Bijdrage Esmé Wiegman plenair planningoverleg

woensdag 02 februari 2011 17:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU): Voorzitter. Geen kwaad woord over alle goede voornemens en de intenties van de minister en de staatssecretaris wat betreft Zorg die werkt en Vertrouwen in de zorg. Ook de ChristenUnie-fractie wil zorg van hoge kwaliteit die snel, goed, veilig en respectvol is. Er moet nog veel uitgewerkt worden en daar wil ik enig geduld voor opbrengen. Ik plaats wel enkele vraagtekens bij de manier waarop zaken uitgewerkt zullen worden. De brieven zijn geschreven alsof er geen budgetplafonds bestaan en alsof alle knelpunten langs de harmonieuze weg van vrijheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen zijn op te lossen. Het is echter onvermijdelijk om scherpe keuzes te maken.

Als je bijvoorbeeld constateert dat een groot deel van de zorgkosten verband houdt met de gevolgen van roken, overmatig drankgebruik en overgewicht, dan kun je het vanuit het oogpunt van solidariteit en een betaalbare gezondheidszorg niet maken om leefstijl simpelweg af te doen als een eigen verantwoordelijkheid. Sport wordt vooral aangeboden als iets leuks. Veel mensen vinden sport inderdaad leuk, vooral om onderuitgezakt voor de tv naar te kijken. Vele duizenden kinderen die in armoede opgroeien, zouden graag willen sporten, maar hun ouders hebben daar geen geld voor. Dan is het zeer de vraag in hoeverre een geldverslindend olympisch plan voor deze doelgroep een wenkend perspectief biedt. Onlangs is het rapport Minder zout graag! verschenen. Hieruit blijkt dat de overheid te terughoudend is in haar beleid om de zoutconsumptie terug te dringen. Het beleid is gericht op voorlichting en zoutbeperking op vrijwillige basis. Deze aanpak levert simpelweg te weinig resultaat op. Af en toe zijn duidelijke deadlines en afrekenbare doelstellingen nodig. Vrijwilligheid mag geen vrijblijvendheid betekenen.

Ik ben er een groot voorstander van om keuzes in de zorg te ontideologiseren. De beleidsbrieven staan echter bol van ideologische keuzes. Ik wil van mijn kant niet de gemakkelijke oproep "meer overheid" doen. De ChristenUnie stelt tegenover de vermeende individuele vrijheid vooral een zorgzame samenleving. Daarvoor is het belangrijk dat de zorgvrager kan meedenken over de vormgeving van kwaliteit. Vaak lukt dat niet alleen en is het geen individuele keuze. Patiënten-, gehandicapten- en ouderenorganisaties zijn onmisbaar. Zij behoren op een adequate en duurzame manier geraadpleegd en gefinancierd te worden.

Ik kan me ook niet aan de indruk te onttrekken dat er af en toe een tegenstelling kan ontstaan tussen het aangekondigde vertrouwen in de zorgverleners zelf en de aankondiging van meer regels en wetten. Waarom hebben we een zorgbeginselenwet nodig waarin het om dagelijkse douchebeurten gaat als we vertrouwen hebben in de afspraken tussen zorgverlener en zorgontvanger? Hoe rijm ik de mooie woorden over kwetsbare jongeren met de bezuinigingen die gemoeid zijn met het passend onderwijs, de sociale werkplaats en IQ-grenzen? Ik vraag me af of er voldoende zicht is op nieuwe trends en ontwikkelingen. Hoe anticiperen wij op ruim 400.000 dementerenden? Hoe stimuleren en implementeren we innovatie, waarmee vaak vele jaren gemoeid zijn? Hoe gaan we in op de behoefte aan zingeving? Wie geeft er antwoord op de zogenaamde "trage vragen"? Ik ben ook verbaasd in deze brieven geen letter te lezen over medische ethiek, terwijl er zo veel vragen en nieuwe ontwikkelingen spelen. Welke keuzes kunnen we rondom het basispakket verwachten? Als de rollator er al niet uit mag, wat dan wel? Keer op keer verbaas ik me ook over de verschillen tussen cure en care. Ik wil niet alleen mooie woorden horen over de verpleegkundig specialisten in de cure, terwijl care-instellingen zich vaak genoodzaakt zien laaggeschoold en "goedkoop" personeel in te zetten.

Tot slot vraag ik in het kader van vernieuwing in de zorg aandacht voor het Samen Zorgen Buro uit Weert. Deze organisatie probeert al jaren gemeenschapszorg van de grond te krijgen. Dat is een prachtig voorbeeld van vernieuwende zorg. Vanuit VWS heeft eind 2007 een positief signaal geklonken en werd geadviseerd subsidie aan te vragen. Er volgde een afwijzing. Bij de commissie van beroep werd erkend dat de overheid op zich goed heeft gereageerd, maar dat het zeer de moeite waard was om het initiatief een kans te geven. Er werd de mogelijkheid geboden opnieuw een verzoek in te dienen. Dat verzoek werd gedaan door de stichting Samen Zorgen Huis Boshoven. Opnieuw werd ook dit verzoek afgewezen en werd verwezen naar de lokale situatie. Dit terwijl er toch een positief advies van de RMO aan VWS lag waarin de ideeën van het Samen Zorgen Buro als onderzoekswaardig worden aanbevolen. Is de minister of staatssecretaris bereid dit initiatief eindelijk een serieuze kans te geven?

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > februari