Bijdrage debat over de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen

woensdag 16 april 2008 11:12

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Mijn fractie is verheugd over het nu voorliggende wetsvoorstel. Wij merken echt dat dit kabinet belang hecht aan zowel een goed gezinsbeleid als aan het ondernemerschap. Het wetsvoorstel draagt volgens mijn fractie bij aan beide doelstellingen. Ik complimenteer de minister en zijn ambtenaren natuurlijk voor de snelle beantwoording van de vragen uit het verslag, zodat wij nu inderdaad een wetsvoorstel kunnen behandelen.

Vrouwelijke zelfstandige ondernemers kunnen in een best lastige situatie terechtkomen wanneer zij zwanger worden. In de fase rond de bevalling moeten zij hun werkzaamheden verminderen, wat inkomsten scheelt. Als zij hiervoor niet verzekerd zijn, wordt het een kostbare aangelegenheid. Dit kan er tevens toe leiden dat vrouwen zich genoodzaakt voelen lang door te werken, hetgeen de gezondheid van moeder en kind kan schaden. Daarom is het goed dat een stukje van het financiële probleem wordt weggenomen met een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. Ook kan voor vrouwen zo de drempel verlaagd worden om zelfstandig ondernemer te worden.

De fractie van de ChristenUnie vindt het belangrijk twee punten te onderkennen. In de eerste plaats is zwangerschap geen normaal arbeidsongeschiktheidsrisico. Het gaat niet om een ziekte of een ongeval, maar om een keuze die, om het maar zo te zeggen, "bij het leven zelf behoort". Het is een keuze waarvan wij in een ander verband ook hebben onderkend dat deze zo veel mogelijk moet kunnen worden gemaakt in combinatie met een werkend leven. In de tweede plaats is het van belang te onderkennen dat ook bij zwangere werknemers de sociale zekerheid tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid buiten de individuele verantwoordelijkheid van de werkgever en werknemer is gelaten. De Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte, op grond waarvan de werkgever gedurende maximaal 52 weken 70% van het loon bij ziekte doorbetaalt, is immers op zwangere werknemers niet van toepassing.

De werkgever kan de loonkosten tijdens een periode van afwezigheid wegens zwangerschap immers voor 100% declareren bij het UWV. Nu dus om die reden ten aanzien van zwangere werknemers feitelijk veel meer gesproken kan worden van een sociale voorziening in verband met zwangerschap dan van een werknemersverzekering in verband met zwangerschap, is er geen goede reden waarom zelfstandigen deze voorziening zou moeten worden onthouden.

Het is daarom vreemd dat de groep vrouwelijke zelfstandig ondernemers die zich vrijwillig verzekerd hebben, toch enigszins benadeeld wordt met dit wetsvoorstel. Deze vrouwen ontvangen bij zwangerschap en bevalling twee uitkeringen, een op basis van dit wetsvoorstel en een op basis van de vrijwillige verzekering. Het niveau van de uitkering mag echter de werkelijke inkomsten niet te boven gaan. De zwangerschaps- en bevallingsuitkering is een voorziening, dus bestemd voor iedereen in de doelgroep. Voor de uitkering op grond van een verzekering is zelfs premie opgebracht. Het is dus eigen geld. Het moet dan ook niet uitmaken of dit de som van het inkomen te boven gaat.

Bij de bepaling van de hoogte van de uitkering is het aantal gewerkte uren en de hoogte van de winst bepalend. Mijn fractie zet een vraagteken bij het plan om zelfstandigen die meer dan 1225 uur gewerkt hebben, een uitkering op niveau van het minimumloon te geven. Het gaat hierbij inderdaad om een van de voorwaarden om fiscaal als zelfstandig ondernemer aangemerkt te worden. Voor vrouwen die echter minder dan 1225 uur gewerkt hebben, ontstaat volgens mijn fractie een vervelende situatie, terwijl zij fiscaal wel zijn aangemerkt als zelfstandig ondernemers. Zij hebben bijvoorbeeld nog niet veel kunnen werken en ook nog niet veel winst kunnen maken of zij hebben gewoon een slecht jaar gehad. Daarnaast proberen zelfstandig ondernemers hun fiscale winst in ieder geval vaak laag te houden, wat ook begrijpelijk is. Vrouwen die minder dan 1225 uur werken, krijgen waarschijnlijk dus vrijwel geen uitkering als er uitgegaan wordt van de gerealiseerde winst. Dit probleem kan ondervangen worden door ook bij deze groep te kijken naar het gewerkte aantal uren als criterium voor de uitkering. Het kabinet stelt dat dit de administratieve lasten van de zelfstandigen verhoogt, doordat zij een urenregistratie moeten gaan bijhouden. Laten wij de keuze dan aan henzelf laten. Zelfstandigen moeten trouwens op het moment dat de Belastingdienst erom vraagt, sowieso kunnen aantonen dat zij 1225 uur hebben gewerkt. Ik begrijp het argument van de administratieve lasten daarom niet. Zelfstandigen moeten zelf kunnen beslissen of zij het willen. Heeft de minister überhaupt onderzocht of de keuze voor de gerealiseerde winst als criterium het voordeligst is voor deze groep?

