Bijdrage Cynthia Ortega aan het plenair debat inzake de begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

woensdag 30 november 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn in een plenair debat inzake het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012.

Onderwerp:    Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kamerstuk:    33 000 - VIII

Datum:             30 november 2011

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):
Voorzitter. Het ministerie van OCW begint zich meer en meer te gedragen als een groot schoolbestuur dat het contact met de werkelijkheid verloren heeft. De invoering van prestatiebeloning, centrale uniforme toetsen en verplichte aandacht voor incidentenregistraties zijn hier voorbeelden van. Het zijn Haagse plannen die scholen en leraren veel bureaucratie opleveren en in een keurslijf duwen. Veel lijkt ingegeven door wantrouwen tegenover het onderwijsveld. De fractie van de ChristenUnie wil op basis van vertrouwen aan de slag gaan met de onderwijsbegroting en onderwijswetgeving. Het onderwijs moet teruggegeven worden aan scholen, leraren, leerlingen en ouders. We moeten gewoon terug naar de kern en dat betekent minder regeldruk. Te veel regels belemmeren scholen en leraren in hun kerntaken en in hun vrijheid om vanuit hun eigen visie op onderwijs aan de slag te gaan. Uit de ledenpeiling van de besturenraad blijkt dat vertrouwen op deskundigheid en professionaliteit plaats hebben gemaakt voor papieren controlelast. Naast de regeldruk is het ook belangrijk om de vrijheid van inrichting te blijven waarborgen. De overheid mengt zich nog te vaak in het hoe, terwijl ze zich zou moeten beperken tot het wat.

De ChristenUnie wil ambitieus aan de slag met het schrappen van regels. Het moet mogelijk zijn om sectoroverstijgend 50% als ambitieniveau te hanteren voor de lange termijn. Het onderwijsveld, bijvoorbeeld de Stichting van het Onderwijs en de Onderwijsraad, kan met een inventarisatie komen. Deelt de minister onze ambitie? De ChristenUnie ziet de groeiende inmenging van de overheid ook terug in het invoeren van de centrale uniforme toetsing en het stellen van Cito-scores als streefdoelen. Zonet heb ik nog een artikel gelezen in Trouw. Er stond in: afschaffen, die Cito-toets. Men ziet daar het nut gewoon niet van in. Scholen en leerlingen zijn niet uniform en moeten dat ook niet worden. Leerlingen zijn door de hoeveelheid toetsen straks niet meer bezig met kennisvergaring, maar alleen nog met het trainen voor testmomenten. We willen toch niet dat ze alleen maar getraind worden voor testmomenten? Waarom laten we scholen zelf niet bijvoorbeeld kiezen voor diagnostische toetsen? Die passen bij de specifieke leerling of onderwijsvorm.

De komende jaren blijft de omvang van de bezuiniging op zorgleerlingen op weerstand stuiten bij mijn fractie. Passend onderwijs draait niet om de bezuiniging, maar om de leerling. De minister kiest echter voor 12% grotere klassen in het regulier basisonderwijs. Ik hoor graag van de minister hoe dit te realiseren is, gezien de doelstelling om zorgleerlingen volwaardig in het regulier onderwijs te laten meedoen. Waarom denkt de minister dat het plaatsen van zorgleerlingen in het regulier onderwijs op te vangen is door de huidige leerkrachten? Gedwongen ontslagen onder ambulante begeleiders zijn nog steeds niet uitgesloten. Hoe behouden we de expertise vanuit het speciaal onderwijs en hoe pakt de minister de professionalisering van de leraren aan? Ik hoor nu dat die 300 mln. juist daar naartoe zouden gaan. Daar wil ik graag een bevestiging van.

De fractie van de ChristenUnie kan het korten op managementlagen ondersteunen, maar het bezuinigen in de klas niet. Wat mijn fractie betreft moet de bezuiniging van die 300 mln. op zijn minst gehalveerd worden. Dat zou ook in lijn zijn met de vorig jaar aangenomen motie-Voordewind c.s. Waarom is die motie nog niet uitgevoerd? De minister moet afzien van de prestatiebeloning voor leraren en de vrijgekomen middelen inzetten voor zorgleerlingen. De verhoging van de exameneisen moet het doel van de kwaliteitsverhoging dienen. Bij vmbo basisberoepsgerichte leerweg zie ik echter vooral negatieve gevolgen. Dit zijn onze toekomstige metselaars, loodgieters, koks, timmermannen, jongeren met gouden handen. Als zo'n leerling echter de nieuwe eisen niet haalt, zijn de alternatieven een jaar overdoen, naar mbo-1, straks de N2-opleidingen of voortijdig school verlaten. Ik vrees dat de schooluitval zal toenemen. Ik hoop dat de minister ook die vrees bij mij kan wegnemen. Bij deze groep heeft het hoger leggen van de lat niet hetzelfde effect als bij havo- en vwo-leerlingen.

Daarom dring ik er bij de minister op aan om ophoging van de exameneisen via de kernvakkenregeling in 2015 voor vmbo BB te schrappen en over te gaan op diagnostisch toetsen. Voor de kaderberoepsgerichte leerweg is het op zijn minst nodig om te gaan monitoren. Graag krijg ik hierop een reactie.

