Bijdrage Ernst Cramer aan het AO Waterplan

donderdag 12 maart 2009 11:00

 

De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Ik zal proberen mij zo goed mogelijk aan de spreektijd te houden. Ik maak op voorhand mijn excuses, omdat ik door een vervelende overlap van afspraken in mijn agenda de vergadering enige tijd moet verlaten.

            Het Nationaal Waterplan is een integrale visie op waterveiligheid, waterkwaliteit en zoetwatervoorziening. Veel zaken moeten nog worden uitgewerkt, maar de nota is veelbelovend. Voor de bescherming van onze kust, de toekomst van het IJsselmeer en de veiligheid in het riviergebied is veel geld nodig. Wanneer kan de Kamer voorstellen voor een Deltafonds en voor een Deltaregisseur verwachten?

            Het advies van de commissie-Veerman is een procesbenadering die de fractie van de ChristenUnie zeer aanspreekt. Zij vindt het verstandig dat voor de waterveiligheid bewust is gekeken naar een worstcasescenario en dat in het waterplan wordt gepleit voor robuuste, toekomstvaste oplossingen. De verschillen tussen de scenario's worden vooral relevant na 2050, maar wij moeten er, gezien de grote ingrepen, nu al rekening mee houden.

            De uitdaging van het waterplan is om kortetermijnmaatregelen af te wegen tegen meer ingrijpende, maar toekomstvaste langetermijnmaatregelen. Omdat veel ingrepen 100 jaar meegaan, moeten wij op korte termijn keuzes durven maken en voor ruimtelijke ingrepen een strak tijdplan maken. Wanneer kan de Kamer de kosten-batenanalyse verwachten? Worden alle maatregelen op korte termijn getoetst op toekomstvastheid?

            Er is snel duidelijkheid nodig over de ruimtelijke reserveringen. Neem bijvoorbeeld het IJsselmeer. Voor de peilstijging is studie nodig, besluitvorming volgt uiterlijk in 2015, maar wat betekent dat voor de ruimtelijke ontwikkeling in de komende jaren? Overigens lees ik niets over een mogelijk randmeer bij de Noordoostpolder. De ChristenUnie zou een studie hiernaar graag opgenomen zien in de uitvoeringsagenda. In de kustgemeenten is nu vaak grond gereserveerd aan de landkant, terwijl de commissie-Veerman zandsuppleties aan de zeekant adviseert. Wanneer krijgen de gemeenten duidelijkheid daarover?

            Voor het opstellen van een nieuw normenstelsel is de betrokkenheid van de provincies essentieel. Hoe wordt dit vormgegeven? Mijn fractie zou willen dat er in het Waterplan meer aandacht is voor de regionale waterkeringen, met name waar deze in het beheer zijn van het Rijk.

            Ik kom te spreken over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). De onzekerheidsmarge bij het budget voor het HWBP zijn groot. De ChristenUnie-fractie wil graag meer inzicht in de omvang van de tekorten. Sommige projecten zijn vertraagd door onvoldoende capaciteit op de markt. Ik kan mij voorstellen dat er nu meer ruimte is om een en ander te versnellen.

            Ik dank de staatssecretaris voor de toezegging dat extra informatie wordt toegevoegd over de natuurwaarden van de Noordzee. Het kabinet wil niet op voorhand concluderen dat een bestemmingsplan het meest effectieve middel is voor de Noordzee en verwijst daarbij naar internationale regelgeving en de wijze waarop de zee wordt gebruikt. Kan de staatssecretaris dit toelichten? Ik zie op de kaarten voor verschillende gebieden dubbele claims die niet altijd te combineren zijn. Het gaat weliswaar om zoekgebieden en natuurlijk vergt dit uitwerking, maar is juist een bestemmingsplan daarvoor geen goed instrument? Juist nu, want de komende jaren worden verschillende vergunningen voor windenergie afgegeven.

            Ik maak enkele opmerkingen over de visserij. Mijn fractie wil een nadere analyse van de wijze waarop de wateropgaven en de daaraan gekoppelde ruimtelijke opgaven maximaal kunnen worden meegekoppeld aan de opgaven voor de visserij. In het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) zijn ruimtelijke maatregelen een mogelijke oplossing voor verduurzaming. Deze mogelijkheden staan niet in het Nationaal Waterplan, maar worden in de schriftelijke vragenronde niet uitgesloten. Daarbij wordt gesteld dat niet meer last moet worden veroorzaakt voor de visserijsector dan noodzakelijk. Dat onderschrijft de ChristenUnie van harte. Mij is echter onduidelijk wanneer genoemde keuzes gemaakt gaan worden. Ik wil dat weten, omdat andere ruimtelijke keuzes, zoals de plaatsing van windparken, daarop invloed zullen hebben. Windparken bieden overigens ook kansen voor het combineren van de mozzelzaadinvanginstallaties (MZI's).

            Uitvoering van het Nationaal Waterplan kan niet zonder de landbouwsector. Soms ligt een schadeloosstelling voor de hand, maar het zal vaak doelmatiger en efficiënter zijn om te werken met beloningen voor geleverde diensten. De waterkwaliteitsopgave drukt ons met de neus op het feit dat wij ook met een grote zoetwateropgave zitten door de verzilting. Mijn fractie is blij dat dit in het waterplan wordt erkend als een van de grootste opgaven. Wij moeten toe naar een duurzaam watersysteem. Dit vraagt ook om regionale investeringen in het vasthouden van water. Liggen deze lokale investeringen voldoende op schema? Peilverhoging van het IJsselmeer biedt een oplossing, maar dit vraagt nog onderzoek en ontslaat de waterschappen niet van lokale maatregelen. Het zou goed zijn als de regio's verschillende mogelijkheden in kaart brengen.

            De ChristenUnie-fractie is tevreden met de acties van de staatssecretaris om meer inzicht te krijgen in het resultaat van het waterkwantiteitsbeleid. In de beleidsevaluatie wordt gesteld dat de rijksstimuleringsregeling werkt, maar dat er weinig effect is op de bewustwording bij gemeenten en waterschappen. Mijn fractie roept de staatssecretaris ertoe op om met de partners in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) in gesprek te gaan over de noodzaak van structurele reservering van financiële middelen voor het realiseren van de WB21-doelen (Waterbeheer 21ste eeuw).

            In het vorige debat heb ik een pleidooi gehouden voor de Hollandse sloot. In de Vierde Nota Waterhuishouding stond hierover nog een aparte paragraaf, maar ik mis de sloot in het Nationaal Waterplan. Ook is de sloot niet opgenomen in de Watercanon, zoals besproken in het debat over de Watervisie een jaar geleden en toegezegd door de staatssecretaris. Ik heb de Watercanon op internet uitgebreid bestudeerd en geconstateerd dat er geen enkele verwijzing naar de Hollandse sloot in staat. Ik ga ervan uit dat deze alsnog opgenomen wordt in de definitieve versie van het Waterplan en in de Watercanon.

Labels
Bijdragen
Ernst Cramer
Natuur en Milieu

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Ernst Cramer aan het AO Waterplan'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > maart