Mijn fractie juicht het toe dat de termijn gedurende welke werknemers zich vrijwillig kunnen verzekeren bij het UWV wordt verlengd van vier naar dertien weken. Uitbreiding heeft echter weinig zin als de bekendheid van de vrijwillige verzekering gering blijft. Daarom vraagt mijn fractie om gerichte informatieverstrekking, bijvoorbeeld op het moment dat starters zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel.

Mevrouw Koşer Kaya (D66): Ik ben zeer nieuwsgierig hoe mevrouw Ortega-Martijn aankijkt tegen het amendement-Van Gent, dat mede ondertekend is door mevrouw Vos en mij. Ik wil deze vraag overigens ook met alle plezier aan mijn collega Van Gent overlaten, want zij heeft het amendement ingediend.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Het is inderdaad het amendement-Van Gent c.s.

De voorzitter:

Daar kan mevrouw Koşer Kaya het weer mee doen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Nee hoor, daarom ben ik zo blij dat zij meedacht.

Mevrouw Koşer Kaya (D66): Ik ben zó collegiaal ...

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Aan mij ligt het niet, voorzitter, dat weet u! Ik heb wel een zeer serieuze vraag aan de fractie van de ChristenUnie. Van meet af aan heeft deze fractie ons gesteund om de zwangerschapsuitkering aan zelfstandigen mogelijk te maken. Ik dank haar daarvoor nogmaals hartelijk, mede namens al die kleine zelfstandigen. Zoals mevrouw Ortega-Martijn weet, heeft het best lang geduurd voordat wij boter bij de vis kregen. Ik vind het jammer dat zij nog niets heeft gezegd over het amendement-Van Gent, Vos en Koşer Kaya. Dat kost 12 mln. incidenteel, wat peanuts is op het totale bedrag. Ik kom nog met een voorstel voor de dekking. Staat mevrouw Ortega-Martijn niet sympathiek tegenover dit amendement?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

In principe sta ik er sympathiek tegenover, want in de motie die door de Kamer is aangenomen wordt de regering heel duidelijk opgeroepen, er zorg voor te dragen dat vrouwelijke ondernemers per 1 januari 2008 gebruik kunnen maken van de nieuwe wet. In die zin zijn al min of meer verwachtingen gecreëerd. Ik vind het getuigen van goed bestuurderschap als dit per 1 januari kan worden ingevoerd. Ik ben wel benieuwd wat het allemaal teweegbrengt en of de stelling over 12 mln. klopt.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik nodig mevrouw Ortega van harte uit om het amendement mee te tekenen. Dan wordt het Van Gent/Vos/Koşer Kaya/Ortega-Martijn. Met ons vieren staan wij sterk. Dan moet het toch lukken om ook mevrouw Smilde over de streep te trekken. Dan hebben wij dat met een aantal vrouwen even goed geregeld. Doet mevrouw Ortega mee?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Ik wacht even op het antwoord van de minister.

Tweede termijn

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de heldere beantwoording. Voor mij is een aantal zaken duidelijker geworden.

Wat wordt nu precies verstaan onder de realiseerbare winst? De minister gaat naar het UWV op het punt van de informatieverstrekking. Als starters zich inschrijven bij de kamer van koophandel, moeten zij op voorhand weten dat zij zich vrijwillig kunnen verzekeren bij het UWV. Ik blijf het vreemd vinden dat het maximum van 100% van het minimumloon gehandhaafd wordt, gezien de vrijwillige verzekering aan de ene kant en de voorziening aan de andere kant. Maar goed, het is goed om transparantie en consistentie te betrachten.

Bron: ongecorrigeerd verslag

Labels
Bijdragen
Cynthia Ortega

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat over de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2008 > april