nog geen definitieve keuze gemaakt ten aanzien van het doel en de reikwijdte van de regeling en daarmee het budget. Een keuze hierin is voorzien begin 2011 na de evaluatie van de pilot.” Is de staatssecretaris bereid deze evaluatie toe te sturen voor het AO van 20 april?

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > april