Algemeen Overleg Enquêtecommissie opsporingsmethoden

woensdag 03 juli 2002 11:52

De heer Rouvoet (ChristenUnie) heeft al een aantal jaren het onbehaaglijke gevoel dat sommigen schoon genoeg hebben van alles wat met IRT te maken heeft. Dat bleek al direct uit de negatieve reacties bij de verschijning van het rapport-Kalsbeek, maar ook daarna, van personen binnen het OM, de minister zelf, het departement en de VVD-fractie. Het belang van
waarheidsvinding had echter tot een andere houding moeten leiden. Nu werd die ondergeschikt gemaakt aan andere belangen. De unanieme aanbeveling van de commissie-Kalsbeek over een integraal onderzoek, onder directe verantwoordelijkheid van de minister van Justitie, die via een motie door de Kamer werd overgenomen, is bepaald niet onverkort uitgevoerd.

De heer Rouvoet (ChristenUnie) heeft al een aantal jaren het onbehaaglijke gevoel dat sommigen schoon genoeg hebben van alles wat met IRT te maken heeft. Dat bleek al direct uit de negatieve reacties bij de verschijning van het rapport-Kalsbeek, maar ook daarna, van personen binnen het OM, de minister zelf, het departement en de VVD-fractie. Het belang van
waarheidsvinding had echter tot een andere houding moeten leiden. Nu werd die ondergeschikt gemaakt aan andere belangen. De unanieme aanbeveling van de commissie-Kalsbeek over een integraal onderzoek, onder directe verantwoordelijkheid van de minister van Justitie, die via een motie door de Kamer werd overgenomen, is bepaald niet onverkort uitgevoerd. De minister schoof zijn verantwoordelijkheid door naar het college van PG’s. De scherp bedoelde parlementaire controle – de ad-hoccommissie die deze zou moeten uitvoeren, is er nooit gekomen – werd gefrustreerd via procedurevergaderingen, terwijl het integraal onderzoek werd opgedeeld in drie deelonderzoeken, waardoor dat zijn integraliteit verloor. Op die manier was het onmogelijk tot volledige opheldering te komen, op basis waarvan vermoedens, gedachten en geruchten definitief ontzenuwd of bevestigd hadden kunnen worden, waarna er maatregelen c.q. sancties hadden kunnen worden getroffen.
Dat betreurt de heer Rouvoet. Hij had graag gezien dat de onderste steen naar boven was gehaald. Dat was ook de politieke verantwoordelijkheid van de Kamer, al is zij geen opsporingsinstantie, maar die heeft zij niet waargemaakt. Er heeft geen echt integraal onderzoek plaatsgevonden. Het evaluatieonderzoek van de commissie-Van de Bunt betreft de periode 1996–1999, na de toepassing van de Deltamethode, waaraan de parallel-importen verbonden zouden zijn geweest. De commissie heeft niet gesproken met de leden van de twee kamercommissies die zich met de materie hebben beziggehouden. De commissie was uitsluitend gericht op het (gebrek aan) voortgang bij het post-Fortonderzoek en dus niet op de juistheid en bewijsbaarheid van specifieke elementen daarin. Dat heeft de commissie er niet van weerhouden conclusies te trekken over onder meer parallelimporten, zonder daarnaar onderzoek te hebben verricht. Voorts concludeert de commissie dat de onderste steen niet is boven gekomen, maar dat die er misschien niet was. Over de trechtering van het onderzoek stelt de commissie dat die ten koste gaat van de waarheidsvinding. Een en ander relativeert de betekenis van dit onderzoek als het gaat om de waarheidsvinding en de integraliteit. Van de inhoud van het parallel proces-verbaal (PV) is voortdurend een verkeerd beeld gegeven. Is de term «hypothese proces-verbaal» een gangbare term? Is er vaker sprake geweest van PV’s van opsporingsambtenaren met een hypothese, maar ook gedetailleerde informatie over containers en bestemmingsadressen?
De gerichtheid op resultaat in strafrechtelijke zin is ten koste gegaan van het streven klaarheid te brengen in de grootste justitiecrisis van de afgelopen decennia. Uit het persbericht van het college van PG’s van 3 juli 2001 over de conclusies van de commissie-Van de Bunt blijkt overduidelijk dat de motie-Van Oven over het integraal onderzoek niet is uitgevoerd. Hier wreekt zich dat de minister de verantwoordelijkheid voor het integraal onderzoek heeft toebedeeld aan het College, want dat richtte zich meer op het strafrechtelijk onderzoek.
De heer Rouvoet is tevreden over de uitspraak van de Hoge Raad over de deal-K. Nu kan er tot een nieuw oordeel worden gekomen. Wat vindt de minister van de stelling van de commissie-Van de Bunt dat er over de vraag of er met K een deal kan worden gesloten, over de inhoud van de predeal en over de gevolgde procedure binnen het OM nog steeds verschil van opvatting bestaat? Is er al duidelijkheid over de normen waar men zich aan moet houden bij dit type instrumenten? De IRT-affaire heeft een forse staart gekregen, maar drie jaar na de aanvaarding van de aanbevelingen van de commissie-Kalsbeek is de waarheid nog steeds niet achterhaald volgens de commissie-Van de Bunt. Dat is via een integraal onderzoek niet eens geprobeerd. Dat is en blijft schadelijk voor het werk van politie en justitie. De heer Rouvoet dringt niet aan op verder onderzoek, maar zijn fractie blijft gemengde gevoelens houden over de gang van zaken. Gelukkig wordt er journalistiek nog volop gewerkt aan wat politiek niet perfect is gebeurd. Het wachten is op nieuwe, feitelijke onthullingen.

Labels
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Algemeen Overleg Enquêtecommissie opsporingsmethoden'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.