Bijdrage Arie Slob aan het algemeen overleg Visserijraad op 12 juni 2012

woensdag 06 juni 2012 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob en het lid Koppejan (CDA) aan een algemeen overleg met staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het woord werd hierbij gevoerd door Ad Koppejan (CDA)

Onderwerp:   Visserijraad op 12 juni 2012

Kamerstuk:   21 501 - 35

Datum:           6 juni 2012

De heer Koppejan (CDA): Voorzitter. Vandaag mag ik mede namens de heer Slob van de ChristenUnie het woord voeren.

Ik begin met de basisverordening gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). De kamer heeft een behandelvoorbehoud gemaakt en er zou een kwartaalrapportage komen. We hebben de eerste rapportage pas afgelopen week ontvangen; twee maanden te laat. Wij ontvangen de volgende rapportage graag wel op tijd, dat wil zeggen begin september, omdat het Cypriotisch voorzitterschap voornemens is in december 2012 tot een akkoord te komen. Ik krijg graag die toezegging van staatssecretaris.

Minstens zo belangrijk is dat de staatssecretaris voorafgaande aan visserijraden over de input voor de onderhandelingen goed overleg heeft en contact onderhoudt met alle bij de visserij betrokken partijen, van natuurorganisaties tot de vertegenwoordigers van de vissers. Wij krijgen signalen dat dit beter kan. Ik krijg graag antwoord op de vraag hoe de staatssecretaris de sector structureel beter zal betrekken bij het formuleren van zijn inzet voor de onderhandelingen.

Dan de pulsvisserij. We zijn positief over de inzet van de staatssecretaris op dit punt. Wij dringen erop aan dat wij op Europees niveau full swing verdergaan met een verdere uitrol van deze nieuwe vistechniek. Hoe ziet het tijdpad er straks uit? Wanneer kan het benodigde onderzoek zijn afgerond? Kunnen meer vissers gebruikmaken van de pulsvisserij? Men staat er om te springen gelet op de hoge brandstofprijzen. Ook in het kader van het creëren van een gelijk speelveld voor de vissers moet er meer ruimte komen voor pulsvisserij.

Dan de aanlandingsplicht. Wij zijn niet tevreden over de inzet van de staatssecretaris. Net als een groot aantal andere lidstaten zijn wij van mening dat bij het vraagstuk van de bijvangsten, het voorzorgsprincipe het uitgangspunt dient te zijn, dus door meer selectieve visserij zo veel mogelijk bijvangsten voorkomen. Wij zien dit standpunt onvoldoende terug in de voorliggende voorstellen van het voorzitterschap. Bovendien stemt de staatssecretaris onder voorwaarden reeds in met het compromis van het voorzitterschap. Dit is een voor de vissers zeer ingrijpend voorstel waarvan op dit moment de consequenties onvoldoende kunnen worden overzien. De Kamer heeft niet voor niets een behandelvoorbehoud gemaakt. Wij zijn van mening dat de staatssecretaris niet mag instemmen met welk voorstel van het voorzitterschap dan ook voordat duidelijk is welke consequenties dit voorstel heeft voor de volgende aspecten:

- de kosten van de aanlandingsplicht voor zowel de betrokken vissers als de overheid. Wie betaalt wat? Ik denk aan de kosten die moeten worden gemaakt voor het toezicht. Er wordt gesproken over camera's aan boord, kosten voor verwerking aan boord en opslag van bijvangsten, en over de toezichtkosten voor de overheid;

- de extra administratieve lasten die de voorstellen met zich brengen voor overheid en bedrijfsleven;

- de invloed van de maatregelen op het economisch rendement van de visserijsector die het vanwege de hoge brandstofprijzen toch al moeilijk heeft en bovendien ook nog kampt met de gevolgen van de economische crisis;

- de gevolgen voor de concurrentieverhoudingen en het houden van een gelijk speelveld;

- de effecten van de maatregelen op de ecologie. Daarom was het toch allemaal begonnen?

Kortom, wij wensen een vorm van een impact assessment. Wij willen een harde afspraak maken met de staatssecretaris dat hij de komende overleggen met geen enkel voorstel van het voorzitterschap instemt alvorens hij de Kamer heeft geïnformeerd over de consequenties van zo'n voorstel op de voornoemde aspecten. Voor zover wij nu de consequenties van de voorstellen voor de visserijsector en de natuur kunnen overzien, kan de Kamer de staatssecretaris een onderhandelingsmandaat meegeven binnen welke kaders hij kan instemmen met een eventueel compromisvoorstel. Het is misschien ongebruikelijk, maar ik kondig nu alvast een motie aan voor het reeds aangevraagde VAO waarin wij deze afspraken graag met de staatssecretaris willen vastleggen.

Wij zijn tegen een verlaging van de minimummaat van schol van 27 cm naar 17 cm. Dit leidt tot ontwrichting van de markt voor platvis. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris.

Wij steunen het pleidooi van de staatssecretaris om het voorzitterschap uit te dagen, een brug te slaan tussen enerzijds respectering van het initiatiefrecht van de Europese Commissie en anderzijds zo veel mogelijk ruimte voor regionale wensen zonder dat het gelijke speelveld in het geding komt. Is de staatssecretaris bereid om in het zoekproces te pleiten voor een verdere uitwerking van de uitkomsten van het MEFEPO (Making the European Fisheries Ecosystem Plan Operational)-onderzoek?

Het kabinet ziet net als de Commissie de maximum sustainable yield (MSY) als een grenswaarde waarbij de vissterfte kleiner dient te zijn dan een bepaalde waarde met het oog op duurzame instandhouding van het bestand. Deelt de staatssecretaris de mening dat MSY een bio-economisch model is en dat de exploitatie bij onderexploitatie van het bestand kan toenemen om de economische winst te maximaliseren? Zo nee, waarom niet?

Ik kom nu bij Natura 2000, de Kaderrichtlijn Maritiem. Wij benadrukken dat in het besluit en de beleidsuitvoering het GVB leidend moet blijven vanwege de grote economische belangen en de complexiteit van het visserij beheer. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris.

De Raad zal trachten een algemene benadering vast te stellen met betrekking tot de gemeenschappelijke marktordening (GMO) met uitzondering van de onderdelen over ecolabeling en de taken van de producentenorganisaties (PO's) voor de aanlandingsplicht. Welke effecten heeft dat?

Wij snappen dat de bespreking over het EFMZV (Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij) niet vooruitloopt op de integrale besluitvorming over het meerjarig financieel kader. De ambities voor het hervormen van het GVB zijn echter dusdanig dat het budget wel degelijk van belang is. Welke acties onderneemt de staatssecretaris in de GVB-discussie om te komen tot een maximale benutting van de EU-middelen voor de innovatie en verduurzaming van de visserijsector? Wij blijven van mening dat het kabinet moet inzetten op een gelijkblijvend percentage te weten 1,13% plus een top-up voor innovatie op het terrein van duurzaamheid. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

 


Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Archief > 2012 > juni