Overleg over het urgentieprogramma Randstad

donderdag 06 september 2007 16:42

De heer Cramer (ChristenUnie) merkt op dat er onderscheid gemaakt
moet worden tussen de korte- en de langetermijnvisie op de inrichting
van de Randstad. Het is verleidelijk om vooral op de korte termijn en de
bereikbaarheid te focussen. Het verkeer op de weg en op het spoor zal in
de komende jaren meer en meer vastlopen. Het mobiliteitsprobleem
verdient dus aandacht.

Wat is de brede ruimtelijke context van de visie op langere termijn?
Volgens Randstadvisie en UPR kan de Randstad alleen een topregio
worden, als er aan drie voorwaarden wordt voldaan: bereikbaarheid en
economische dynamiek, betere kwaliteit van de leefomgeving en investeringen
in een duurzame en klimaatbestendige delta. Het UPR geeft vooral
handreikingen met betrekking tot mobiliteit en economie, maar voldoende
beschikbare woonruimte en een duurzaam en mooi ingerichte leefomgeving
zijn ook vereist. Van een goede leefomgeving is pas sprake als
mensen hun voeten droog houden.

Gevraagd is een visie waarin ruimte en mobiliteit in nauwe samenhang
worden bekeken. De uitwerking van de Randstadvisie is terecht een van
de urgente projecten. De visie moet een centrale rol spelen bij de beoordeling
en prioritering van wat nu nog kandidaat-projecten zijn. Met de
voorhanden ruimte moet zuinig worden omgegaan. Projecten in bestaand
stedelijk gebied verdienen prioriteit boven uitbreidingsprojecten. Nu lijkt
de startnotitie nog vooral ruimtelijk georiënteerd, maar de uitwerking
moet veel meer multidisciplinair worden. Onder het kopje «klimaatbestendigheid
» ontbreekt bijvoorbeeld de uitwerking van de waterbeheersing.
Mobiliteit speelt een grote rol in het UPR, maar moet er niet vanuit een
visie gekeken worden naar de gewenste oplossingen voordat de prioriteiten
worden bepaald? De heer Cramer is positief over de ambities die in
het UPR verwoord zijn en over het voornemen om daadkracht te tonen.
Het mag echter niet alleen gaan om het doorbreken van patstellingen en
het vlot trekken van projecten. De vraag is niet wat er het snelst kan
worden gerealiseerd, maar wat er met de hoogste prioriteit moet worden
aangepakt.

De fractie van de ChristenUnie mist in het UPR een aantal zaken, om te
beginnen de beprijzing. De invoering daarvan is urgent en zou dus onderdeel
moeten zijn van het UPR. Hetzelfde geldt voor Almere. De schaalsprong
van Almere is nu een kandidaat-project, maar kan toch niet los
worden gezien van een integrale aanpak van de mobiliteit. De potentiële
bouwlocaties bevinden zich óf op het water, óf in het diepste gedeelte van
de Flevopolder. Is daar bouwen een verstandige keuze? Aan de andere
kant is Almere erg belangrijk voor de uitbreiding van de Randstad, gezien
de woningbouwopgave van 60 000 woningen en de ontsluiting van de
noordwestvleugel. Wie de toezeggingen serieus wil nemen die ook al
door bewindslieden uit eerdere kabinetten aan Almere zijn gedaan, moet
Almere de status van project geven.

De heer Cramer vindt de focus op de A4 van UPR en Randstadvisie 2040
te groot. Waarom is de A4-Zuid opgenomen in het UPR, terwijl de financiering
van het bedrijfsleven zou moeten komen? Hoe verhouden de
projecten A4 Midden Delfland, A13/A16 en de verkenning tweede ontsluiting
Haven Rotterdam zich tot elkaar? Kunnen die drie projecten niet beter
integraal benaderd worden?

In het vragenuur zei de minister dat het UPR vergaande spoorverdubbeling
voorziet in de Randstad. De corridor Den Haag–Rotterdam is echter
het enige wat daarvan terugkomt in het UPR, en dan nog met een slag om
de arm. Er zijn meer wegenprojecten en die zijn ook nog eens veel
concreter. Het tot afloop van de Nota mobiliteit beschikbare bedrag van 15
mld. à 20 mld. is vrijwel geheel bedoeld voor onderhoud en vervanging
van rails. Voor het bereiken van de geambieerde 5% groei is meer nodig.
De heer Cramer ziet uit naar de landelijke markt- en capaciteitsanalyse
spoor, de reactie op het voorstel van de NS en de uitwerking daarvan in
het MIRT. Er is een betere balans nodig tussen de ov- en de wegprojecten.
Hoe staat het met de projecten waarvoor volgens het huidige MIT in het
herstelplan spoor nog geen oplossing is gevonden? Dat zijn typisch
projecten die concreet zijn – de spoorlijn Rotterdam–Gouda of de direct
aan te leggen vier sporen in de tunnel bij Delft – en die zo opgepakt
zouden kunnen worden in het UPR.

De fractie van de ChristenUnie is zeer te spreken over het voorbeeld van
het metronetwerk in Madrid, waar iedere maand een kilometer metro
bijkomt. Dat zou in de Randstad ook moeten gebeuren. Gelukkig heeft de
minister de motie overgenomen waarin gevraagd is om een onderzoek
naar de realisatie van een metroverbinding naar Zaandam. Is het kabinet
bereid, bij de uitwerking van de mobiliteitsvisie een studie te doen naar de
mogelijkheden van het geleidelijk uitbouwen van de bestaande metronetwerken
en hun plaats binnen het netwerk van overige ov-diensten? Dat
past prima in het UPR-project één ov-autoriteit. Er zou onderzocht kunnen
worden hoe meer concessiegrensoverschrijdende lijnen gerealiseerd
kunnen worden. Te denken valt aan een verknoping van de tramnetten
van Den Haag en Rotterdam, maar ook aan een versterking van het ov
rondom Amsterdam.

Verschillende organisaties hebben de minister opgeroepen om tot een
deltaplan voor het ov te komen. Die oproep verdient steun. Er zijn veel
goede ideeën, bijvoorbeeld in Schiedam. De minister heeft de gemeente
Schiedam voor de verdere uitwerking van haar Deltaplan verwezen naar
de provincie. Dat is te gemakkelijk. Waarom niet een experiment uitvoeren
op een aantal snelwegen?

De internationale benchmark die aangekondigd wordt in de Randstadvisie
2040 dient specifiek aandacht te besteden aan de mobiliteit, een daarbinnen
de aanpak van hoogwaardig ov binnen grootstedelijke gebieden.
De heer Cramer kan de strategie steunen om te investeren in sterke
punten binnen de Randstad, maar dat zegt nog niets over een gericht
economisch beleid buiten de Randstad. Hij steunt de verstedelijkingsstrategie
om te bundelen langs infrastructuur, maar er moet meer dan in
het verleden de nadruk liggen op bundeling langs spoorlijnen. Het
Stedenbaanconcept moet over de hele Randstad verspreid worden. Hoe
stimuleert het kabinet de relatie tussen ov-projecten zoals Randstadrail en
regionet, en de ruimtelijke ontwikkeling?

Labels
Bijdragen
Ernst Cramer

« Terug

Reacties op 'Overleg over het urgentieprogramma Randstad'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > september