Bijdrage Esmé Wiegman algemeen overleg medisch specialisten

woensdag 19 mei 2010 10:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie is er een voorstander van om de inkomens van de medisch specialisten aan te pakken. Wat mij betreft staat vandaag niet de vraag centraal of, maar vooral hoe het probleem van kostenoverschrijdingen aangepakt moet worden.

De ChristenUnie heeft er wel wat moeite mee dat de keuzes van de minister op dit moment nog erg onduidelijk zijn. Het lijkt er een beetje op dat een en ander over de schutting van ziekenhuizen wordt gekiept, zonder dat daarbij een gereedschapskist is verstrekt om de uitvoering daadwerkelijk vorm te geven. Het toegezegde flankerend beleid voor 1 juli zal die duidelijkheid echt moeten geven, en wel om een werkbare situatie te creëren.

Een punt om rekening mee te houden, is volgens de ChristenUnie de mogelijke schaarste aan specialisten. Wat betekenen de voorgestelde maatregelen voor de huidige flexibiliteit in het aantal in te zetten uren van medisch specialisten en mogelijk productieverlies? Graag verneem ik hierop een antwoord van de minister.

Ook de ChristenUnie heeft brieven ontvangen. Daaruit vloeit het vermoeden voort dat er veel gedoe ontstaat, zeker wanneer die onduidelijkheid voortduurt: bodemprocedures en kort gedingen over de rechtspositie, het ondernemer zijn, het onderscheid privaat-publiek, het eigendomsrecht, de goodwill, enzovoorts. Ik noem dit niet om de voortgang te verlammen, maar het lijkt mij wel goed om hiermee nadrukkelijk rekening te houden. Het gaat erom vooral duidelijkheid te krijgen naar aanleiding van de vraag wat dit betekent voor de snelle resultaten die wij graag willen boeken, juist om de kosten omlaag te brengen.

Zolang geen sprake is van het in dienst zijn van specialisten, is het de vraag of het logisch is om ziekenhuisbesturen verantwoordelijk te maken voor het honorarium, de korting daarop en eventuele reallocatie tussen specialismen. Als specialisten in loondienst zijn, is het logisch dat werkgevers en werknemers een en ander regelen in een cao. Principieel moet daarom de insteek zijn om zaken rondom het honorarium door VWS te laten regelen en zo wettelijk aan te pakken. Hierbij denk ik onder andere aan het uurtarief, het herstel van een systeemfout, een fout waardoor met name ondersteuners meer zijn gaan verdienen en nagaan of er plafonds ingebouwd moeten worden. Wel zie ik graag dat dit gebeurt met een prikkel in die zin dat volume(stijging) wordt beloond. Wat het laatste betreft, het prikkelen en het belonen, zou het een goed idee kunnen zijn om behaalde efficiencyvoordelen gedeeltelijk ten goede te laten komen aan specialisten, maar ook bijvoorbeeld aan OK-assistenten en verpleegkundigen. Daartegenover zou een malus kunnen komen te staan, als juist inefficiënt gewerkt is. Kortom, het moet om daadwerkelijk behaalde voordelen gaan en de efficiencyprikkels moeten wel effect hebben. Wat dit betreft, lijkt de ChristenUnie de optie uit het rapport van SEO Economisch Onderzoek van prestatiebeloning in loondienst en het invoeren van resultaatverantwoordelijke eenheden een heel geschikte weg om de beoogde positieve prikkels te bewerkstelligen.

Als het aan de ChristenUnie ligt, maken wij de keuze om specialisten in loondienst te nemen, waarbij zaken omtrent arbeidsrechtelijke verhoudingen goed geregeld zijn en waarbij volstrekt helder is wie waarvoor verantwoordelijk en aansprakelijk is. Wij beseffen dat je met het in loondienst zijn van specialisten, het vraagstuk van de duale macht/zeggenschap structureren niet oplost, indien de arbeidsrechtelijke verhoudingen niet aangepast zijn. Ik heb een beetje de indruk dat hier weinig aandacht voor is. Mijns inziens is het een noodzakelijke randvoorwaarde die adequaat ingevuld moet worden. Ik denk dan aan de situatie die wij kennen in de universitair medische centra waar sprake is van loondienst, echter wel nog steeds met een bijzondere rechtspositie.

