Bijdrage Esmé Wiegman algemeen overleg over diverse energieonderwerpen

dinsdag 11 mei 2010 10:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Een aantal weken geleden nam ook ik wat verrast kennis van het artikel van onze minister van Economische Zaken over duurzame energie. Er is al gezegd dat de minister een brief met een nuancering heeft gestuurd. Uit dat artikel kwam naar voren dat de minister duurzame energie in de marge lijkt te willen houden, behalve als die in economische zin kan meedoen in de liberale en nog behoorlijk grijze markt. Volgens mij vat zij daarmee haar eigen beleidsterrein heel smal op. Zij zegt dat je groene energie niet moet bezien als een middel om de opwarming van het klimaat tegen te gaan, maar vooral in de economische context moet beoordelen. Ik ben bang dat wij er met een dergelijke jaren 90-benadering niet komen. Inmiddels is de evaluatie van Schoon en Zuinig verschenen. De Kamer kan daar niet echt meer wat mee doen, maar uit die evaluatie blijkt dat aanvullende maatregelen hard nodig zijn voor hernieuwbare energie. Dat signaal moeten wij erg serieus nemen.

De fractie van de ChristenUnie constateert dat de geliberaliseerde markt niet tot meer duurzaamheid heeft geleid. Was dat maar waar. Liberalisering heeft vooral geleid tot streven naar de laagste prijs, maar helaas niet tot de duurzaamste energie. De realiteit is dat toekomstige kosten, zoals vervuiling, niet in de stroomprijzen worden meegenomen. Op die manier wordt de door de minister gewenste concurrentie nooit eerlijk. De fractie van de ChristenUnie zet daarom in op een geleidelijk stijgende heffing op grijze stroom. Met andere woorden, de prijs moet de daadwerkelijke kosten gaan vertegenwoordigen. Daarom stel ik de vraag: staat de minister nog achter de opslag op de rekening, zoals die destijds is afgesproken in het crisisakkoord? Daarnaast hebben wij jarenlang met publiek geld de rode loper uitgelegd voor het "powerhousescenario" voor grote grijze centrales. Op een dergelijke manier kan decentrale opwekking heel slecht meedoen. Daarom is er in de nettenbouw meer inzet nodig ten behoeve van decentrale smart grids voor warmtenetwerken. Graag hoor ik een reactie op deze voorstellen, die volgens de fractie van de ChristenUnie juist tot een gelijk speelveld leiden en oneerlijke concurrentie opheffen. Het is belangrijk om duurzame doelen niet in twijfel te trekken, maar om die overeind te houden. Dat is goed voor de investeringszekerheid en een goed signaal aan onze investeerders en producenten.

De evaluatie van Schoon en Zuinig heeft laten zien dat luiheid niet op z'n plaats is om doelstellingen te halen. Bij het aanvragen van een SDE-subsidie bemerk ik in ieder geval weinig luiheid, maar wel heel veel enthousiasme en goede ideeën. Het is alleen jammer dat er nog veel potentieel moet blijven liggen. Een mooi voorbeeld is een bedrijf dat daken van tuinbouwers afhuurt om daarop zonnepanelen te plaatsen. Ik heb begrepen dat er een SDE-aanvraag wordt gedaan voor 560.000 m2 tot 700.000 m2. Het totale SDE-budget voor zon-PV is 35.000 m2. Het zou ontzettend mooi zijn om het potentieel dat bijvoorbeeld bij tuinders te vinden is, beter te benutten. Dat kan via zekerheid- en terugleververgoedingen en door tegelijkertijd de onacceptabele winst die in de loop der tijd dreigt te ontstaan, af te romen. Als je dat op die manier doet, hoef je niet bang te zijn voor subsidieluiheid. Sterker nog, het vergroot de investeringszekerheid en voorkomt het huidige rennen en stilstaan, zoals Holland Solar dat op dit moment noemt. Graag een reactie op dit punt.

Wind op zee biedt voordelen voor ons klimaat, ons bedrijfsleven en onze innovatie en maakt ons minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en andere landen. De doelstelling van wind op zee voor het opwekken van 950 MW wordt echter niet gehaald. Hoe komt dat? De minister stelt dat de prijzen en risico's mogelijk te hoog zijn, maar heeft de tenderprocedure wel voldoende ruimte geboden om een groot aantal partijen de kans te geven om mee te doen? Kunnen wij op dat punt bijvoorbeeld iets leren van het Verenigd Koninkrijk? Ik heb begrepen dat daar binnen tien jaar 30 GW wordt gerealiseerd. Zijn de randvoorwaarden voor bijvoorbeeld de aanleg van een net en een stopcontact op zee wel zeker en duidelijk genoeg? Moet er niet snel duidelijkheid komen over deze infrastructuur om het ook voor investeerders aantrekkelijker te maken?

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2010 > mei