Vragen van het lid Rouvoet aan de minister-president, minister van Algemene Zaken, over het voortijdig door het kabinet naar buiten brengen van onderdelen van de Miljoenennota en van andere prinsjesdagstukken.
De heer Rouvoet (ChristenUnie): Voorzitter. We leven weer toe naar prinsjesdag, een van de weinige mooie tradities van de parlementaire democratie die we nog hebben. Een terugkerend probleem in de aanloop naar prinsjesdag is het voortijdig uitlekken van kabinetsplannen die dan gepresenteerd zouden moeten worden. Dat is niet zoals het hoort: het is niet netjes tegenover de Tweede Kamer, want die mag nog niet reageren zolang de plannen niet officieel zijn; het is verder vooral niet chic tegenover Hare Majesteit, die in dat geval een troonrede mag houden die voor het overgrote deel al bekend is. Kortom, het is ook een uitholling van prinsjesdag.
Vorig jaar schond een krant het embargo en dit jaar, overigens niet voor het eerst, zijn het ministers die hun eigen goednieuwsshow hebben gepresenteerd. Terecht wil de minister-president daar een eind aan maken. Daarom heeft hij besloten dat de pers de begrotingsstukken later gaat krijgen. En als het aan het kabinet lag, zou ook de Tweede Kamer pas op de maandag vóór prinsjesdag de begrotingsstukken mogen ontvangen. Welnu, je zou dan denken dat de ministers op het hart gebonden krijgen dat zij hun mond hebben te houden over de besluitvorming ten aanzien van prinsjesdag. Maar nee: de minister-president heeft een persconferentie gegeven met het argument dat de minister-president altijd persconferenties geeft om kabinetsbesluiten bekend te maken. Er was dus niets aan de hand.
Er is in dit geval één maar, namelijk artikel 65 van de Grondwet, waarin het volgende wordt bepaald. Jaarlijks op de derde dinsdag van september of bij een bij wet te bepalen ander tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven. Zie hiervoor ook artikel 105.2 van de Grondwet, waarin staat dat dit samenvalt met de indiening van de begroting. Het lekken van kabinetsbesluiten met betrekking tot prinsjesdag en de uitholling of degradatie van prinsjesdag zelf worden zo dus niet tegengegaan, maar in strijd met de Grondwet door de minister-president zelf bevorderd en gelegitimeerd. Op zichzelf is het begrijpelijk dat de minister-president ook zijn aandeel wil hebben in het brengen van goed nieuws, maar zijn optreden roept ten minste een aantal vragen op bij mijn fractie.
Ten eerste: hoe ziet de ministerpresident zijn eigen rol in het bekendmaken van prinsjesdag-plannen in het licht van artikel 65 van de Grondwet en tegen de achtergrond van de rol van het staatshoofd, de troonrede?
Ten tweede: wat is zijn motief geweest om met het oog op het stoppen van het lekken door ministers zelf voortijdig besluiten met het oog op prinsjesdag naar buiten te brengen?
Ten derde: waarom heeft hij de ministers niet gewoon verteld dat zij in verband met prinsjesdag en met de positie van Hare Majesteit worden geacht om hun mond te houden over kabinetsbesluiten? Heeft hij dat überhaupt gedaan?
Ten slotte: hoe verhoudt de nieuwe openheid van het kabinet zich met de kramp waarmee ten opzichte van de Tweede Kamer dit jaar is gehandeld? Ik doel op het verschijnsel dat de begrotingsstukken op de valreep naar de Kamer worden gestuurd, want stel je voor dat er iets uitlekt.
Zie ook:
Reacties op 'Vragen over Voortijdig naar buiten brengen onderdelen Miljoenennota/prinsjesdagstukken'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.