Als wij de heroverwegingsrapporten mogen geloven, zal er in de gezondheidszorg meer moeten gebeuren. Efficiënter werken, concentratie van de zorg en verdere heroriëntatie op de investeringen in vastgoed en in de gezondheidszorg zullen de komende jaren dan ook aan de orde komen. In deze discussies zullen wij de specialisten ook hard nodig hebben om bij alle veranderingen de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg op orde te houden. Vandaar dat ik tot slot een pleidooi houd voor het werken aan draagvlak.

 

De heer Van Gerven (SP): Ik hoor met stijgende verbazing uw pleidooi voor de invoering van een bonuscultuur, bijvoorbeeld voor OK-assistenten, als er besparingen worden bereikt in het ziekenhuis. Wij weten van andere sectoren dat bonussen nogal eens verkeerd kunnen uitpakken. Over die sectoren zullen wij het nu niet hebben, maar bent u niet bang dat, als gehoor wordt gegeven aan uw pleidooi, verkeerde prikkels worden ingebracht? Goedkoop wil namelijk niet altijd synoniem zijn met een goede behandeling. Breng je daarmee ook niet weer het element in van georganiseerd wantrouwen? Als je bonussen toekent, moet je namelijk ook weer extra toezicht organiseren.

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik besef dat het begrip bonuscultuur in deze tijden een wat vieze smaak in de mond kan geven, maar dat is niet mijn bedoeling. De rapporten over de mogelijke oplossingen heb ik goed gelezen. Er worden ook nadrukkelijk nadelen genoemd van simpelweg in loondienst, waarmee dan de kous af is. De ChristenUnie vindt het heel aantrekkelijk om daarnaast extra stimulansen in te bouwen, waardoor specialisten, alsook OK-assistenten en verpleegkundigen gemotiveerd c.q. geprikkeld worden om de beste kwaliteit te leveren. Het zijn een beetje markttermen, maar het gaat er ook om dat zij voor een goede productie en omzet zorgen. Daar mag best wat tegenover staan. Daarvan hoef je geen vieze smaak in de mond te krijgen; je kunt gewoon zeggen: goede prestaties moeten beloond worden.

 

De heer Van Gerven (SP): Ik concludeer dat de ChristenUnie er niet van overtuigd is dat mensen nu hun stinkende best doen om een goede en doelmatige zorg te leveren en dat er kennelijk financiële prikkels nodig zijn om dat te bewerkstelligen. De SP zou dat een heel ongezonde ontwikkeling vinden. Het belang van de patiënt moet leidend zijn en niet de mogelijkheid om daaraan te verdienen, ook niet voor OK-assistenten.

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Daar ben ik het natuurlijk helemaal mee eens. Het gaat juist om de intrinsieke motivatie van mensen. Juist nu wij het hebben over een voorstel dat ingrijpt in de wijze waarop een en ander geregeld is, vind ik het vooral van belang om eraan vast te houden dat deze mensen ook in de toekomst blijvend gestimuleerd worden om de beste kwaliteit neer te zetten. Het gaat er dus om dat zij dit zo goed en zo veel mogelijk doen, juist ten behoeve van de patiënt.

 

De heer Van der Veen (PvdA): Steunt mevrouw Wiegman het voorstel van de minister inzake budgettering van de medisch specialisten?

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik steun het voorstel om in te grijpen, maar aan het begin van mijn inbreng heb ik gezegd dat het op dit moment allemaal erg onduidelijk is. Voor mij is dan ook een heel belangrijke randvoorwaarde het antwoord op de vraag wat precies het flankerend beleid gaat inhouden dat voor 1 juli is toegezegd.

 

De heer Van der Veen (PvdA): Ik stel de vraag, mede omdat de minister heeft aangegeven dat zijn voorstel met grote spoed moet worden uitgevoerd. Ik hoorde u echter zoveel voorwaarden noemen dat ik dacht: dat wordt helemaal niets. Ik begrijp dat, als u een afdoend antwoord krijgt op uw vraag over het flankerend beleid, u het voorstel steunt.

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ja, op korte termijn ingrijpen, staat wat mij betreft bovenaan. Het is dan te hopen dat er heel spoedig een nieuw kabinet komt dat hiermee verder aan de slag kan gaan. Ik heb alvast aangegeven welke denkrichting de ChristenUnie zich daarbij voorstelt en dat is een vorm van loondienst.

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2010 > mei