Vorige week kwam het bericht dat technisch vmbo-onderwijs in veel regio's dreigt te verdwijnen, terwijl er vanuit het bedrijfsleven nu juist veel vraag is naar technisch personeel. Het is zorgelijk dat sommige sectoren in bepaalde regio's verdwijnen uit het vmbo-aanbod, zoals techniek. De fractie van de ChristenUnie komt met drie voorstellen.

Ten eerste moeten in deze regio's vmbo-kernprogramma's met een breed aanbod blijven bestaan. Vernieuwing van het programma is mogelijk in overleg met het bedrijfsleven en mbo-opleidingen. Veel aandacht voor positieve publiciteit over goed werkende vmbo-programma's, inclusief een actief bedrijfsleven, helpen aan het imago van beroepsgerichte opleidingen. Wil de minister daarmee aan de slag?

Ten tweede moet er ook al op de basisschool aandacht zijn voor praktische vaardigheden. Door de Cito-toets wordt vooral naar theoretische kennis gekeken. Kan praktische kennis een plek krijgen in de bestaande toetsing op een andere manier?

Ten derde moet er aandacht blijven voor voldoende goede docenten. Zo dreigen lerarenopleidingen op thema's als techniek en economie te verdwijnen. Ook speelt de druk van de mastergraad voor docenten mee. In het vmbo en mbo is dit juist een belemmering. Is de minister het met mij eens dat in vmbo en mbo eerder bekwame dan bevoegde docenten moeten werken? Dat betekent dus aansprekende mensen uit de praktijk. Eerder heb ik ook een motie ingediend over de inzet van gastdocenten uit het bedrijfsleven. Graag een reactie. Het gaat hier dus niet om permanente docenten. Ik ben het met de minister dat je natuurlijk wel bevoegd moet zijn. Hier gaat het om de inzet van gastdocenten.

Niet alleen grote steden maar ook het platteland kampt met onderwijsachterstanden. Het is voor deze gemeenten zuur dat de extra 100 mln. alleen naar de grote steden gaat. De fractie van de ChristenUnie vindt dat extra moet worden geïnvesteerd in het tegengaan van deze onderwijsachterstanden op het platteland. Ik heb daarom een amendement ingediend om extra VVE-geld beschikbaar te stellen voor deze plattelandsgemeenten.

Op onderwijsgebied zijn de minister en de staatssecretaris op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius voortvarend aan de slag gegaan. De eerste verbeteringen beginnen zichtbaar te worden. Momenteel word ik op de eilanden geconfronteerd met volwassenen die graag een bachelor of een master willen halen maar door hun leeftijd niet meer in aanmerking komen voor studiefinanciering. De ChristenUnie pleit ervoor dat deze mensen een tweede kans gaan krijgen. Ziet de staatssecretaris een mogelijkheid voor tweedekansonderwijs voor deze mensen, eventueel via iets van een soort scholarship, zoals wij die kennen in de Netherlands Fellowship Programmes? Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris voor deze groep? Want het is nog steeds zo dat op die eilanden geen hoger onderwijs kan worden gevolgd. Wanneer kan dat geen gebeuren? Misschien kan de Open Universiteit daar wel de deuren gaan openen, als die niet wordt opgeheven door de VVD.

Daarnaast blijft de behoefte aanwezig voor volwassenenonderwijs en het tegengaan van laaggeletterdheid. Wat gaat de minister eraan doen om het opleidingsniveau van de inwoners op te schroeven en laaggeletterdheid tegen te gaan?

Pesten op school is een groot maatschappelijk probleem. De impact van pesten op kinderen is groot, niet alleen voor nu maar ook hun verdere leven. Kinderen en jongeren gaan er gewoon kapot aan. Het programma Gepest van RTL4 laat dit op een indringende manier zien. Kinderen krijgen te maken met faalangst, diep wantrouwen, depressie, zelfbeschadiging en overwegingen of pogingen tot zelfdoding. Ouders voelen zich soms nog machteloos tegenover de school die zich kan beroepen op handelingsverlegenheid. Psycholoog Bob van der Meer zegt: help scholen verder met pestbeleid en geef ook voorbeelden waarbij scholen en inspectie tekort schieten in hun verantwoordelijkheid. Het gevolg is dat een kind thuis wordt gehouden door de ouders, die vervolgens ook nog met de kinderbescherming te maken krijgen. Dat is wel de omgekeerde wereld!

De ChristenUnie vindt dat pestbeleid een verantwoordelijkheid is van scholen en van ouders via de medezeggenschapsraad. Pestbeleid op school is niet per decreet vanuit Den Haag te regelen. Het is wel belangrijk om te weten hoe groot het probleem is en om de scholen en leraren bewust te maken van hun eigen pestbeleid. Scholen melden bijvoorbeeld niet altijd vormen van fysieke of psychosociale kindermishandeling aan het AMK. Hebben scholen en AMK's wel de beschikking over de juiste expertise op dit thema? De ChristenUnie pleit er in het bijzonder voor om het omgaan met pestgedrag een vast onderdeel te laten zijn van de lerarenopleiding. Graag wil ik een reactie van de staatssecretaris op dit voorstel.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Archief > 2011 > november