Arie Slob:
MdV,
Ruimtelijk beleid
Mijn fractie heeft een warm hart voor de tuinbouw(ers). De glastuinbouw, één van onze meest krachtige economische clusters, is een speler van wereldwijde betekenis. Om een speler van betekenis te blijven is niet alleen voortgaande innovatie van groot belang, maar ook ruimtelijke ontwikkeling. De RLG heeft het zelfs over 12.500 à 14.000 ha. in 2020 tegenover 10.500 ha. nu. Hoe kijkt de minister hier tegenaan en ziet hij mogelijkheden voor een goede inpassing in het landschap van pak en beet nog eens 3.000 ha glas?
Een belangrijke doelstelling van het beleid is om tot een bundeling van de glastuinbouw te komen. Echter, in de periode 2000-2004 heeft een afname plaatsgevonden van het gebundelde glas van 205 ha (3,5%) en een toename van het niet-gebundelde glas van 186 ha (5,2%).
In 2000 zijn er tien bundelingsgebieden glastuinbouw buiten de kerngebieden geïntroduceerd. Voor een evaluatie van het ruimtelijk beleid voor de tien landbouwontwikkelingsgebieden glastuinbouw (LOG’s) waaraan vergaande conclusies kunnen worden verbonden is het nog wat vroeg, maar duidelijk is wel dat b.v. een tuinder die klem zit in het Westland toch niet zomaar uitwijkt naar elders; de voordelen van blijven zitten waar je zit blijken toch groter dan de nadelen.
Uit de brief van de minister van 13 september blijkt dan ook dat de uitplaatsingsopgave voor de provincie Zuid-Holland tot nu toe veel kleiner is dan werd verwacht ten tijde van het Bestuurlijke Afsprakenkader in 2000. De LOG’s blijken nog te weinig te hebben bijgedragen aan het accomoderen van verplaatste bedrijven uit oude glastuinbouwgebieden. Ze leveren weliswaar wel een bijdrage aan herstructurering in de regio.
Tot nu toe lijkt het bundelingsbeleid nog weinig succesvol. Misschien ben ik gezien de korte tijdspanne wat te voorbarig. Ruimtelijke ontwikkeling van de glastuinbouw is immers een zaak van lange adem.
In dit kader verneem ik van de minister graag zijn argumenten waarom hij afwijkt van het advies van de RLG 1; toch een adviesraad van importantie: deze Raad ziet slechts toekomst voor vijf van de landelijk aangewezen projectvestigingslocaties; dat zijn de locaties relatief dichtbij de greenports. De minister wijst in zijn brief weliswaar naar ontwikkelingen in afzet en logistiek en naar markten in Scandinavië en Oost-Europa; toch wil ik graag dat de minister hier verder op ingaat. En er is nog iets wat hierbij van belang is: de projectvestigingslocaties blijven volgens de RLG in te toekomst afhankelijk van de greenports. Een verwacht gevolg is b.v. dat de transportkilometers richting Randstad zullen stijgen en dat is nu net juist niet de bedoeling.
In de Nota Ruimte is aangegeven dat provincies zelf aanvullende locaties mogen aanwijzen voor ontwikkeling van de glastuinbouw. In de Nota Ruimte is een kader geschetst 2. Voor ondernemerschap is ruimte nodig, zowel figuurlijk als letterlijk. Maar biedt het kader voldoende waarborgen voor een goede inpassing van glas in het landschap. En voorts, welke omvang mogen deze gebieden krijgen? Is het bijvoorbeeld acceptabel als ze meer glas omvatten dan de landelijk aangewezen gebieden? Voor decentraal aanwijzen van gebieden door de provincie is veel te zeggen, maar belangrijk is wel dat verrommeling en versnippering van het landschap wordt tegengegaan.
De minister stelt zichzelf min of meer ook deze vragen samengevat in de vraag hoe moet worden omgegaan met het glas buiten de LOG’s. De provincies dienen als nadere uitwerking van de Nota Ruimte duidelijk aan te geven waar wel en waar geen gebundelde glastuinbouwgebieden mogen ontstaan. Bij eventuele bedrijfsverplaatsingen van solitair gelegen glastuinbouwbedrijven kan de Ruimte-voor-Ruimte-regeling als smeermiddel worden ingezet. Ook papieren glas zal volgens de minister moeten worden tegengegaan. Vraag aan de minister is: zijn provincies en met name gemeenten te porren om tot bredere uitvoeringsafspraken van de Nota Ruimte te komen? En hoe staat het met de voortgang van beide acties – ik weet het, bij ruimtelijk beleid hebben we het over zaken met een lange adem – maar is er al nieuws van dit front te melden, of gaat ongewenste glasontwikkeling nog steeds door?
Energiebesparing en duurzaamheid
De glastuinbouwsector heeft evenals andere sectoren te kampen met de enorm gestegen aardgasprijs. De glastuinbouwsector is zelfs één van de sectoren die het hardst wordt getroffen door de enorme stijging van de aardgasprijs, doordat energie een belangrijke kostenfactor voor de glastuinbouw is. En daarmee komt het thema energiebesparing nog nadrukkelijker om de hoek kijken.
In dit kader wijs ik er op dat in het achtergrondrapport van de landbouwvisie klip en klaar stelt (blz. 210
[3]) dat de energiedoelstelling voor 2010 uit GLAMI niet gehaald zal worden. Welke gevolgen verbindt de minister daaraan?
Er zijn allerlei ontwikkelingen rond energieproducerende kassen, en de sector vestigt daar zijn hoop op, maar de vraag is of dat economisch ooit uit zal kunnen – wat ik natuurlijk wel hoop. Kan de minister daar meer inzicht in geven?
Een vraag is of de perspectieven van de sector nog wel zo gunstig zijn als gedacht, nu de energieprijzen toch heel wat hoger zijn dan tot voor kort werd gedacht; zeker gezien het grote aandeel van de energiekosten in de glastuinbouw.
Graag reactie van de minister op het voorstel van de RLG om de komende herijking van het Glastuinbouw en Milieu Convenant (GLAMI) zodanig vorm te geven dat de sector zelf onder voorwaarden de ruimte krijgt dit in te vullen.
Overig
- Aan het eind van de brief lees ik de welwillende zin van de minister dat hij nog zal onderzoeken of een bijdrage van het Rijk aan de herstructurering binnen de greenports nodig is. Maar wat verwacht hij? Welke berichten ontvangt hij wat dat betreft uit de greenports?
- Dat innovatie de sleutel is tot voortgaand succes is inmiddels een open deur. Een probleem wat ik hier nog wel wil noemen is dat kansrijke innovaties wel de kopgroep van de vernieuwers bereikt, maar niet of gebrekkig doorsijpelt naar het grote peloton. Wat is hier aan te doen. Ik las iets over initiatieven, zoals de tuinbouwclusteracademie. Hoe kijkt de minister tegen deze problematiek aan en ziet hij een taak voor de overheid met het oog op het grote peloton aan ondernemers, b.v. door het stimuleren van praktijknetwerken?
1 De Raad voor het Landelijk Gebied; n.a.v. pag. 7, 29 800 XIV, nr. 111.
2 N.a.v. pag. 5, 29 800 XIV, nr. 111.
Reacties op 'Algemeen Overleg Glastuinbouw'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.