Minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie kon gisteren niet naar links draaien of naar rechts buigen, maar in haar verantwoording tegenover het parlement enkel vóórover.

Verdonk moest na het spoeddebat dat duurde tot diep in nacht (tegen drie uur) opnieuw bezien of het afgetreden Tweede-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali (VVD) de Nederlandse nationaliteit heeft. Rita Verdonk, kandidaat-lijsttrekker voor de VVD, kon niet anders en boog voor de (moties van) de fracties VVD, CDA, D66 en de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks, SP en ChristenUnie.

In die moties werd de minister gedwongen haar standpunt te heroverwegen dat Hirsi Ali niet de Nederlandse nationaliteit bezit, omdat ze in 1997 bij de aanvraag van haar paspoort heeft gelogen over een deel van haar achternaam en geboortedatum.

De minister bleef hameren op het arrest dd. 11 november 2005 van de Hoge Raad (zie elders in het NLJD) met de conclusie dat een naturalisatie verkregen met een leugen geen rechtsgevolg had, er sprake was van nietigheid, en zij geen beoordelingsvrijheid toekwam.

André Rouvoet (ChristenUnie) zaagde flink door hierover en vond de minister volstrekt 'ongeloofwaardig' nu zij de hele avond en nacht bleef bij haar strikte standpunt en de motie (in feite één van afkeuring), met daarin de 'bijzondere omstandigheden' uit het arrest en het van toepassing verklaren van artikel 14 van de Rijkswet op het Nederlanderschap op de kwestie Hirsi Ali, dan maar gewoon aanvaardde (zonder te erkennen dat haar standpunt niet houdbaar is). Na lang 'schoppen tegen de schenen' van de minister boog zij en erkende haar onjuiste opvatting.

Verdonk heeft maximaal zes weken de tijd voor het uitvoeren van de motie. Komt zij niet tot een ander besluit over de nationaliteit van Ayaan Hirsi Ali (dan de 'constatering' dat ze geen Nederlandse is) dan zal Verdonk haar met bekwame spoed alsnog moeten naturaliseren (het verzoek daartoe vlot behandelen).

Bron: Nederlands Juridisch Dagblad

Zie ook:
Dossier: Hirsi Ali