Overleg over meervoudige nationaliteit

donderdag 31 januari 2008 15:44

De heer Anker (ChristenUnie) constateert dat zijn partij de dubbele nationaliteit
zo veel mogelijk wil beperken. Wie de Nederlandse nationaliteit
aanneemt en daarmee kiest voor een toekomst in Nederland, kan
gevraagd worden de oorspronkelijke nationaliteit op te geven
De brief van de minister doet op een evenwichtige manier recht aan het
vraagstuk van de dubbele nationaliteit. Er wordt gewezen op de rechten
en plichten die horen bij een nationaliteit.

Het beperken van een dubbele nationaliteit is echter niet altijd mogelijk en
soms zelfs niet altijd wenselijk. Daarom is het amendement-Huizinga-
Heringa ingediend; dat heeft ook een goede plek in de brief van de
minister gekregen.

Uitgangspunt van de Rijkswet op het Nederlanderschap is dat men bij het
verkrijgen van het Nederlanderschap de nationaliteit van het land van
herkomst opgeeft. Het oorspronkelijke voorstel om de uitzonderingen te
laten vervallen, leverde in de praktijk weinig op. Voor een deel zou het
kennelijk onredelijk zijn om van mensen te verlangen dat zij hun nationaliteit
opgeven; voor een ander deel moest geconstateerd worden dat
mensen hun nationaliteit niet kunnen opgeven.

De hoofdregel van beperken van de dubbele nationaliteit zal meer effect
moeten hebben. Natuurlijk zijn er allerlei nuances aan te brengen bij het
verschil tussen mensen die wel en die geen dubbele nationaliteit hebben
en de mate waarin dat iets zegt over hun loyaliteit. Uitgangspunt blijft
echter dat men kiest voor de Nederlandse nationaliteit.

De heer Anker steunt ook het verbinden van de voorwaarde van het
opgeven van de nationaliteit van het land van herkomst aan het uitoefenen
van optierechten door meerderjarigen die hier niet zijn geboren.

Waarom wordt bij het optierecht alleen gekozen voor de groep die valt
onder artikel 6e van de Rijkswet op het Nederlanderschap en bijvoorbeeld
niet voor de categorie onder f en h?

Wat rechtvaardigt het onderscheid tussen niet in Nederland geboren
meerderjarigen en wel in Nederland geboren meerderjarigen als het
slechts om een aantal dagen zou gaan? Is dat onderscheid juridisch houdbaar?
Voor sommige Nederlanders is het relevant om niet meer geconfronteerd
te worden met de oude nationaliteit die zij niet kunnen opgeven. De heer
Anker steunt de lijn van de minister in dezen.

Latente Nederlanders verkrijgen ook het optierecht. Klopt het dat voor hen
dan ook de afstandsverplichting geldt?

De heer Anker steunt de bepaling die ontnemen van het Nederlanderschap
mogelijk maakt bij veroordeling wegens terroristische of met een
terroristisch oogmerk begane misdrijven. Deze vorm kan inderdaad gelijk
worden gesteld met verraad.

Hij steunt ook de eis van het Nederlands op de Nederlandse Antillen en
Aruba.

De ChristenUnie heeft in het verleden gepleit voor uitbreiding van de Wet
op de incompatibiliteiten voor leden van de Staten-Generaal, omdat het
theoretisch mogelijk is dat mensen met een dubbele nationaliteit die
zitting in het parlement hebben, ook gekozen worden in het parlement van
het land van de andere nationaliteit die zij bezitten. Wat is de opvatting
van de minister hierover?

Labels
Bijdragen
Ed Anker

« Terug

Reacties op 'Overleg over meervoudige nationaliteit'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2008 > januari