Bijdrage Arie Slob aan Wetgevingsoverleg Jaarverslagen 2010.

woensdag 22 juni 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Fractievoorzitter Arie Slob als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu in een wetgevingsoverleg gevoerd met minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Infrastructuur en Milieu en staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu.

Onderwerp:    Jaarverslagen 2010

Kamerstuk:    2011D38748

Datum:             22 juni 2011

De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Het is natuurlijk een hoogtepunt voor onze commissie om niet over de krant van vandaag of gisteren te spreken, maar over een heel beleidsjaar. Het is goed om de bewindspersonen te kunnen bevragen over wat er terecht is gekomen van de voornemens en de opdrachten die de Kamer de bewindspersonen heeft gegeven. Ik zie verder ook met plezier dat de beide bewindspersonen zo vol spanning wachten op het moment dat duidelijk is of er wel of geen decharge wordt verleend.

            Ik heb met veel interesse het jaarverslag doorgenomen. Het viel mij daarbij op dat aan wegen honderden miljoenen meer is uitgegeven en aan water en spoor minder dan wij met elkaar hadden afgesproken. Wij hebben zojuist gehoord dat de VVD de maakbaarheid aan de kant heeft geschoven. Dat betekent dat er het komend jaar niets meer wordt aangelegd en dat het er volgend jaar anders uit gaat zien. Wat water en spoor betreft vraag ik mij af of er sprake is van onderbenutting. Dat hebben wij de afgelopen jaren vaker gezien en ik denk dat wij dat nu eens echt een halt moeten toeroepen. De middelen die de Kamer beschikbaar stelt, moeten ook daadwerkelijk worden ingezet.

            Het viel mij op dat de verbreding van de A1, de A6 en de A9 veel meer geld heeft gekost dan gepland. Dat had onder andere te maken met de grondaankopen. Kan de minister daarvoor een verklaring geven, want mede door de financiële crisis waren de grondprijzen niet overdreven hoog. Ik hoor verder graag of de extra uitgaven binnen het wegenbudget zijn opgevangen of dat ze ten koste zijn gegaan van spoor- en waterprojecten.

De heer Leegte (VVD): De VVD heeft zo'n 62 jaar geleden bij haar oprichting de maakbaarheid onmiddellijk uit haar programma geschreven, omdat wij daar niet in geloven. Wij geloven dat je problemen moet aanbesteden, omdat je daardoor de markt uitdaagt met goede oplossingen te komen. Op dit moment bedenken wij nog maar al te vaak in Den Haag wat goed is. Dat gieten wij in een vormpje om vervolgens te ontdekken dat het in de praktijk vreselijk veel geld kost en niet leidt tot het beoogde resultaat. Daar moeten wij vanaf. Het jaarverslag staat vol met dit soort missers; vandaar dat ik de minister vroeg hoe zij dit denkt op te lossen.

De heer Slob (ChristenUnie): Ik bedank de heer Leegte voor deze toelichting. Ik kreeg namelijk echt even de indruk dat er geen wegen meer aangelegd zouden worden, want daarvoor moet je wel in beweging komen. Wat hij zei, moet blijkbaar op een andere manier worden ingevuld.

            Voorzitter. De grondaankopen. Het is van belang dat de kosten daarvan beter worden geraamd. Wat doet de minister om te komen tot een betere raming?

            Bij de bestudering van de jaarverslagen viel het mij op dat er nogal wat verschuivingen zijn bij de planstudieprogramma's. Bovendien zijn het opvallend grote verschuivingen, zie bijvoorbeeld de planstudie spoorwegen. Het is heel bizar om te zien hoe dat zich ontwikkelt. De toelichting hierop is heel summier en ik zou dan ook graag een wat uitgebreidere toelichting krijgen.

            Het viel mij verder op dat de interessantste informatie in de jaarverslagen en de begroting in de voetnoten staat. Die zijn dan ook ongelooflijk uitgebreid. Dat zet mij toch wel aan het denken. Verder is het opvallend dat de effectiviteit van de beleidsprioriteiten wel heel erg summier wordt weergegeven, overigens net als de informatie over de voortgang van de projecten. Maar goed, wij zitten in een leerproces. Wat overigens ook weer niet wegneemt dat hoe concreter en duidelijker de informatie is, hoe gemakkelijker het voor de Kamer is om zich een oordeel te vormen.

            Dan nu de uitvoering van een aantal aangenomen moties. Dat zijn er in mijn geval twee. De eerste waarover ik iets ga zeggen is de motie over de spoorknelpuntenindex. Die index is een variant op de file top 50, overigens een prima instrument om de knelpunten op het wegennet te traceren. Mijn fractie zou heel graag zien dat die spoorknelpuntenindex er komt, maar de minister schrijft alleen maar dat zij de vijf slechtst presterende lijnen gaat monitoren en dat zij met ProRail grenswaarden voor de maximale storingstijd gaat afspreken. Dat is prima, maar het is wel een heel beperkte interpretatie van de motie. De motie ging namelijk niet alleen over storingen, maar ook over de structurele capaciteit van het spoor.

            Nu weet ik ook wel dat er op het spoor, een enkele uitzondering daargelaten, meestal geen files staan omdat het een bestuurd systeem is, maar er zijn wel andere indicatoren. Die indicatoren zijn ook in de motie genoemd, want aan de hand daarvan kun je zien waar het systeem te krap is. Die informatie hebben wij nu juist nodig om te kunnen beoordelen hoe wij de toch al schaarse spoorgelden moeten inzetten. Het jaar is nog niet om -- wij hebben de regering gevraagd om voor het einde van het jaar volledige duidelijkheid te geven -- maar ik vraag de minister toch nog een keer heel netjes of zij de motie volledig gaat uitvoeren.

            De tweede motie is de motie-Slob/Dijsselbloem. In deze motie is de regering gevraagd om een onderzoek naar kosteneffectieve mogelijkheden voor capaciteitsuitbreiding op de Valleilijn. Wij hebben de minister in de motie gevraagd om de Kamer hierover voor 1 juli te informeren. Ik geef toe dat het nog geen 1 juli is, maar ik zou die informatie wel heel graag hebben voordat wij met elkaar in discussie gaan over het MIRT.

Voor meer informatie zie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Arie Slob
Bijdragen

« Terug

Archief > 2011 > juni