Bijdrage Esmé Wiegman aan het algemeen overleg RRAAM.

woensdag 21 december 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink met leden van de vaste commissie Infrastructuur en Milieu in een algemeen overleg met minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Infrastructuur en Milieu.

Onderwerp:   RRAAM

Kamerstuk:   31 089

Datum:            21 december 2011

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Wij zijn dit jaar flink opgeschoten met de studie naar de toekomstige ontwikkeling van het Rijkregioprogramma Amsterdam-Almere-Markermeer, RRAAM.

Door inschakeling van de markt is de prijs van de IJmeerverbinding inmiddels gezakt van 4,5 mld. à 5,5 mld. naar 2 mld. à 3 mld. Bovendien is duidelijk geworden dat voor een IJmeerverbinding een metroverbinding verreweg de beste keuze is. Wij praten echter nog steeds over een megaproject dat niet los te zien is van de stedelijke ontwikkeling van IJburg en Almere. Het is dan ook niet een verbinding voor de korte termijn en slechts lokaal, maar eentje voor de langere termijn en van regionale en mijns inziens zelfs landelijke betekenis. De minister heeft de alternatieven gezeefd en onderzoekt nu alleen nog een alternatief met een metro via het IJmeer en een verbinding via de Hollandse Brug. Hoe zit het dan met de factor fasering? De minister spreekt wel van een organische aanpak waarin wordt aangesloten op de reële vraag naar wonen en mobiliteit, maar wat betekent dit voor de vergelijking van alternatieven en varianten? Juist op dit punt zijn de alternatieven namelijk moeilijk vergelijkbaar, omdat men zich bij de Hollandse Brug richt op de uitbreiding van het bestaand tracé, terwijl de IJmeerverbinding vanaf Diemen een nieuwe verbinding is. De ChristenUnie wil dat in de vergelijking van de alternatieven de faseringsvarianten expliciet worden meegenomen. Anders is de kans namelijk groot dat de IJmeerverbinding op basis

van kosten direct afvalt, omdat de initiële kosten hiervan hoger zijn en woningbouwontwikkelingen na 2030 in modellen nu eenmaal minder doorwerken in de baten. De ChristenUnie ziet kansen in een IJmeerverbinding waarbij van station naar station wordt gebouwd, beginnend in Diemen. Het voordeel daarvan is dat het

woningbouwprogramma hierop kan aansluiten en het eerste deel van de lijn sneller in gebruik kan worden genomen. De risico's zijn hierdoor ook kleiner.

Ik kom nu op de varianten en opties. Een aparte tak naar de Bijlmer is interessant, omdat veel reizigers dit gebied als bestemming hebben. Deze variant wordt echter alleen onderzocht voor de IJmeermetro waarvoor dure, nieuwe infrastructuur nodig is. De ChristenUnie stelt voor om een Bijlmertak als optie voor de trein te onderzoeken. De spoorboog ligt er al. Door een deel van de sprinters naar de Bijlmer te laten rijden komt er op de zuidtak mogelijk meer ruimte voor intercity's. Een kruisingsstation Nieuw-Diemen waar snel kan worden overgestapt van de IJmeermetro op de Zuidtangent en de NS-trein is door de zeef van de minister verdwenen en dus afgevallen. De redenen hiervoor zijn allemaal subjectief. De gemeente heeft bezwaren, omdat de sluiting van de bestaande stations Diemen-Zuid en Diemen zou dreigen. Het klopt dat het kruisingsstation wat ongunstiger ligt

ten opzichte van de woonwijken, maar de vervoerwaarde zou hoger kunnen zijn als dit gecombineerd wordt met een ruimtelijk programma, hogere frequenties en een slimmere verdeling van reizigers over de modaliteiten. Hier gaat het weer even om het ontstijgen van het lokale niveau. Je kunt je afvragen of station Diemen-Zuid nodig is als er ook al een metro rijdt. Door het kruisingsstation zou de totale exploitatie van spoor en metro weleens veel gunstiger kunnen worden, doordat de reistijd van treinen van Almere naar Amsterdam-Zuid en Schiphol afneemt. De ChistenUnie vraagt daarom om het kruisingsstation niet te schrappen, maar in het vervolg van de verkenning onderzoek te doen naar ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden, gevolgen van de exploitatie voor trein, metro en overig hoogwaardig openbaar vervoer, inclusief opties waarbij opening van het kruisingsstation wordt gecombineerd met sluiting van een of twee van de andere stations.

Het is mooi dat de variant van de metro van de Stichting Almere Bereikbaar ook wordt onderzocht. De minister neemt deze alleen mee als zowel de kosten als de vervoerwaarde gelijk of beter zijn dan de andere alternatieven. Stel nu dat de kosten twee keer zo laag zijn en de vervoerwaarde een fractie slechter, dan zou deze variant toch serieus moeten worden meegenomen? Graag ontvang ik een reactie hierop.

Eind 2009 is de motie-Wiegman over herijking van de MKBA-systematiek aangenomen. Met name het niet goed kunnen waarderen van zachte waarden lag hieraan ten grondslag. Deze motie is van belang voor het project RRAAM, want het kan een groot verschil maken op welke wijze varianten scoren. Er zijn immers veel moeilijk in geld uit te drukken waarden in dit project. Almere heeft samen met het Rijk een conferentie hierover georganiseerd. De kerngedachte tijdens deze conferentie was dat de MKBA (maatschappelijke kostenbatenanalyse) het beste kon worden ingepast in een multicriteria-analyse. Ik heb hier een prachtig verslag met mooie input van die conferentie. In de vorige voortgangsrapportage heeft de minister toegezegd dat de Kamer na de zomer van 2011 een ontwikkelagenda

maatschappelijke kosten-batenanalyse zou ontvangen, maar nu gaat de minister pas in het voorjaar 2013 bekijken of de MKBA-systematiek aangepast moet worden. Dan liggen de besluiten voor RRAAM er echter al en zijn wij bijna vier jaar verder. De ChristenUnie wil de conclusie van de minister over verbetering van de MKBA's nog voor de zomer van 2012 ontvangen, want wij willen van de smalle praktijk naar een breed afwegingskader. Daarom beveel ik het boek dat is verschenen naar aanleiding van de conferentie, en dat ik hier bij mij heb, nogmaals aan.

Tot slot ga ik nog heel even in de op de discussie van daarnet over het groot project. Voor de ChristenUnie is het niet alleen van belang welke lasten deze status van groot project voor het ministerie met zich meebrengt, maar vooral ook wat dit betekent voor gemeenten die gevraagd worden om te rapporteren. Het spreekt de ChristenUnie aan om bij dit type landelijke projecten betrokken te blijven, maar wij moeten ons wel bezinnen op de vraag of zo'n groot project en de hele administratieve rompslomp die daarbij komt kijken, de beste mogelijkheid is, of dat het ook op een andere wijze kan.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 



Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > december